Foto bij 002. Brielle Hale

Brielle Hale
District 7

“Brielle?”
Een harde duw tegen mijn schouder liet me langzaam wakker worden en geïrriteerd zuchten. Hoe graag ik er dan ook omheen draaide wist ik maar al te goed welke dag het vandaag was.
“Brielle idioot, we moeten naar huis en ons klaarmaken.”
Naar huis? Om een beter beeld te krijgen van de harde stemmen om me heen draaide ik me op mijn rug en opende mijn ogen. Een zacht blauwe lucht en tientallen bomen was het eerste wat ik zag en me direct terug bracht naar de werkelijkheid.
“Shit,” mompelde ik. Mijn stem schoot verontwaardigd een aantal tonen omhoog en ik krabbelde met moeite overeind. “Zijn we hier werkelijk in slaap gevallen?”
“Blijkbaar,” was Isis' simpele antwoord. De kleine blondine lag met haar rug op het gras en ontdeed met een verveeld gezicht een plant van zijn blaadjes.
“Hoe graag we dan ook hier willen blijven, lijkt me het een slim plan om terug te gaan. Ik wil niet weten wat er gebeurd als we te laat komen.”
Iedereen knikte instemmend en toen ook Isis van haar plaats was gekomen begonnen we aan onze reis naar het dorp van district 7. Het duurde niet al te lang voordat we bij het overbevolkte dorpsplein aankwamen en met moeite afscheid van elkaar namen.
“Wat als één van ons gekozen wordt?” piepte Nova. De angst in haar stem was duidelijk hoorbaar en liet een koude rilling langs mijn ruggengraat lopen.
“Gebeurd niet,” stelde ik haar gerust. “District 7 is enorm en er zijn zoveel meisjes dat de kans dat een van ons vier gekozen wordt echt niet zo groot is.”
Toen er een stilte viel trok ik mijn drie beste vriendinnen in een groepsknuffel en mompelde dat alles wel goed zou komen. Maar diep van binnen wist ik dat, dat wel eens gelogen kon zijn.

“Brielle!”
Zodra ik over de drempel van ons oude, kleine huis stapte stond mijn moeder voor mijn neus. Haar bruine ogen liepen over van bezorgdheid en haar smalle borstkas ging krampachtig op en neer.
“Waar was je? Ik dacht dat je niet meer thuis zou komen.”
“Rustig mam,” mompelde ik. “We waren in het bos, maar ik ben er nu dus er is niks om je zo druk om te maken.”
Mijn moeder schudde zuchtend haar hoofd en wees met haar magere hand richting de trap als teken dat ik me vlug om moest kleden.
Het deed me elke keer weer pijn om te zien hoe slecht ze er uit zag, hoe mager en breekbaar het harde leven in district 7 haar gemaakt had. Ook mijn vader zag er altijd uit of hij elk moment neer kon vallen, vreselijk mager en verschrikkelijk moe. Hij werkte dag in en dag uit keihard om ons eten te kunnen betalen.
Toch hoorde ik ze nooit klagen, ze hadden het leven geaccepteerd zoals het was en probeerde er het beste van te maken. Misschien was dat wel de reden dat ik hoopte de arena in te kunnen. Omdat als ik zou winnen mijn ouders de rest van hun leven geen zorgen meer zouden hebben. Omdat ik voor alleen die gedachte al alles zou over hebben.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen