Foto bij The right way

In wich Delilah talks family history and has a lovely talk with her big brother.

De blonde haren hoog gebonden in een paarden staart op de achterkant van haar hoofd zwiepte heen en weer bij elke stap die ze zetten. De hakken van haar schoenen zetten dit gebaar bij met een dreigend getik en tevreden wist Delilah in de spiegel te kijken. Ze bevond zich in de grote inloop kast waar ze omringd werd door al haar kleren. De verzameling kleren groeide en groeide maar. Het was alsof Delilah niet kon stoppen met het kopen van de prachtigste kleren. Het was een heuse verslaving geworden, gelukkig voor haar waren er meer mensen op de wereld die haar verslaving deelde. En ze had dan ook het geluk gehad twee perfecte vriendinnen te hebben, die haar liefde deelde.
Geld was voor Delilah geen probleem.
Haar vader had een groot eigen familie bedrijf dat al voor decennia in de familie was. Het was Howard zelfs gelukt een nieuw leven in het bedrijf te blazen waardoor de winst alleen maar meer begon te stijgen. Haar broer was de uitverkorenen die na Howard het bedrijf over zou gaan nemen. Ergens was Delilah daar wel teleurgesteld over. Het harde zakenwereldje had haar geweldig geleken. Nu leek haar toekomst op het zorgen voor een rijke man. Delilah hield niet van stil zitten. Ze moest wat doen. Haar handen zouden anders blijven jeuken. Thuis zitten leek haar dan ook verschrikkelijk. Claire verzekerde haar er van dat het heus niet zo erg was als het leek. Zij had immers haar eigen werk opgegeven voor haar twee pracht kinderen zoals ze het zelf altijd benoemde. Delilah wist niet of ze er trots op moest zijn dat ze de toekomst van haar moeder had afgenomen. Ze wist alleen dat Claire er altijd was geweest toen ze kleiner was en dat gold nog steeds. Stiekem had ze het wel heel fijn gevonden. Toch was het een gewoonte geworden en zou Delilah het niet meer kunnen voorstellen zonder een kindertijd met Claire continu om zich heen. Howard was redelijk vaak weg van huis. Heel veel vader-dochter tijd had Delilah nooit met Howard gehad. Doordat Howard zo vaak van huis was wist Delilah niet of ze hem wel familie kon noemen. Hij was iemand geworden waar ze naar op keek. De man die zondags aan het hoofd van de tafel zat als ze ontbijt hadden. De man die Clifferton er op wees dat hij niet zo moest schrokken als hij zijn lievelings korstje naar binnen werkte. De man die haar moeder liet giechelen. Echt lachen. Niet de kleine glimlach die Delilah van haar gewend was. Voor Delilah was de man aan het hoofd van de tafel iemand die het gemaakt had waar ze van kon leren en waar ze voor moest bewijzen keer op keer. Hij zou het haar nooit laten als hij teleurgesteld in haar was en dat was nog frustrerender dan het feit dat ze zich niet binden kon met de man die zich haar vader noemde. Delilah had het graag gewild. Een echte familie zijn. Stomme familie ruzie's hebben, nog achterlijke uitjes plannen, onzinnige gesprekken hebben. Het was voor de familie Simpless niet weg gelegd. Vroeger was het zondag ochtend ontbijt standaart traditie. In de tijd waar Delilah nog enige bintenis met haar vader voelde, stom weg omdat ze nog een onwetend kind was. Dit verdween toen het bedrijf van de grond kwam en echt winst begon te maken. Haar vader moest veel naar het buitenland. En niet elke zondag werd meer aan het ontbijt besteed. Delilah's wereld had er om heen gedraaid. Ze keek er naar uit elke maandag van de week al. De eerste keer was het moeilijk geweest, daarna leerde ze er mee leven. Toch was ze er kapot van geweest. Ze was andere dingen gaan zoeken om te doen op de lege zondagmiddagen. Misschien was dat wel de rede van haar koopverslaving. Delilah zou het niet kunnen zeggen.

De make-up rond haar ogen sloot perfect aan op de vorm van haar ogen. In haar ooghoek week de lijn naar boven wat haar blik een scherp randje gaf. Deliah hield er van, die scherpe randjes. Haar haren zaten strak achtereen gebonden in een hoge staart op haar hoofd en in de achteruit kijkspiegel zag de staart er vrolijk uit. Alsof ze elk moment een glimlach rond haar roze geglosde lippen kon gaan toveren. Of dit het geval zou gaan worden moest ze nog maar af wachten. Ze zou nog wel zien. Misschien zou er iets leuks gebeuren dat haar toch lachen maakte. Of misschien zou ze zelf iets leuks kunnen creëren.
De auto kwam in beweging en Clifferton merkte eindelijk op dat zijn kleine zusje de achteruit kijk spiegel naar zich toe had gedraaid. Een ergerende kreun verliet zijn mond en met tegen zin draaide hij de spiegel goed tot hij weer perfect zicht had op de situatie achter zich. Onder tussen wist hij de auto langzaam te laten optrekken en het kruispunt over te steken. Met gevolg dat de achterliggende auto's begonnen te toeteren omdat Cliff het groene stoplicht misbruikte.
'Wil je ons dood hebben?' zei Cliff uiteindelijk en hij draaide auto soepel de bocht in. Delilah had al menig maal gevraagd of zij de auto mocht besturen. Steeds had ze weer het antwoord gekregen dat ze dat in haar dromen mocht doen. En dat hij haar dromen in geen honderd jaar uit zou laten komen. Zijn auto was te dierbaar voor hem. Delilah had gereageerd met een simpele tong uitsteek actie. Tegen ieder ander had ze haar ogen gerold en was ze weg gelopen. Cliff bleef toch haar grote broer. Haar grote broer die haar zonder pardon op de grond wist te krijgen door zijn spierbundels. Delilah besloot zijn opmerking te negeren en keek uit het raam naar de weg die langs schoot.
'Heb je al gehoord dat er nieuwe mensen komen?' Vulde Delilah de stilte op.
'Nee, moet dat interessant zijn?'
'Het zijn de kinderen van die zanger. Die ene met die veel te jonge vrouw. Walgelijk gewoon.'
'Dat zal hun dan wel gelukkig maken he, lijkt me zo Delly.'
'Noem me geen Delly,'
'Oke dan, Delly,'
Delilah beet haar tanden op één als een klein kind dat haar zin niet kreeg.
'Anyways, hoe is het met Romeo,'
Er klonk een diepe zucht aan de andere kant van de auto. Ze wist wel dat Clifferton niet over hem praten wou met haar in de buurt. Delilah wou alleen maar geïnsereerd zijn. Dat sprak ze zichzelf toe. Ze was niet wanhopig. Zeker niet. Ze wou gewoon weten wat er nu in hem omging en of hij al verschrikkelijk spijt had.
'Geen idee, vraag het hem zelf maar. We zijn er namelijk prinses.'
Delilah stapte de auto uit nadat ze Clifferton voorzien had van een kus op zijn wang, de sfeer die een paar graden kouder was geworden verlatend. Net voordat ze de deur dicht wou slaan boog ze zich nog even naar binnen.
'I'm a queen. Remember that.'
Met die woorden gooide ze deur net iets te hard dicht.

Reageer (1)

  • Veerleo

    Omg sassyyyyy

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen