Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6
Na wat een eeuwigheid leek te hebben geduurd hoorde ze zware voetstappen boven zich. ‘Sol, Mare, Luna zijn jullie hier?’ Hoorde ze een bekende stem zeggen. ‘Hagrid, we zitten in de kelder on der de boeken kast we kunnen er niet uit!’ Riep Mare naar boven en Lily riep daar achteraan; ‘ We houden dit niet meer uit Hagrid.’ ‘Lily ben jij dat? Wie is daar allemaal beneden? Is iedereen oké? ‘Dat ontdek je wel als je die boeken kast weghaalt.’ Roept Sol naar boven en nadat ze wat gestommel hoorden en een enorme bonk ging het luik van de kelder open. Iedereen moest even knipperen tegen het felle licht Lily sprong als eerste uit de kelder en vloog op Hagrid af ‘Hagrid! Bedankt.’ ‘Ha, Harry goed om je weer te zien,’ Lachte Hagrid naar Harry. ‘Dus je hebt de meiden al ontmoet?’ Het was meer een vaststelling dan een mededeling. ‘Ik wou ze nog aan je voorstellen maar dat had ik toch anders gedacht, in een kelder is het nou niet bepaald geweldig.’ Toen bijna iedereen uit de kelder was zat alleen James er nog. ‘James, kom je.’ Roept Ginny maar hij reageert niet daarom loopt Ginny naar beneden en komt met een nog half slapende James naar boven. ‘Ha, zie je wel hij wil altijd slapen.’ Lacht Lily, James zend haar een vernietigende blik maar Lily doet net of ze het niet ziet. Met z’n negenen lopen ze naar buiten de frisse middag lucht inademend. Overal om hen heen zijn mensen druk in de weer met het herstellen van de gebouwen en het bijeenrapen van hun spullen. ‘Nou,’ Zegt Hagrid ‘wij moeten maar weer eens verder met het ophalen van jullie spullen voor Zweinstein. Tot ziens allemaal ik zie jullie nog wel.’ Na dat gezegd te hebben loopt hij richting een winkel en gaat naar binnen. ‘Nou, dag’ Zeggen Sol, Mare en Luna en ze lopen achter Hagrid aan de winkel in.
‘Wat is er gebeurd!’ Vraagt Betty woedend aan Hagrid. Ze zitten met zijn vijven in de woonkamer van het huis waar Luna, Mare en Sol wonen en hebben net het hele verhaal aan Betty vertelt. ‘Jullie gaan niet meer naar Zweinstein,’ Roept ze ‘Veel te gevaarlijk, jullie hadden wel dood kunnen zijn.’ ‘Betty kom op toch, er zijn zo weinig heksen en tovenaars op aarde. Die meiden zijn speciaal zo’n kans kaap je toch niet voor hun neus weg.’ Zegt Hagrid, Sol, Mare en Luna kijken hun moeder smekend aan. Kom op mam, Hagrid heeft zelf gezegd dat Zweinstein de veiligste plek is in de tovenaars wereld.’ Nu geeft Betty eindelijk een beetje toe, ‘Oké,’ Zucht ze. ‘Maar zodra er ook maar iets gebeurt haal ik jullie van school.’ ‘Bedankt mam!’ Roept de drieling in koor en ze omhelzen hun moeder. ‘Je bent de beste.’ ‘Ja, maar ook al ben ik de beste jullie gaan nu wel naar bed.’ ‘Oké, mam is goed’ Achter elkaar aan huppelen ze de trap op. Nadat ze hun pyjama’s hebben aangedaan gaan ze in bed liggen en praten nog even na over de dag. ‘Maar Sol, wat gebeurde er nou toen je ineens door je knieën zakte op straat?’ Vraagt Luna nieuwsgierig. ‘Ik zag een schaduw van een wolf en toen had ik ineens een enorme pijnsteek door mijn hoofd. Verder weet ik het niet meer alleen dat ik weer wakker werd in die kelder.’ Verbaast kijkt Mare haar aan. ‘Waarom heb je dat niet verteld?’ Vraagt ze meelevend. ‘Ik was bang dat jullie me voor gek zouden verklaren.’ ‘Maar Sol toch, we zijn zussen je kunt ons altijd alles vertellen.’ Maar Sol hoort dit al niet meer ze licht al met een glimlach om haar mond te slapen en vlak daarna vallen Mare en Luna ook in slaap.
Iets verderop steekt een zwarte schim de straat over richting het huis in de Veraserlaan, huis nummer 38. Vannacht zal het hem lukken hij zal ze krijgen.
Reageer (2)
ARRIAAANAA!!!
1 decennium geledenDoorschrijven!
Als je grote zus zijnde beveel ik je dat!!
SCHRIJF!
Oooo
1 decennium geledenwie is dat???
Snel verde meis
xxxx