003.
Ik betaal de snoepmevrouw een aantal gouden, grote munten die Galjoenen moeten voorstellen, en een aantal iets kleinere, zilveren munten die de naam "Sikkels" dragen. De dame neemt het van me aan en vraagt vervolgens of de jongens wat snoep willen. Terwijl die hun inkopen doen ga ik vlug op mijn plaats zitten en ik trek mijn hutkoffer uit het bagagerek. Ik prop mijn boek er weer terug in en zet het koffer dan weer voor mijn voeten.
Fred, George en Harry komen weer terugzitten en ik doe gauw alsof ik uit het raam kijk.
Ik voel 3 paar ogen in mijn rug prikken en het kost me vreselijk veel moeite om het te negeren.
'Waarom kijken jullie allemaal naar me?' vraag ik geïrriteerd en ik draai mijn hoofd om. George gniffelt.
'Wat moeten we anders doen?' vraagt hij en ik sla mijn ogen ten hemel.
'Leren!' antwoord ik en ik staar weer uit het raam. Het irritante gevoel dat ik bekeken wordt gaat jammer genoeg niet weg.
'Dag!' zeg ik kwaad en ik stamp met mijn hutkoffer achter me aan de coupé uit. Ik loop door de smalle gang door naar de conducteur om te vragen hoelang we nog in de trein moeten zitten.
'Oh, nog een halfuurtje ongeveer.' zegt hij en ik loop het hele gangpad weer af, op zoek naar een coupé om mijn gewaad aan te doen. Achter in de trein is dan eindelijk een leeg coupé. Nou ja, leeg? Niet helemaal. In de hoek zit een ineengedoken meisje met blond haar. Ik ga ongemakkelijk tegenover haar zitten.
'Heey.' zeg ik zachtjes en ze kijkt me met bloeddoorlopen ogen aan. Ik huiver en hoop dat ze dat niet ziet. 'Wat is er?' Het meisje snikt en bestudeert mijn gezicht.
'Waarom?' vraagt ze fluisterend. Ik kijk haar niet-begrijpend aan.
'Waarom wat?' vraag ik aan haar. Ze wend haar blik van mij af.
'Waarom moet ik naar Zweinstein?' vraagt ze, nog zachter dan eerst. Ik frons.
'Omdat je een heks bent.' antwoord ik verbaasd. Ze barst in tranen uit.
'Ik -snik- ben helemaal geen -snik- heks!' jammert ze. 'Ik heb nog nooit -snik- iemand kwaad -snik- gedaan!' Ik probeer haar te sussen.
'Een heks betekent niet dat je iemand kwaad hebt gedaan,' probeer ik wanhopig. 'Maar dat je kan toveren! Goede dingen!' Ze produceert nog een snik.
'Maar waarom -snik- ben ik dan wel een -snik- heks, en de rest van mijn familie -snik- niet?' vraagt ze bang.
'Je bent een Dreuzeltelg.' zeg ik. 'Net als ik. Je bent als enige in je familie een Tovenaar, en dat is iets om trots op te zijn!' Ze glimlacht onzeker.
'Echt?' vraagt ze. Ik knik.
'Ja, echt.' antwoord ik dan. Ze lacht haar tanden bloot.
'Maar we zijn er over 20 minuten, dus zullen we ons gewaad maar aan gaan doen?' vraag ik terwijl ik op onze koffers wijs. Ze knikt blij en pakt een zwart gewaad en een toverhoed uit haar koffer. Ik volg haar voorbeeld en trek het gewaad over mijn echte kleding aan. Als we beiden in onze zwarte kleding gehuld zijn geef ik ons beiden een Chocokikker.
'Dankjewel.' zegt ze glunderend en ze bekijkt haar Chocokikkerplaatje. 'Albus Perkamentus.' Ik knik. 'Is dat niet het schoolhoofd van Zweinstein?' vraagt ze en ik ben verrast door de kennis van iemand die nog niet eens weet wat eens Heks is.
'Ja, dat is ons schoolhoofd. Hij is echt een goede tovenaar.' zeg ik. Terwijl we ons vermaken door snoep te eten mindert de trein vaart.
'We zijn er.' fluister ik verrast. 'We zijn bij Zweinstein.'
Reageer (2)
Ahhhhhh snel verderrrrr!!!
1 decennium geledenEn een nieuwe abo
Nice stukje snel verder
1 decennium geleden