Foto bij 001.

Eerste stukjes zijn altijd slecht.

Ik open langzaam mijn ogen en staar wat wazig voor me uit. Het doffe geluid van mijn oude wekker rammelt in mijn oren en echoot door tot in mijn hersenen. Waarom had ik ook al weer de wekker gezet? Ik pijnig mijn hersens en pluk onder de deken aan het randje van mijn roze nachthemd.
O ja! Het is vandaag mijn eerste dag op Zweinstein! Ik ga vliegensvlug rechtop zitten en gooi mijn blauwe dekbedovertrek haastig van me af. Dan spring ik uit mijn bed.
Ik graai in mijn wasmand en vis daaruit een gewone spijkerbroek en een leuk topje.
Als ik me aan heb gekleed kijk ik mijn kamer rond, op zoek naar mijn hutkoffer. Als mijn blik over mijn bureau glijdt zie ik dat mijn koffer eronder staat. Ik heb hem gisteren al ingepakt. Met een glimlach op mijn gezicht pak ik hem op en hij valt alweer meteen met een doffe klap op de grond.
'Hermelien!' roept mijn moeder van onder. Ik zucht.
'Sorry! Het hutkoffer is te zwaar voor me!' roep ik terug. Ik hoor mijn moeder zachtejs tegen mijn vader praten en dan loopt hij de trap op.
'Kom. Ik help je wel even.' zegt hij als hij boven aan de trap verschijnt. Ik glimlach onzeker en knik.
'Dankjewel.' antwoord ik. Mijn vader loopt naar het koffer toe en tilt hem met een beetje moeite op. Dan loopt hij de trap voorzichtig weer af.
Ik wacht tot mijn lieve vader uit het zicht is en grijp dan een fotolijstje beet. Er staat een jongen met zwart, warrig haar en een bril op afgebeeld. Als ze geluk had zou ze hem vandaag al zien. Anders morgen. Ik glimlach kort en haal de foto uit het lijstje. Ik stop hem onder mijn topje en volg dan mijn vaders voorbeeld.
Ik ben zo aan het dromen terwijl ik de trap afloop dat ik bijna tegen de muur aanloop. Als ik helemaal beneden ben maak ik de glazen deur die naar de woonkamer leidt open. Daar zitten mijn vader en moeder aan de eettafel en ik schuif haastig aan. Ik eet eerst een biscuit als mijn moeder over het onderwerp waar ik de hele tijd aan denk begint.
'Zo, vandaag is de grote dag, Hermelien.' zegt ze en ze glimlacht naar me. Ik knik trots en daarbij wiebelt mijn bruine kroeshaar ook mee.
'Ik zal jullie wel echt gaan missen!' zeg ik en mijn glimlach die net nog zo hevig was verslapt enigszins. Mijn moeder en mijn vader verbergen hun emoties.
'Ik weet zeker dat je het heel leuk gaat hebben daar!' zegt mijn vader blij en hij neemt een hap van zijn boterham met kaas.
'Dankjewel papa.' antwoord ik en ik smeer ook een boterham. Mijn vader kijkt op zijn horloge en hij schrikt.
'We moeten gaan!' zegt hij en hij rent paniekerig rond. Ik schrik ook en sta abrupt op. Mijn moeder is de slimste op zo'n momenten en ze ruimt snel de tafel af. Dat was eigenlijk dan weer geen slimme actie. Ten minste, hij ligt niet in mijn voordeel. Mijn vader is alweer naar buiten gerend en ik doe hem gewoon na.
Uiteindelijk is de tafel afgeruimd en wel, mijn hutkoffer in de achterbak, en wij allemaal in de auto. Mijn vader start hem en met z'n drietjes rijden we naar King's Cross. Ik zit achterin maar wat met mijn benen te wiebelen en ik kan het niet langer meer uithouden zo.
Ik draai me om en maak onhandig mijn hutkoffer open om een boek te pakken. Als ik weer terug op mijn plek zit heb ik mijn toverstok en een gedaanteverwisselingen boek in mijn handen. Ik sla ergens midden in het boek een pagina open en zie dat er "Lichaamsdelen veranderen" staat.
Normaal ben ik niet zo van de fratsen, maar nu kan ik het niet laten. Ik probeer de spreuk non-verbaal uit te spreken. Ik richt mijn staf op mijn moeders neus en concentreer me. Het lukt niet. Jammer. Ik laat mijn toverstok teleurgesteld zakken en ga dan gewoon maar wat lezen.

Ik sta op een breed perron. Het is helemaal volgepropt met mensen, Tovenaars om precies te zijn, kooien met uilen, katten, ratten, padden, hutkoffers en helemaal achterdoor staat een vuurrode lange trein. De Zweinsteinexpres. Ik kijk achterom naar mijn ouders, geef ze beiden snel een kus en ik huppel bijna naar de trein.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen