45. I’m back in da school back, back in da school
Ik wierp een blik op het plan van de school, geen idee van wat rechts en wat links was. Ik was een regelrechte ramp als het aankwam op plannen lezen en volgen. Met een concentreerde frons schakelde ik elk klein deeltje van mijn hersenen in om de weg te vinden.
Als er ineens iemand op mijn schouder tikte, schrok ik me zowat dood. Al mijn concentratie die op het lezen van plan was gericht, verdween op slag en veranderde mijn frons naar hoog optrokken wenkbrauwen boven, van de schrik, opengesperde ogen. Gelukkig kon ik nog juist mijn gil onderdrukken toen ik me realiseerde dat dit geen enge moordenaar van in de horrorfilms was die me op een gruwelijke manier om het leven wilde brengen.
Voor me stond een man – een Aziaat, natuurlijk – waarvan ik zoals altijd de leeftijd niet kon schatten omdat ze er meestal tot hun vijftigste nog perfect uitzagen, met geverfd, kastanjebruin rood glanzend haar. Uit zijn mond kwamen onbekende woorden voort, terwijl hij me vragend bleef aanstaren. Dan wees hij nog eens achter hem – handig…
Eh? Hoe maakte ik hem duidelijk dat ik geen woord verstond van wat hij zojuist had gezegd, als ik zelf niet kon antwoorden in zijn taal? Ik kneep geconcentreerd mijn ogen samen om mijn concentratievermogen te verhogen. Misschien vond ik zo nog woordjes terug die me van nut waren.
“Cheosungae-yo, hajiman (~sorry, maar~)…I don’t understand…” brabbelde ik iets tussen beide talen, waardoor het nu de beurt aan de Aziaat was om me niet begrijpend aan te staren. Dat werd hier nog eens heus gebeuren.
“Ah, hyung!” draaide de man zich om, wendde zich tot de andere jongeman die iets jeugdiger leek dan hem, en wees dan op mij. Fijn, wat bedoelde hij daarmee? “Miguk-saram!”
De andere, jongere man – alhoewel ik daar niet honderd procent zeker van was – kwam op ons afgelopen en knikte beleefd naar zijn collega. “Hello?” probeerde hij eerst onzeker.
Ik hoorde het Koreaans accent nog steeds in zijn stem, maar kon hem tenminste wel verstaan. “Ah,” zuchtte ik opgelucht, “hello! I’m looking for this place. Can you tell me where to go to?”
De jongvolwassene wierp even een blik op zijn collega en pakte dan mijn plan vast. “Where do you have to go to?”
“This room, over here,” ademde ik diep in. Ik was misschien te laat, maar niet zo laat als wanneer ik zelf de kaart had moeten lezen. Dat had waarschijnlijk langer dan een dag genomen.
“You’re a trainee?” vroeg de man dan verrast. Zijn ogen gleden nog eens over me. Zijn vriend naast hem had het woord ‘trainee’ ook opgevangen en staarde me met ogen als schoteltjes aan.
Ik knikte behoedzaam. Het leek alsof ze hun eigen ogen niet konden geloven. Dat bevestigde in ieder geval mijn gevoel. Ik kon ook niet geloven dat iemand het waard vond om mij auditie te laten doen voor een entertainment als dit. Het was gewoon bespottelijk.
“Oh, okay. I’ll bring you,” antwoordde hij met een vriendelijke glimlach. “I have nothing to do anyway.”
Nerveus hield ik een halve pas afstand als ik achter hem aan slenterde. Ik was al te laat, dan had ik ook nog eens een begeleider nodig… Hoe zou dat wel niet vallen bij mijn nieuwe klasgenoten die elkaar al veel langer kenden dan ik hen. Ik zou sowieso al een buitenbeentje zijn geweest, nu was dat aantal procenten waarschijnlijk nog eens verdubbeld.
“Here it is,” glimlachte de jonge man afwezig.
Ik slikte en ademde diep in. Ik nam een stap naar voren en klopte zachtjes op de deur – bang om mijn toekomstige klasgenoten en leerkracht onder ogen te komen. Van wat ik wist van Aziaten zagen er ze vaak beter uit dan westerse mensen, zeker als ze toekomstige sterren waren. Ik was bang om mijn dik en lelijkheid aan hun ogen bloot te stellen, bang voor hun reacties.
Ik opende voorzichtig de deur en boog verontschuldigend als ik al het eerste hoofd zag. Het enige woordje van Zuid-Korea dat ik echt kende, stroomde veelvuldig over mijn lippen: “Cheossungmida!”
Mijn begeleider kwam onverwacht mijn klas binnen en sprak onbekende woorden tegen mijn leerkracht, terwijl de leerlingen hun aandacht om omtoverden in gegil voor mijn begeleider. Ik wierp een verbaasde blik achter me. Wat was er met hem dat iedereen zo begon te krijsen alsof ze een beroemdheid zagen…?
Mijn ogen vlogen open als ik nog eens beter keek. Was hij echt bekend? Gilden ze daarom zo? Hij was best knap, maar dat was mij eerder niet echt opgevallen sinds ik nog altijd met andere soorten knap in mijn hoofd zat en wel wat anders had te doen dan Aziatische knapheden te ontdekken.
“Oh,” knikte de leerkracht begrijpend en gebaarde mij om naar hem toe te komen. De man die blijkbaar beroemd was, glimlachte kort naar de leerlingen, boog en verdween uit de klas. Het was in één klap weer muisstil en de aandacht was weer allemaal op mij gefixeerd. Nu voelde ik me nog ongemakkelijker…
Ik stond nu achter het bureau van de leerkracht en op de manier dat hij gebaarde naar mij, maakte ik op dat ik mezelf moest voorstellen. Ik fronste een beetje verward, maar probeerde dan toch de klas vol starende ogen te confronteren zonder in een tomaat te veranderen. “Hello, my name is Seven,” maakte ik een korte buiging.
Ik wist wat dat kleine zinnetje in het Koreaans was, maar durfde dat niet. Straks sprak ik het verkeerd uit en lachten ze me uit of dachten ze dat ik toch Koreaans kon. Dan stond ik daar mooi voor gek.
“Ah, ye,” knikte de leerkracht kort, terwijl de leerlingen me nog steeds als een stel standbeelden aanstaarde. “Seven,” riep hij kort glimlachend terug terwijl ik zo ongezien en snel mogelijk naar de enige lege plaats vanachter in de klas trok.
“De?” draaide ik me met een duidelijk betrapte uitdrukking om. Waarom moest ik in hemelsnaam terug naar die enge plek waar iedereen me dood gaapte?
“Can you sing us a song?” glimlachte de leerkracht vol verwachting, gebarend naar de lege ruimte bij het bord. “Since this is music class…”
[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“My singing is not that great,” probeerde ik uit te leggen voor het te laat was.
“Everyone sings in this class. Not be ashamed,” merkte ik limieten aan zijn Engels op.
“I’m not ashamed,” probeerde ik hem van zijn misverstand te helpen, “I just don’t sing that good.”
“Not be ashamed, just sing.” Had hij me verstaan, laat staan gehoord?
“Aish,” zuchtte een jongen achter me als hij subtiel een duwtje naar voren gaf.
Het geklap behaalde zijn hoogtepunt als ik eindelijk van voor stond.
“Which song do you want to sing? We have Britney Spears, Lady Gaga, Beyoncé…”
What do you think of Seven, being in YG? Is it a good thing, or rather something bad?
Reageer (1)
It's good, now they can experience something different.
1 decennium geledenSnel verder.