Hoofdstuk 13 - De nacht
'Renzo,' mompelde Kasper. 'Renzo, ben je wakker?'
Ja, hij was wakker, maar hij wilde het niet laten merken.
'Rens, het is al 11 uur, ik weet dat je wakker bent,' zei Kasper. 'Het spijt me van gisteren.'
Renzo opende langzaam zijn ogen.
'Waarom?' snauwde hij. 'Sinds wanneer zeg jij sorry tegen Zwadderaars?'
'Jij bent geen Zwadderaar,' zuchtte Kasper. 'Of je je nou zo voelt of niet, je bent ingedeeld bij Griffoendor. En misschien zijn niet alle Zwadderaars slecht. Je ouders zijn vast heel aardig.'
'Ik begrijp het gewoon niet,' mompelde Renzo. 'Mijn moeder had gezegd dat ik sowieso in Zwadderich zou komen en dan word ik ineens ingedeeld bij Griffoendor! Ze zal het zo vreselijk vinden als ze hoort dat ik bij Griffoendor zit.'
'Weet ze dat niet dan?' vroeg Kasper verbaasd.
'Ik durfde het haar niet te vertellen,' gaf Renzo toe.
'Waarom niet?'
'Ze zou woedend op me worden. Ik weet niet of ze ooit nog iets tegen me zou zeggen.'
'Natuurlijk wel!' zei Kasper. 'Jij kunt er toch niks aan doen waar je ingedeeld bent? En het is je moeder! Die houdt toch van je?'
Renzo keek Kasper even zwijgend aan en zuchtte toen diep.
'Je weet niet hoe mijn moeder is,' mompelde hij. 'Laten we er nu over ophouden, oké?'
'Maar ik -'
'Kasper, alsjeblieft.'
'Oké,' zei Kasper, die duidelijk moeite moest doen zich in te houden en niet verder te vragen.
Die middag besloten Renzo en Kasper hun huiswerk Bezweringen te maken: ze moesten een aantal spreuken oefenen. Eigenlijk was vooral Renzo aan het toveren; Kasper maakte overal foto's van. 'Voor mijn vader,' had hij gezegd.
Aan het eind van de middag wilde Kasper dolgraag bij Harry op bezoek gaan. Hij lag op de ziekenzaal omdat zijn bot moest aangroeien.
'Nee, Kasper!' zei Renzo voor de zoveelste keer. 'Hij vindt het vast niet leuk dat je hem zo vaak opzoekt!'
Kasper had teleurgesteld gereageerd, maar had toch toegegeven. Midden in die nacht werd Renzo echter wakker van een aantal geluiden. Het verbaasde hem dat de andere jongens op de slaapzaal niet wakker waren geworden.
'Wat doe je?' siste Renzo toen hij Kasper zijn camera uit zijn tas zag pakken.
Kasper keek geschrokken op.
'Ik ga bij Harry op bezoek,' fluisterde Kasper een beetje beschaamd.
'Waarom?' zei Renzo verbijsterd. 'Ben je helemaal gek ofzo? Je lijkt wel verliefd op hem.'
'Natuurlijk niet,' zei Kasper zacht. 'Ik wil alleen zien hoe zijn arm is! Ik bedoel, heb jij ooit een botloze arm gezien?'
Hij klonk heel erg enthousiast.
'Nee,' gaf Renzo toe. 'Nog nooit.'
'Ga dan mee!' zei Kasper. 'Ik ga maar heel kort, ik maak een foto en dan ga ik weer terug. Ik weet zeker dat mijn vader -'
'Ik ga niet mee,' fluisterde Renzo. 'Ik hoef Harry Potter niet zo vaak te zien.'
Kasper trok zijn wenkbrauwen op omdat hij dat opnieuw een rare opmerking vond, maar reageerde er verder niet op.
'Oké, maar verraad me niet?' vroeg hij een beetje smekend.
'Tuurlijk niet,' zei Renzo. 'Maar ik vind het nog steeds een raar plan.'
'Jaja,' zei Kasper. Hij grijnsde breed. 'Tot straks. Of, als je gaat slapen, tot morgen.'
Hij draaide zich om en liep de slaapzaal uit, zijn camera stevig in zijn hand houdend.
Er zijn nog geen reacties.