Foto bij Hoofdstuk 9

De dagen gingen door. Ik lette op mensen.Er was me altijd geleerd dat je van kijken en luisteren ongelooflijk veel kon leren. Dus ik keek en ik luisterde. Waar ze het over hadden, hoe ze lachten met hun vrienden, hoe ze keken, waar ze keken. Ik had al heel snel door dat meisjes anders deden als er jongens in de buurt waren. Meisjes hadden het ook vaak over jongens. Alsof er over praten ervoor zou zorgen dat ze dichterbij waren. Er waren niet veel verschillende onderwerpen. Jongens kon ik eigenlijk alleen van een afstand besturderen. Ik was niet zo goed bevriend dat ik er bij kon gaan staan. Ik mengde me nooit in de gesprekken. Ik stond er bij en ik keek er naar. Ze zouden me waarschijnlijk sowieso binnen no time de mond snoeren met hun felle argumenten. Naast de biologie les drie keer in de week, praten Kay en ik niet met elkaar. Hij was meestal met zijn vrienden bezig of met een paar meiden. Ik merkte soms wel dat hij een blik naar me wierp, maar ik reageerde er niet op. Ik moest iets vinden waar we over konden praten. Er vielen veel te veel stiltes in onze gesprekken. Het was best zwaar om mezelf niet te veraden als anders. Ze zouden toch nooit raden wat ik wel was, maar anders zijn was als gevaarlijk genoeg. Als iemand iets zei over het heelal bijvoorbeeld, dan wou ik ze bijna verbeteren. Ik kon mijn woorden altijd nog net op tijd in slikken. Ik moest mensen in de waan laten. Het was ook best zwaar om mijn twee levens te combineren. Ik was vaak tot 's avonds laat wakker. Ik oefende dan met mijn kunsten, maar ik moest ook nog mijn huiswerk gewoon doen en mijn lichaam had slaap nodig. Ik had een standaard tijd tekort.

Zondag landde er ineens een kleine witte vogel op mijn vensterbank. Ik wist dat deze vogel niet op aarde voor kwam. Zuchtend maakte ik contact met haar.
Ik heb een bericht van Letisa.
"Nou, kom maar op dan."
Je opdracht is de reden dat jij op aarde bent. Het is de bedoeling dat je die zo snel mogelijk uit voert. Het lijkt de laatste tijd alsof je wordt afgeleid door andere dingen, zoals school. Dat is een bijzaak. Je bent nog geen stap verder met je opdracht.
"Dat weet ik, maar hoe wou ik iets aan mijn opdracht doen als ik niet weet hoe ik hem moet benaderen. Alles is hier anders. Ik moet toch eerst zijn vertrouwen hebben."
Je zult wat sneller moeten zijn. Dit is een belangrijke opdracht, die koste wat kost moet worden uitgevoerd.
"Het is duidelijk. Ik zal meer haast maken. Je kunt gaan."
De vogel knikte en vloog op. Ik zakte zuchtend neer op mijn stoel. Ik wist dat Letisa alles te horen zou krijgen wat er gezegd was. Ik wist dat ze me meer in de gaten zouden houden, waarschijnlijk via mijn kraai. Ik moest dus actie ondernemen. Vrienden worden duurde lang. Voordat die elkaar volkomen vertrouwen. Misschien moest ik het op een andere manier proberen. Ik draaide rondjes op mijn stoel. Er sprong een idee op achter in mijn hoofd. Ik had mensen gezien die een relatie met elkaar hadden. Ze moesten elkaar wel vertrouwen, ook al hadden ze pas heel kort iets. Het was de perfecte oplossing. Binnen twee of drie maanden zou hij me genoeg vertrouwen om te geloven dat ik nooit iets met zijn hart zou doen. Want het is gevaarlijk om mensen te vertrouwen. Elke keer als je iemand volkomen vertrouwd, geef je ze namelijk een stukje van jezelf. Maar het kon ook fout gaan, dat hij mij niet leuk vond terwijl ik hem zogenaamd wel. Dan waren we wel nog verder van huis. Zouden ze me in Niflhel meer tijd geven als dat gebeurde. Want dan moest ik nog verder dan helemaal opnieuw. Ik bleef nog steeds rondjes draaien op mijn stoel. Kast - muur - raam - bed - kastje - deur. Kast - muur - raam - bed - kastje - deur. Ik moest hoe dan ook iets doen. Vanavond zou ik eens bij Kay thuis gaan kijken.

Om half elf ging ik naar boven om te gaan 'slapen' zogenaamd. Ik rommelde nog een paar minuten wat rond, en deed toen het licht uit. Ik sloop naar mijn kast en pakte mijn jurk er uit. Daarin kon ik makkelijker onzichtbaar zijn. Ik had die dag mezelf een spreuk geleerd waarmee ik mezelf langzaam naar beneden kon laten zweven. Hij werkte toen ik van mijn bed af sprong, en ik hoopte maar dat hij werkte als ik uit het raam sprong. Terwijl ik op de rand van mijn raam stond zocht ik mijn allerdiepste concentratie op en begon ik de woorden voor me uit te prevelen "Lem viet mal nelaan. Lem viet mal nelaan. Lem viet mal nelaan." Ik
keek nog even naar beneden en nam de stap. Godzijdank, ik zweefde. Nog voordat mijn voeten de grond raakten, probeerde ik al weg te lopen. Ik wou dit zo snel mogelijk doen. Toen ik bijna bij de weg was, hoorde ik een kraai. Boven me vloog een zwarte schim. Ik glimlachte. Het was heerlijk om alleen door het donker te rennen. Ik had het gevoel dat ik vloog, net zoals ik in Niflhel altijd dat gevoel had. Eigenlijk duurde het veel te kort toen ik bij de hoek van de straat kwam. Ik keek naar drie huizen verderop of er nog licht brandde. Dat was niet zo. Ik concentreerde me weer even en hoopte maar weer dat ik inderdaad niet te zien zou zijn door mensen ogen terwijl ik de straat over rende. Ik stopte toen ik de schaduwen aan de overkant bereikte. Ik drukte mijn rug tegen de muur en keek of ik kraai zag. Ik moest echt nog steeds een naam hebbrn, want dit was niks. Het leek me veilig. Ik keek naar een manier om binnen te komen. Door de voordeur leek me niet handig, maar ik zag geen makkelijke manier om op het dak te komen.
"Heb je gisteren niks gezien?"
Je kunt bij de buren op het dak komen als je op de prullenbak staat. Misschien is dat een manier.
Ik glimlachte in mezelf, perfect. Ik rende om het huis heen en klom soepel als een kat het dak op. Ik was binnen no time op het dak van Kay en klom via het dakraam naar binnen. Met een hrel zachte bons kwam ik op de grond terecht. Ik stond in het kantoortje, waarschijnlijk van Kay's vader. Nu ik hier toch was kon ik net zo goed even rond kijken.
"Kijk even of iedereen in dit huis slaapt. Ik wil niet voor verassingen komen te staan. En kzoek even uit waar Kay's kamer is."
Kay slaapt hier tegenover En ze vloog weg. Ik keek inneen aantal lades, maar ik kon niet echt iets interessants vinden. Dat stond natuurlijk allemaal in zijn laptop. Ik keek nog snel even door de papieren op zijn bureau heen, maar daarbkon ik ook niet echt veel mee. We gingen wel onderzoek doen naar Kay. Ik stak de gang over en opende voorzichtig de deur aan de overkant. Hij ging zonder geluid open. Ik hoorde een regelmatige ademhaling vanuit het bed en ik kon het niet laten om even te kijken. Kay lag op zijn rug met zijn armen boven zijn hoofd. Het zag er bestblief uit. Breekbaar. Naast zijn bed lag een i-pod en een stapel cd's naast de radio. Ik keek er vlug doorheen. Die jongen had een muzieksmaak. Ik keek verder door de kamer. Er was niets wat ineens in het oog sprong.Het was gewoon een echte jongenskamer zoals ik dienwel vaker had gezien. Een beetje een zooitje en simpel. Voorzichtig tilde ik wat papieren op zijn bureau op. Aan de muur hing een ticket voor een concert waar hij waarschijnlijk heen geweest was. Er stonden een paar boeken. Toen ik voorover boos om ze beter te bekijken stootte iker ongeluk tegen iets aan. Kay schoot met een ruk overeind.
"Wie is daar?" Ik trok me snel terug in de schaduw en hoopte maar dat mijn jurk zich goed genoeg zou aanpassen aan de donkere kleur. "Hallo?" Ik deed mijn ogen dicht. Iknhoorde hoe Kay weer ging liggen en blies zachtjes mijn adem uit. Dat ging maar net goed.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen