Foto bij 19~

Ik strek mijn armen uit en span mijn benen aan. Heerlijk wakker worden dit. Hoe laat zal het zijn? Welke dag is het eigenlijk? Het is alsof al mijn zorgen verdwenen zijn toen ik Elike’s huis binnen kwam. Ik sla de dekens van me af en kleed me om. Ik zoek ondertussen naar een klok, maar die lijkt verdwenen te zijn. Ik doe mijn deur open en loop de gang uit. Monroe’s kamer staat open maar is volledig leeg. Ik kom beneden en tref daar niemand. Waar is iedereen? Plots valt mijn blik op de klok. Dus het is half twaalf? Ik geloof dat het woensdag is vandaag. Zou ik dan niet op school moeten zitten? Ik loop door naar de keuken. Ik schenk mezelf wat drinken in. Via de keuken is een route die rechtstreeks in de winkel eindigt. Ik heb Elike meerdere malen door de deur in de winkel zien gaan. Zal ik het ook proberen? Misschien is Elike daar. Ik doe de zware deur open en loop door de smalle gang. Aan het einde van de gang is weer een deur. Ik open hem voorzichtig. Tot mijn verbazing kom ik inderdaad uit bij de deur achter de toonbank. Ik zie Elike verbaast omdraaien. ‘Och Belle, natuurlijk!’ Ze slaat zichzelf letterlijk voor haar kop. ‘Ik wou je even lekker laten uitslapen maar ik was vergeten een briefje neer te leggen.’ Ze rijkt me een dicht verpakt koekje aan die ze van de plank achter haar haalt. Ik scheur het open en neem een hap. De winkel is volledig uitgestorven en zoals altijd is Elike lekker aan het breien.

‘Het is vandaag natuurlijk een schooldag. En ik heb de school zelf gebeld. Ik heb ze vertelt dat je bij mij logeert. En, Belle, ik heb ook je ouders gebeld.’ Ik hoest en proest en stik zowat in mijn koekje. De droge kruimels blijven hangen in mijn keel. Elike klopt op mijn rug terwijl ze me een flesje water toereikt. Waarom had ze mijn ouders gebeld? Ik dacht dat ik haar kon vertrouwen! Zodra mijn keel weer vrij is van koek en water kijk ik Elike teleurgesteld aan. ‘Ik dacht dat ik je kon vertrouwen.’ Zeg ik zacht. ‘Maar kind dat kun je ook.’ Ze legt haar hand op mijn schouder, maar ik schud hem weg. ‘Belle, wat had ik anders kunnen doen? Straks denken ze dat ik je ontvoerd heb. Dat moeten we ook niet hebben. Wil je weten wat ze hebben gezegd?’ Ik kijk naar de grond. Wil ik weten wat ze hebben gezegd? Ugh. Ja. Nee. Ja. Nee. Ok.

Ik knik langzaam. ‘Ik kreeg je moeder aan de lijn. Ze zei dat het inderdaad beter was dat je een tijdje ergens anders ging wonen.’ Haar stem klinkt verdrietig. Maar die woorden maken mij alleen maar blij. ‘Ze zal zelf het tegen je vader vertellen. Ze wist niet te vertellen wat hij ervan zou vinden.’ Wat zou mijn vader ervan vinden dat hij geen boksbal meer heeft? Als hij me maar niet komt halen. Of opzoeken op school. Dat zou erg gênant zijn. Achter me hoor ik een kuch. Een klant wil Elike haar aandacht. Mijn kans om weer weg te glippen uit de winkel. Ik loop via de kleine gang weer naar de keuken. Ik pak nog wat te eten en drinken en loop dan naar boven. Het was tijd om weer wat uit mijn boek te lezen.

Ik weet niet hoe lang ik er nu al lig. Boek open. Starend. Hoe. Kan. Dit. Ik haal mijn vinger nogmaals langs het plaatje. Leeg. Waar is die Sneeuwwitjes rode appel gebleven? Hoe kan het dat plaatjes uit mijn boek zomaar weg zijn? Mijn broertjes houden wel van grapjes uithalen maar ze weten dat ze de plaatjes uit mijn boek niet weg moeten gummen. Wie kon er nog meer bij mijn boek? Mijn ouders… zouden ze echt zo gemeen zijn dat ze het weg gummen? Ik zucht en sta op. Ik heb honger gekregen. Als ik langs Monroe’s deur loop merk ik dat hij dicht is. Hij is dus thuis. Zal ik aankloppen en vragen hoe het op school was? Ik twijfel maar voor ik mijn besluit kan maken vliegt de deur open. Monroe’s verbaasde gezicht veranderd al snel in een grijns. ‘Hoi.’ Stamel ik. Hij denkt vast dat ik een stalker ben. ‘Hey, stond je hier al lang?’ Ondanks dat ik hem niet aankijk weet ik dat hij nog steeds grijnst. ‘Nee, ik liep net naar beneden want ik had-‘ Wow. Wat? Mijn blik valt op een knal rode appel in het raamkozijn van Monroe. Zonder pardon loop in zijn kamer binnen en houd de appel in mijn hand. Zodra ik hem aanraak lijkt er een schok door heel mijn lichaam te gaan. Ik voel… kriebels. Elk detail van de appel klopt. Dit kan niet. Is dit echt de appel uit mijn boek. ‘Hoe kom je hieraan?’ Vraag ik aan hem. ‘Oh, die had mijn moeder in mijn tas gestopt voordat ik hierheen kwam.’ Ik kijk hem een beetje schaapachtig aan. Komt hij uit sprookjesland? Meteen grinnik ik. Monroe uit sprookjesland, ja daaahhgg.

Reageer (1)

  • Bloodstreams

    Ja, Monroe is het prins op het witte paard
    (Wtf, waarom hebben ze geen prins op het witte paard smily?)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen