Foto bij hoofdstuk 183

Yuna

Eenmaal binnen gaan we aan de keukentafel zitten en vragen mijn ouders honderd uit. Ik probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Iwan is ondertussen bij ons gaan zitten en luistert aandachtig naar wat er wordt gezegd.
‘ dus Aiden is er niet?’ vraagt hij als het even stil is terwijl hij om zich heen kijkt.
Ik schud mijn hoofd. ‘ die is naar zijn ouders’ antwoordt ik.
‘ maar hoorde ik nou dat jullie samenwonen? Waar dan?’ roept hij verbaast uit.
‘ klopt helemaal, we wonen samen in een dorp waar vampiers en elven zijn. En dat gaat prima’ antwoordt ik weer.
Iwan zegt niks meer en kijkt naar de tafel, moeder daarin tegen vraagt meteen of het er prettig is en of we een plek hebben gevonden.
‘ valt niemand jullie lastig? Omdat jullie iets anders zijn dan de rest’ vraagt vader.
Ik kijk hem aan en schud mijn hoofd.
‘ we redden ons prima, iedereen is vriendelijk. We zijn niet anders als de rest hoor. ’ Antwoordt ik zo rustig mogelijk.
‘ waarom ben je precies terug? Niet dat ik het erg vindt’ vraagt Iwan.
‘ omdat ik jullie heb gemist en omdat ik niet met de ruzie van de vorige keer wilde afsluiten’
Iedereen aan tafel knikt dus ga ik er vanuit dat ze het er mee eens zijn.

Ondertussen is het donker geworden en besluiten we na nog wat vragen naar bed te gaan en het er morgen verder over te hebben.
Ik wens iedereen welterusten en pak dan mijn tassen van de grond en neem ze mee mijn kamer, als ik de deur open doe en na een tijdje wat kaarsen heb gevonden om aan te steken zie ik dat het er nog precies hetzelfde uit als toen Aiden en ik zijn weg gegaan.
De tassen zet ik op de grond naast het bed en ik pak er wat kleding uit en kleed me om.
Met een zucht laat ik me op bed vallen en kijk uit het raam waar ik allemaal felle sterren zie.
Ik blaas na een tijdje de kaarsen weer uit en kruip mijn bed tevreden in.

We zijn ondertussen al weer een paar dagen verder en we hebben alles uitgepraat. Zelfs mijn vader en Iwan hebben er vrede mee gekregen dat ik weer terug ga naar Aiden. Ik heb ze gezegd dat ze altijd langs kunnen komen als ze willen.
Moeder heeft er meteen op gereageerd dat ze het zeker zullen doen, daar ben ik erg blij mee.

Vandaag ga ik weer naar huis. Mijn moeder vindt het jammer, ik zelf ook wel hoor, maar ik mis Aiden best wel. Ik heb mijn tassen weer gepakt en heb ze bij de deur van de stallen gezet.Ik haal Xena uit de stal en zadel haar op om weer naar huis te gaan. Ik pak mijn tassen en leid Xena naar buiten.
Ik neem nog een keer afscheid van mijn ouders en dan ga ik met Xena de lucht in.
Ik zwaai nog een keer naar mijn ouders en laat het dorp weer achter me. Ik ben benieuwd hoe het bij Aiden is gegaan en hoop dat het net als bij mij goed is.
We vliegen flink door vandaag en voor we het weten is de dag alweer voorbij. We zoeken een beschutte plek op om te overnachten. Als we geland zijn zoek ik wat hout en maak ik een vuur zodat ik kan zien wat ik eet. Ook Xena heeft honger dus die gaat op jacht.
Als ik mijn eten op heb is Xena na een tijdje ook weer terug. Ze laat zich op de grond zakken en krult zich op onder een boom.
Met een zucht laat ik me tegen haar aan zakken en val na een tijdje in slaap.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen