Hoofdstuk 27
We liepen door de bossen, die langzaam weer ontwaakten. Ik zag hoe dieren voor onze voeten wegschoten en sommigen bleven even staan kijken. Hoewel alles een rustige indruk maakte en de elf vrolijk lachte, wist ik dat er iets belangrijks zou gebeuren. Zou het met onze bescherming te maken hebben?
'Ik heb met de koningin gepraat,' begon Methiel. Ze moest de vrouw in het wit bedoelen. 'Ze had nieuws.'
'Over onze bescherming?'
'Onder andere. Maar dat is niet de reden dat ik je heb meegenomen. Het gaat over jou, Xandria.'
Mij? Ik vroeg me af waarom een koningin aandacht aan mij zou besteden. Alle aandacht zou naar Breyan moeten gaan. Ik had geen draak achter me aan zitten. Maar stiekem voelde ik me vereerd.
'Je moet weten, de koningin praat niet vaak en dan al helemaal niet met mensen.'
Ik keek haar verward aan. 'Wat bedoel je?'
'Ik had al een vermoeden toen ik je zag. Het zwaard was een tweede teken. Is het niet zo dat alleen jij het kunt optillen en vasthouden?'
Ik knikte en gaf het aan haar. Ik moest het weten.
Ze pakte het aan en hield het zonder problemen vast.
'Het is een elvenzwaard, Xandria. Het kan alleen worden gebruikt door iemand met elvenbloed.'
'Maar ik ben geen elf. Mijn vader is een mens en mijn moeder...'
Natuurlijk. Dat was het. De moeder die ik nooit had gekend. Hij moet haar hebben ontmoet op één van zijn reizen.
'Was een elf.' Ik maakte de zin voor mezelf af.
Methiel knikte. 'Inderdaad.'
Het kostte me even om het te laten doordringen. 'Kan ik haar zien?,' vroeg ik de elf voorzichtig.
Ze schudde haar hoofd. 'Het spijt me. Ze is er niet meer.'
'Ze is... dood?'
Voor heel even dacht ik dat ik mijn moeder misschien zou kunnen zien. Ik had eigenlijk al lang geleden de hoop opgegeven haar te zien. Natuurlijk had ik er vroeger van gedroomd haar te ontmoeten. Ik had gedroomd dat ze een koningin was, een zeemeermin of een elf... Maar ik wist dat de kans klein was en dat ik het met mijn vader moest doen. En nu was mijn droom uitgekomen en meteen weer van me afgepakt. Waarom?
Ik had niet gemerkt dat ik was begonnen met huilen, totdat ik een traan op de grond zag vallen.
'Je bent niet alleen, Xandria. Je moeder had nog een dochter.'
Ik keek naar haar. 'Kan ik haar zien?'
'Ze zit voor je.'
'Jij?'
Nu begreep ik het. De herkenning. We hadden dezelfde ogen, dezelfde haarkleur. Alleen mijn oren waren niet puntig. Dat was waarschijnlijk een erfenis van mijn vader.
'Ze stierf toen je geboren werd en we besloten dat het het beste door je vader opgevoed kon worden. Ik hoop dat we de juiste keuze hebben gemaakt.'
Ik knikte. Hoewel deze plek geweldig was en ik me er thuis voelde, wist ik dat ik hier niet hoorde. Ik hoorde bij mijn vader en op avontuur. Ik had hier niet mijn hele leven kunnen blijven.
We bleven daar zitten in stilte. Pas toen het middag werd, kwamen we terug op de open plek. Daar was iedereen in een goede stemming.
'Xandria, waar was je nou? We hebben goed nieuws!'
Ik zweeg. Kasandra was de eerste die het aan me zag.
'Wat is er, meisje?'
Ik ging naast haar zitten en vertelde het hele verhaal. Iedereen was stil en keek me bezorgd aan. Ik voelde me wat ongemakkelijk en ik vroeg snel naar hun nieuws.
'Toen we net wakker waren, zagen we dat er een elf bij ons was. Hij bracht ons nieuws van de koningin: we krijgen bescherming.'
Ik glimlachte. De komende tijd zouden we veilig zijn. Maar wat zouden we dan doen?
'Maar dat is nog lang niet alles: de elven beschouwen de draken als hun vijanden en willen ons helpen de laatste draak te verslaan.'
De laatste?
Breyan keek me aan, en ik zag dat zijn blik ergens treurig stond. 'Zij is de laatste draak.'
Reageer (3)
Leuke wending!
1 decennium geledenHee, met dat van haar moeder zat ik in de goede richting ^^
1 decennium geledenAlleen niet verwacht dat Methiel haar zus zou zijn
Snel verder!
woow.... dit is onverwacht!
1 decennium geledenSnel verder