Prologue|| het plan
Als ze in het dossier kijkt schrikt ze zich rot. Dit was niet wat ze wilde.
Sofie’s sokken maakten haast geen geluid op het dure, Perzische tapijt. Ze kon haar nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en was op weg naar de werkkamer van haar vader.
Het was voor het eerst dat haar vader sinds de dood van haar moeder weer mensen uitnodigde bij hun thuis.
Sofie woonde groot, het was een huis in de rijke achterwijkjes vaan de stad. Haar vader noemde het ‘Villa Meruca’, de achternaam van Sofie en haar vader.
Ze liep stilletjes over de gang, uit haar vaders werkkamer kwam hard gelach, al klonk alles gedempt door de deur, die juist nu openvloog en een dienstmeisje liet zien, die met een dienblad de gang doorliep. Op het dienblad stonden verschillende lege champagneglazen, en de fles zelf was leeg.
Sofie had een gemiddelde lengte, lichtbruin haar dat vaak in een paardenstaart zat en blauwe ogen. Ze was vijftien jaar, en werd ergens September zestien.
Sofie glimlachte netjes naar de dienstmeid die gedwee terug glimlachte. Sofie bleef even staan, een rustige stilte daalde neer, die haar fijn in de oren klonk. Weer werd de deur naar haar vaders kamer open gegooid, en dit keer kwamen er mannen uit, vast zijn collega’s, in zwarte maatpakken met glimmende herenschoenen en blauw-gestreepte stropdassen. Het meisje verschool zich snel in een nabijgelegen kamer, en ze keek stiekem door het sleutelgat. Een voor een passeerden de mannen haar zichtveld, lachend, anderen druk in gesprek, het waren er minsten een stuk of zeven. Toen de klanken van de stemmen waren weggevaagd durfde ze weer naar buiten te komen.
Stilletjes en snel glipte Sofie de kamer in, over lagen papieren en aktetassen, de mannen zouden dus nog terugkomen. Ze keek naar het grote document dat midden op het bureau van haar vader lag. Het was groot, en telde veel bladzijdes, ze trippelde er naartoe en keek met grote ogen naar de stempel die er opgedrukt was. ‘Geaccepteerd.’ Luidde het. Ze bladerde even door een aantal pagina’s heen om vervolgens bij de hoofdpagina uit te komen. Het hele document zat door de war, geen enkele bladzijde stond goed.
‘Betreft: Openbaar zwembad Juni 2013.’ Dat was Volgende maand, het was nu begin Mei. Sofie’s interesse was gewekt en ze las verder.
‘Locatie: Zonneweg 12’ Ze schrok en wankelde achteruit, waarnaar ze tegen de boekenkast aanbotste en een felle pijnscheut door haar rug ging. De zonneweg, dat was de meest belangrijke plaats in heel Sofie’s leven. Daar lag haar moeder begraven, op het meest beruchte, enge kerkhof in heel de stad.
Tranen spongen in haar ogen en biggelden over haar wangen. Ze liet zich langs de boekenkast omlaag zakken, waarom wilde haar vader daar nu juist een zwembad bouwen?
Betekende ze dan niets meer voor hem? Gaf hij alleen maar om het geld?
Er zijn nog geen reacties.