Foto bij 05~

Vast. Geen beweging mogelijk. Niet links niet rechts, maar hier. Vast. Ik zit hier vast. Voor hoelang nog? Ben ik vrij als ik geslaagd ben? Moet ik dan gaan studeren en werken. Ik wil het niet. Ik wil meer. Ik weet dat er meer is dan dit. Dit kan het toch niet zijn? Ik zit hier vast in een wereld waar ik niet thuis hoor.
Snel krabbel ik de woorden op papier, het moet eruit. Gedachtes volgen elkaar op ik moet overzicht. Ik krijg het benauwd, mijn ademhaling versneld. Het is de waarheid. Het is niets meer niets minder dan de waarheid. Denkend aan de yoga lessen die ik ooit had gehad, verlangzaam ik mijn ademhaling. Blijf normaal denken, Belle. Ik scheur het papier uit mijn blok en bekijk de nieuwe bladzijde voor me. Bovenaan schrijf ik met sierlijke letters; "Mijn ontsnapping". Het gaat gebeuren. Het is zover. Ik kan naar huis.

Langzaam til ik mijn zware hoofd op. Ik trek het blaadje dat aan mijn gezicht plakt van mijn wang af. Veeg wat kwijl weg en orienteer me op waar ik ben. Het blaadje in mijn hand bevat letters, veel letters. Heb ik ze geschreven? Nee wacht, het zijn cijfers. Iets wat teleurgesteld merk ik dat ik nog gewoon in mijn kamer ben. Het is middag. Ik ben vast in slaap gevallen. Ik bekijk de papiertjes die heel mijn bureau bezetten. Sommige bevatten tekeningen, andere cijfers. Hier en daar zie ik wat losse woorden gekrabbeld. Wat is dit? Was ik weer even spaced out? Ik veeg de blaadjes tot op een stapel en begin ze te lezen. Ik kan me niet herinneren dat ik ze heb geschreven, toch is het mijn handschrift alleen dan lelijker dan normaal. Zou dit een teken zijn? Een teken van daar? Meteen begint mijn hoofd op volle touren te draaien. Ik moet de codes ontcijferen, ik moet! Druk verschuif ik de bladen van links naar rechts, op zoek naar patronen en herkenningspunten. Achter me hoor ik gelach. Ik draai mijn bureaustoel vlug om, het gevoel alsof ik betrapt ben. Betrapt op het feit dat ik er alles aan wil doen om hier weg te komen.

Mijn broertjes hebben beide hun hand voor hun mond en grinniken. 'En hoe vond je wat je geschreven hebt op de blaadjes?' Vraagt Daan. Hoe wisten ze van de blaadjes? Ik trek een bedenkelijk gezicht. Jesse merkt het. 'Vond je het niet heel mooi.' Vraagt Daan's tweelingbroer Jesse. 'Je was in slaap gevallen en toen hebben wij met jou hand mooie dingen geschreven.' Legt Jesse onschuldig uit. 'Wat!?' Gooi ik er uit terwijl ik dreigend op ze af kom. Mijn broertjes schrikken van mijn felheid. 'Eruit!' Sis ik terwijl ik met mijn hand naar de deur wijst. Ze weten niet hoe snel ze weg moeten komen. Ik tel langzaam tot tien maar bij vijf komen de tranen al. Er is geen uitweg. Ik zit nog steeds vast. Gewoon vast.

Reageer (1)

  • Fennec

    Haha, neem het die broertjes niet kwalijk, ze bedoelen het goed. Hmm... misschien is eventjes ertussenuit voor haar niet zo gek met die vader en al die gekkigheid die haar in de war brengt.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen