You Belong With Me: Part 10
De grote zaal was al bijna vol toen we de eiken deuren binnenliepen. Op de een of andere manier had ik het gevoel dat iedereen naar ons staarde, anders dan normaal. Ik probeerde er geen aandacht aan te besteden en liep snel naar mijn plek. Nog steeds staarde iedereen. En niet zomaar staren, mensen stonden op om me beter te bekijken, mensen fluisterden en wezen, op de een of andere manier voelde ik me als een dier in ene kooi. Wat was er aan de hand? Plots stond een klein jochie op aan de tafel van zwadderich en liep naar me toe. ‘Nog eens bedankt, voor vanmiddag bedoel ik.’ zei hij. ‘Graag gedaan?’ aarzelde ik, wist iedereen wat er gebeurt was vanmiddag? De eikendeuren gingen opnieuw open en Malfidus, gevolgd door zijn twee dikke vrienden kwamen de zaal binnen. Ze hadden blijkbaar direct door wat er aan de hand was toen ze het kleine jongetje voor me zagen staan. Ik zag dat hij zich erop had voorbereid, dat hij een plan had. En ik wist dat het niet veel goeds voorspelde. ‘Hé liefje, alles goed? Ik wist niet dat je op kleine kindjes viel.’ Sneerde hij. ‘Al bekomen van vanmiddag Malfidus?’ vreemd genoeg was ik het niet die mijn mond open deed, maar Melody. ‘Hou je kop smerige halfbloed’ snauwde Malfidus meteen. ‘Hou je kop Malfidus, anders ben ik bereid mijn perfect gemanicuurde nagels opnieuw te laten verpesten door je gezicht’ sneerde ik. Malfidus’ gezicht werd rood van woede. ‘Jij smerig modderbloedje! Wie denk je wel dat je bent om zo tegen mij te praten? Wacht maar meisje, hier ga je spijt van krijgen’ riep hij, de hele zaal luisterde gespannen mee. Malfidus greep zijn toverstok, maar wees vreemd genoeg niet naar mij. Ik keek hem even niet begrijpend aan, tot er plots een vieze smurrie over mijn haar naar beneden droop. De hele kom pompoensoep droop over mijn kleren naar beneden op de grond. Bijna de hele zaal schoot in de lach terwijl ik kwaad mijn toverstok greep en om mijn kleren schoon te maken. Hier ging hij spijt van krijgen. De oorlog is begonnen. ‘Let the game begin’ fluisterde ik zacht terwijl ik in mijn achterhoofd al plannen aan het smeden was.
Die avond waren Harmony, Melody en ik druk met ons op te maken voor het feest. We wilden er niet te opgetut uitzien dus hielden we het bij een simpel kleedje. Ik ging voor een kort zwart kleedje terwijl zowel Melody als Harmony voor een blauw kleedje kozen. Mijn inmiddels blonde haren krulde ik lichtjes en voor de rest deed ik niet al te veel moeite, terwijl Harmony en Melody een half uur later nog steeds bezig waren met hun make-up. ‘Kunnen we gaan? We zijn al laat!’ zeurde ik. ‘Ja, bijna’ mompelde Melody die voor de derde keer haar lipgloss aanbracht. Na nog eens tien minuten waren ze eindelijk klaar en liep ik snel het portretgat uit. ‘Waar moeten we heen?’ vroeg ik, ik was nooit in de westertoren geweest. ‘Het is niet ver, hier links’ zei ze. We liepen vijf minuten in stilte tot ik Maarten uiteindelijk aan het einde van de gang zag staan. Hij glimlachte toen hij ons zag aankomen. Hij droeg een simpele jeans met een los hemd dat hem best goed stond. ‘Daar zijn jullie dan, ik dacht al dat jullie niet meer kwamen’ lachte hij. ‘Kom mee, het is hier even verderop. We gebruiken een spreuk zodat niemand het geluid hoort’ zei hij en wenkte ons naar het lokaal een paar meter verderop. Toen hij de deur opende liet hij ons als een echte heer voorgaan. Ik glimlachte, hij was duidelijk een aanbidder.
Binnen was het al heel druk. Overal stonden koppeltjes en kliekjes opgewekt te praten, een deel danste opgewekt in het midden en enkele van hen keken even op toen ze merkte dat er iemand binnen kwam. Ik zag dat er van iedere afdeling wel iemand was, al stonden ze allemaal bij hun eigen afdeling. ‘Nou, veel plezier meiden’ grijnsde Maarten nog voordat hij naar enkele jongens bij het raam liep. ‘laten we eerst wat te drinken nemen’ stelde Melody voor. We zigzagden door de groepjes door tot we bij een tafel kwamen met allemaal hapjes en drinken. Ik nam snel een glas boterbier en keek even rond of ik iemand herkende. Ik herkende hier en daar enkele griffoendors, een jongen van ravenklauw waar ik samen bezweringen mee had, ik zag ook dat Zabini er was, helaas vergezelt door Malfidus en zijn twee dikke vrienden. ‘Hé Harmony, weet je welke jongen ik denk dat goed bij jou zou passen?’ vroeg ik plots. Wie?’ vroeg ze meteen. ‘Ken je Zabini? Vincent Zabini? Hij is hartstikke aardig, ik snap niet wat hij in zwadderich doet.’ Antwoordde ik terwijl ik hem aanwees. Harmony schoot spontaan in de lach. ‘Griffoendor en zwadderich gaan nooit, maar dan ook nooit met elkaar uit. De andere afdelingen gaan nog samen, maar zwadderich en griffoendor zijn altijd al gezworen vijanden geweest. Daar komen alleen maar problemen van’ vertelde ze. ‘Wat is dat nou voor flauwekul? Zwadderich en griffoendor kunnen best met elkaar omgaan. Ik zal het je bewijzen’ wierp ik tegen en liep snel naar hen toe. Vanaf Malfidus me in de gaten kreeg wierp hij me kwade blikken toe, maar ik negeerde ze en liep meteen op Zabini af. ‘Hé lekkertje, ken je me nog?’ vroeg ik speels. ‘Cailey! Tuurlijk joh, hoe zou ik jou kunnen vergeten!’ lachte hij. Ik zag Malfidus rood worden terwijl zijn vuist zich balde. ‘Zin om te dansen?’ vroeg ik. ‘Tuurlijk’ lachte hij terwijl hij snel zijn glas neerzette. Hij nam mijn hand en loodste me mee naar de dansvloer. Een traag lied werd ingezet. Ik sloeg mijn armen om hem zijn nek en hij legde zijn handen voorzichtig op mijn heupen. ‘Zag je Malfidus zijn kop?’ vroeg hij grijnzend. ‘Fantastisch!’ lachte ik. ‘Hij heeft echt een hekel aan je’ zei hij. ‘Echt? Had ik nog niet opgemerkt. En het is nog wel zo’n lekker ding’ lachte ik. ‘O, en ik niet?’ vroeg hij. ‘Maar natuurlijk wel, mijn lekkertje’ grapte ik terwijl ik hem een speelse tik gaf. Hij lachte en ik legde voorzichtig mijn hoofd op zijn schouder terwijl we rustig verder schuifelde op de maat van de muziek. Zabini was iemand waar ik gemakkelijk mee om kon gaan, ookal kende ik hem amper. ‘Hoe is jou band eigenlijk met Malfidus?’ vroeg ik. ‘Met Niels? Redelijk goed, hij is mijn beste vriend. We zijn samen opgegroeid eigenlijk. Onze ouders en grootouders waren ook heel goed bevriend. Malfidus valt best mee weet je, hij kan ook heel aardig doen. Als hij tenminste niet bezig is met modderbloedjes pesten ofso.’ Vertelde hij. ‘Malfidus aardig? Dat kan ik me niet inbeelden’ lachte ik. ‘Toch is het zo, maar hij is vaak en gigantisch etter met een ego van hier tot in Tokio.’ Grijnsde hij. ‘Zacht uitgedrukt’ mompelde ik. ‘Wil je iets voor me doen?’ vroeg ik plots impulsief, een plannetje ontstond in mijn achterhoofd. ‘Wat?’ vroeg hij. ‘Me helpen om Malfidus terug te pakken voor die soep op mijn hoofd’ grijnsde ik. ‘Hij is mijn beste vriend, dat kan ik niet maken’ ontweek hij mijn vraag. ‘Pleace? Je moet me niet echt helpen, het enige wat ik nodig heb is het wachtwoord van jullie leerlingenkamer en waar die is. Je hebt er dan niets mee te maken.’ Smeekt eik. Hij leek zijn mogelijkheden af te wegen maar zwichtte toen. ‘Het wachtwoord is “Zuiver bloed” en de leerlingenkamer is in de kerkers, recht over een schilderij van een bloedende vrouw.’ Fluisterde hij zo zacht dat ik het amper hoorde. ‘Bedankt’ fluisterde ik dankbaar terug. Het liedje liep ten einde en hij liet me voorzichtig los. ‘Leuk je gesproken te hebben’ Hij knipoogde nog een laatste keer en liep toen weer terug naar zijn vrienden. Ik liep snel terug naar Harmony en Melody en vertelde hen snel mijn plannetje.
Reageer (2)
LEUK
1 decennium geledensuper!!
1 decennium geledensnel verder
X