Foto bij Chapter 6.1 - Old friends

Quizlet was gemeen en liet me mijn stukje niet plaatsen voor ik naar Londen ging (OMG LONDEN HET WAS GEWELDIG OMG OMG oke genoeg gefangirlt), dus plaats ik het nu (heel fijn, weer alles opnieuw kopiëren en plakken en plaatje bijvoegen en met verontschuldigen voor de faalheid en omg, zwaar leven hoor).

Anyway, enjoy :3

Er bonsde iemand op zijn deur. Hard.
"Jack! JACK! Verdomme! Doe je deur ope-"
Gibbs verstomde abrupt toen Jack de deur van zijn kajuit open rukte met een ijzig "ja?"
Hij slikte even. "Ehm... we hebben een klein probleempje."
"Wat dan?"
"Het lijkt erop dat we nog een verstekelinge aan boord hebben."
Hé? Even was Jack in verwarring, maar toen realiseerde hij het zich. Natuurlijk. Die andere.
Hij veinsde verbazing terwijl hij Gibbs opzij duwde en het dek op stampte.
"Werkelijk?" Zijn ogen schoten over het dek en bleven steken bij een knappe zwartharige vrouw die wat gespannen om zich heen keek. Ze drukte zich met haar rug tegen de reling alsof ze dolgraag nog verder achteruit wilde lopen terwijl dat niet kon, haar ogen schoten van links naar rechts tot ze hem zag. Toen werden ze groot en ze keek snel naar de grond.
Een golf van irritatie overspoelde hem; hij wist niet zeker waar die vandaan kwam. Het deed er ook niet toe. Met een paar grote passen was hij bij haar.
"Wat mag dit voorstellen?"
"Ik- ik-" Het was duidelijk dat de vrouw niet wist waar ze moest kijken. Als hij niet zo geërgerd was geweest, had hij bijna medelijden met haar gekregen. Bijna.
"Je wat?" snauwde Jack.
"Ze hoort bij mij," klonk een stem achter hem. Het was niet moeilijk te raden van wie die afkomstig was.
Ivar stapte naar voren en legde zijn arm om de schouder van de vrouw, terwijl hij Jack koeltjes aankeek. "Ik heb haar aan boord gehaald, aangezien ze een goede vriendin van me is, van vroeger-"
"Ja, dat had ik door," mompelde Jack.
"-hoewel ik moet zeggen dat ik heel verrast was haar hier tegen te komen. Hoe zat het ook alweer?" vroeg hij aan de vrouw, die opgelucht leek dat ze zich nu tot iemand anders kon wenden.
"Ik was op weg naar familie," antwoordde ze, "en alles leek goed te gaan totdat..." Ze wierp een tersluikse blik op Jack voor ze snel verder praatte. Hij keek met zijn meest donkere blik terug.
"...we bruut overvallen werden door- tja, door jullie." Weer keek ze hem aan, nu met een glimp van woede in haar lichte grijze ogen. De irritatie vlamde weer op. Ja, nu was hij opeens de grote boosdoener. Alsof Ivar niet vrolijk mee had gedaan. Alsof hij er niet voor gekózen had.
Hij slaagde er echter in om onverschillig zijn schouder op te trekken. "We hadden geld nodig. Dus, jij en Ivar kwamen elkaar weer tegen en besloten dat het de hoogste tijd was voor een kleine reünie?" Hij legde veel nadruk op dat laatste woord. "Ik hoop dat je wel beseft wat je 'goede vriend' inmiddels is geworden?"
"Ivar is nog altijd Ivar," antwoordde de vrouw. "Al is hij dan een piraat. Hij is nog altijd een vriend, iemand die altijd een helpende hand zal uitsteken naar hen die dat nodig hebben. Ik geloof niet dat ik dat van u kan zeggen."
Goh. Hij werd werkelijk bedolven onder verwijten de afgelopen dagen. En dan op dat beleefde, chique toontje van haar... Dat haalde hem pas echt het bloed onder de nagels vandaan.
"Normaal gezien doe ik niet aan helpen, nee. Maar omdat ik in een goede bui ben, en ik mijn bemanning liever niet tegen me in de haren strijk, zal ik je hier houden in plaats van je rechtstreeks de loopplank op te duwen en aan de haaien te voeren."
Ze kuchte.
"Wat?" vroeg Jack.
"Er zitten hier geen haaien."
"Goed. Inktvissen dan."
"Die zitten hier ook niet."
Ivar maakte een raar, proestend geluid, maar hield daar onmiddellijk mee op toen Jack hem duister aankeek.
"Je weet maar nooit," zei Jack, denkend aan de Kraken.
"Als u het zegt," zei ze beleefd.
"Dat zeg ik, ja." Hij draaide zich om. "Zorg in ieder geval dat je je nuttig maakt. Als ik merk dat je loopt te lanterfanten..."
"Natuurlijk, Sparrow."
"Captain Sparrow voor jou." Hij begon weg te lopen.
"Wilt u mijn naam niet weten?" riep ze hem achterna.
Hij verstijfde. "Tenzij je Alysa heet, nee."
"Ik heet geen Alysa."
"Dan hoef ik je naam niet te weten."
Weglopend ving hij nog net haar laatste woorden op. "Ann. Ik heet Ann."

Reageer (6)

  • MarijeR

    Meer <3 <3 <3

    1 decennium geleden
  • MarijeR

    *verklaart... so sorry :/

    1 decennium geleden
  • MarijeR

    Oh haha okay dat verklaard een hoop ^_^

    1 decennium geleden
  • LeaFlammae

    Ze zat ook al in het verhaal, maar nu ontmoet Jack haar pas :Y)

    Of ik heb iets heel raars gedaan, wat ook zou kunnen aangezien ik dit stukje heb herschreven...

    1 decennium geleden
  • MarijeR

    (Dat betekent dus verder ;D)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen