Sorry dat ik heel vaak een lange tijd niet schrijf, ik heb niet echt heel veel inspiratie meer voor mijn verhalen... Sorry dat het maar een klein stukje is.

Weer terug bij het kasteel lopen we gelijk naar binnen, tot we weer bij de grote deuren staan. Als we naar binnen gaan komen de koning en koningin al gelijk naar ons toe gelopen. Robin gaat naast we staan en vraagt aan zijn ouders: 'Mam, pap, kunnen jullie Caitlin en Joel helpen om weer naar hun eigen wereld terug te gaan?' Koningin Marion gaat de trap op en verdwijnt in een gang. Ik kijk Robin vragend aan, maar hij weet het ook niet, zegt hij. 'Als jullie weg zijn hoop ik wel dat we jullie ooit nog een keer zien,' zegt Kitty treurig. 'Ik hoop het ook,' zeg ik tegen haar terwijl ik haar een knuffel geef. Op dat moment komt de koningin ook weer naar beneden met iets in haar handen. 'Steek jullie armen eens uit,' zegt ze als ze voor mij en Joel staat. We doen wat ze zegt en koningin Marion doet bij ons beiden een armbandje om onze pols. 'Met deze armbandjes kunnen jullie hier weer weg waarneer jullie maar willen,' zegt ze met een lach op haar gezicht. 'Dank u,' zeggen we tegelijk (alweer), wat een diepe zucht van Sasha oplevert. Nadat we de koning en koningin gedag hebben gezegt, gaan we weer naar buiten. 'Ik hoop dat we zo snel mogelijk weer terug kunnen komen,' zeg ik terwijl ik en Joel de anderen een, tijdelijke, afscheidsknuffel geven. We drukken op een soort diamantje in onze armbandjes en gaan weer terug naar onze eigen wereld: de aarde.

Na iets van een seconde zijn we weer terug in mijn kamer. 'We zijn weer terug,' zeg ik tegen Joel terwijl ik hem een knuffel geef. Hij begint te lachen. 'Zou je moeder hebben gemerkt dat we weg waren, of eigenlijk dat jij weg was?,' vraagt hij terwijl hij mij aankijkt. 'Ik heb geen idee. Hoe laat is het dan,' vraag ik terwijl ik naar mijn laptop toe loop die nog gewoon aanstaat. Ik kijk naar het klokje op mijn laptop. Dit kan toch niet. Met een verbaasde blik kijk ik naar Joel. 'Weer jij nog hoelaat we weggingen?,' vraag ik hem. Hij denkt even goed na en zegt dan: 'Volgens mij was het zo rond tien uur 's ochtends. Hoezo? Hoe laat is het nu dan,' zegt hij terwijl hij naar mij toeloopt om bij de laptop te kijken. 'Hoe the hell kan dat? We zijn sowieso wel 4 uur weg geweest,' zegt hij met de volste verbazing in zijn stem. 'Ik snap het ook niet. Het is nu pas drie minuten over 10. We zijn toch niet een hele dag weg geweest?,' zeg ik terwijl ik ga zitten in de vensterbank. 'Dan was je laptop wel uitgegaan,' merkt Joel op. Ik kijk hem instemmend aan en ga weer staan. 'Het was wel leuk,' zeg ik. 'Ik denk dat ik ook maar eens weer naar toe huis toe ga,' zegt Joel en hij gaapt een keer. Ik lach en zeg: 'Ben je nu al mij? We zijn maar drie minuten weg geweest.' We beginnen te lachen, maar naar een paar minuutjes gaat hij toch weer via het raam naar zijn huis toe. Het was een lange maar wel een leuke dag. Na iets van een uur of twee achter de laptop te hebben gezeten, besluit ik om maar in bed te gaan liggen omdat ik toch al best wel moe ben. Na een paar seconden val ik al in een diepe slaap met maar één bepaalde droom in mijn hoofd.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen