Foto bij 2: Annie (10 jr.)

``Annie, help met de kraam overdekken!´´ Mijn moeders schelle stem hoor ik van beneden schreeuwen. Zuchtend leg ik mijn pop weg en staar uit het raam. Grote, donkere wolken komen dreigend op Trident - het plaatsje waar mijn moeder en ik wonen - af. Vlug spring ik van mijn bedje en ren de trap af.
Ons huis staat net als veel andere huizen in een cirkel om het grote stadsplein, waar vijf dagen per week de grootste markt van heel district 4 is. Mijn moeder en haar broer hebben een grote kraam met vissersartikelen, van netten tot emmers. Mijn vader heeft ons verlaten toen ik nog heel klein was.
Ik hoor in de gang al hoe de regen tegen de ramen kletst. Als de verkoopwaar nat worden, kunnen we de weekopbrengst wel schudden. Het leven in Trident was hard, ik vermoed dat we evenveel verdienen als een rijk persoon in district acht of negen, wat een schande is aangezien district vier één van de rijkste districten was. Iedereen in Panem dacht dat wij van de luxe leefde. De vissers, ja, maar de verkopers daarentegen.... In andere districten zouden handelaren inderdaad meer verdienen, maar we zijn niet voor niets een vissersdistrict. Dan is het wel logischer dat vissers meer brood - of beter vis - op de plank hebben, aangezien er een enorme vraag is naar vis.
Ik ga op mijn tenen staan om mijn regenjasje van de kapstok af te halen. Snel trek ik hem aan en doe de deur open. De markt is één en al chaos. Vanuit mijn zolderraampje ziet de storm er nog redelijk onschuldig uit, niets om bang van te worden. Maar vanuit het `grondperspectief´ lijkt het wel alsof er een orkaan op ons af komt. Overal komen mensen - kinderen, volwassenen zelfs bejaarden - aansnellen met stukken zeil en tape om de koopwaar mee af te dekken. De regen vliegt iedereen om de oren en hier en daar worden takken ruw door de wind meegenomen. ´`Annie, pak dat zeil aan!´´ tiert mijn moeder en ze wijst naar een punt van een groot, blauw afdekzeil, terwijl ze zelf met al haar kracht aan een andere hoek trekt. Mijn oom is nergens te bekennen.
Gehoorzaam loop ik naar de andere kant van onze marktkraam en ga letterlijk en figuurlijk aan de punt hangen, totdat het touw dat er aan hangt om een kleine paal slaat. Op elke hoek van de kraam staat zo´n paaltje, zodat daar het zeil omheen kan als het stormt zoals vandaag het geval was.
``Naar binnen!´´ schreeuw mijn moeder en ik volg haar terug het warme huis in.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen