Ik heb voor een zelfgemaakte citaat gekozen omdat hij, hoe kort hij ook mag zijn, hij draagt een meerwaarde met zich mee dan de aantal woorden die er opstaan.

Ik stop met ‘leven’ op de dag dat ik niet meer kan ademen
en de pijn me meeneemt in de duisternis.

- Aserah


Ik was zeventien toen ik voor het eerst te horen kreeg dat mijn nonkel vocht tegen een gruwelijk ziekte genaamd kanker. Zoals in elke beginfase keek je over de ziekte heen en was een lach nog al snel gegund maar eens de ziekte zijn tol begon te eïssen waren de gemeende glimlachen veranderd in levenslange tranen. Elke drukkende hand tegen zijn schouder gaf hem nog maar eens de moed om verder te blijven gaan. Wat hem zo sierde van buiten werd langzaam vanbinnen vernietigd.

Een anderhalf jaar na zijn uitslag begon ook zijn lichaam uitwendig toe te takelen. De omtrek van zijn ogen begonnen paars uit te slaan en zijn volle lippen kregen een licht roze kleur. Maar ongeacht dat hij zo ziek was bleef er wel iets op zijn gezicht rusten. Zijn strijdlustigheid.
De intensiteit van zijn blauwe ogen gaf aan dat hij nog steeds in een sterke strijd verwikkeld was en de uitputting waar hem zou aanzetten tot opgeven.
Op 26 december rinkelde mijn vaders telefoon met het nieuws dat hij eiste op een wapenstilstand. Wat wij dachten dat hij een wapenstilstand noemde was eigenlijk de eindsprint die hij ingezet had. In zijn grote trots en koppigheid verbeet hij de pijn en weigerde hij consequent om over zijn ziekte te communiceren. Heel soms ontsnapte hem wel een zucht en sprak hij over de kanker: hoe kwaad hij wel was dat hij die had. Hoe onrechtvaardig hij het vond, hij, die zo gehoopt had op een mooie en lange levenswinter.

Het naderende einde heeft hij met grote liefde en waardigheid gedragen. De kinderen en zijn vrouw wilden zijn laatste tocht samen met hem afleggen en hem over de streep brengen. Met als gevolg dat je met je neus op de aftakeling zit. Wanneer hij uit zijn sluimer ontwaakte, besefte hij dat de tijd er was en dat hij blij was dat hij al die maanden gevochten had. Inmiddels konden zijn kinderen en zijn vrouw vijf jaar lang afscheid nemen. De volgende ochtend begon zijn eindademhaling en ze waren samen tot hij stierf…

Op 2 januari had de ziekte zich overal genesteld dat hij geen uitweg meer zag. Zijn euforische leven was veranderd in een bittere oorlog en hij mag met trots zeggen dat hij als een echte strijder heeft gevochten. De duisternis werd hem te baas en hij besloot om te stoppen met ademen omdat het einde hem zodicht op de hielen zat.


Deze column had ik ook ingegeven voor The Column of the Month. Jammer genoeg had ik niet gewonnen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen