Ons
Ons
Laatst online: -
Voornaam:
Helena
Status:
Woonplaats:

Leeftijd:
26
Hobby's:
-
Website:
-
Vorige namen:
lijst
Gevoelens spreken wanneer het hart de woorden kiest.
YOU ARE A WORK OF ART
Continue to share your heart with other people even if it has been broken.
Geregistreerd:
9 jaar geleden
Laatst on-line:
3 jaar geleden
Tijd on-line:
2 weken 1 dagen
Pageviews:
10860 [24 uur]
Aantal quizzen:
1
Aantal stories:
1
Aantal polls:
0
Aantal gedichten:
2
Aantal lijstjes:
0
Aantal hoofdstukken:
33
Quizzen ingevuld:
33
Hoofdstukken gelezen:
561
Reacties geplaatst:
102
GB berichten:
703
Forum berichten:
Gastenboek (503)
I'm sorry maar ik ben die twee echt gaan shippen onderhand.
7 jaar geledenZal ik alvast een stukkie schrijven met Raph of wilde jij graag de eerste post maken?
Voor Jackie en Roz zijn geen woorden nodig
7 jaar geledenShe's so cute! 7 jaar geleden
Goed
7 jaar geledenCity OO1 • Harbor • Fishermen
In de eerste stad van Inesta is het volk van de vissers aan bot. Dit rustige volk woont in Harbor,
een dorp aan de rand van de zee. Echter weet niemand iets van dit volk, rust&stilte is het enige
wat er van dit volk bekend is. Harbor wil het liefste niet gestoord worden, maar toch komt er op
een dag een nieuweling het dorp binnen met een geheime boodschap.
''Au!'' ik voelde hoe de borstel door mijn haren ging, maar bleef steken in één van de knopen. ''Wie mooi wil zijn moet pijn leiden!'' Mijn tante, die de schoonheidskoningin is van Harbor, legde de borstel weg en draaide de draaistoel naar de spiegel. Een schok ging door mijn lijf, als vissersdochter heb je nooit echt tijd om iets aan je uiterlijk te doen. Een reizende vader, geen moeder, maar toch een rijke tante? Echter lijkt dit onmogelijk, maar toch is het zo. Mijn tante is niet echt mijn tante, maar een oude vriendin van mijn moeder. ''Ga maar snel naar de haven, je vader komt zo binnen.'' Ik deed de jurk van mijn moeder beter over mijn benen en stond op. ''Dan ga ik maar.'' Ik gaf mijn tante een kus en liep haar huis uit.
Wanneer ik de haven in ren zie ik enorme drukte. Mijn vader is een populaire ontdekkings reiziger. Hij heeft het woudvolk ontdekt en met vele wezens gevochten. Ik trek mijn jurk op en werk mezelf door de menigte heen. Ik zie mijn vaders schip de haven binnen komen, maar een lach op zijn gezicht is er niet. Ik zie hoe de boot aanmeert, mijn vader helpt met een paar andere matrozen een man op het land te brengen. ''Aan de kant! Laat ons er nu meteen door!'' Ik zie hoe hij me totaal negeert en de man naar de ziekenboeg brengt. Snel ren ik achter hem aan om nog een glimp van de man op te vangen.
Wanneer ik de deur open gooi zie ik mijn vader met de zuster. ''Elora, kom je voor je vader?'' Ik zie hoe mijn vader zijn hoofd schuin draait bij haar woorden, maar niks zegt. Alleen als ik naast hem op de stoel plaatsneem begint hij te praten, ''we hadden last van piraten op de terug weg. Hij probeerde de zieken te beschermen, maar tevergeefs.'' Ik draaide mijn hoofd naar de man, ''wie is hij dan?'' De zuster loopt naar de bewusteloze man, die echter een tienerjongen is, en legt een extra kussen onder zijn hoofd. ''Caiden.'' Opnieuw ging zijn hoofd schuin. ''Ik ga naar je tante. Je mag wel bij hem blijven?'' Het liefste ging ik met mijn vader mee, maar ik gaf hem een kus en zei dat ik hier wou blijven. Ik zag dat hij het had begrepen en liep snel de kamer uit. Wanneer de deur in het slot valt kijk ik naar de jongen, ''rustig maar, ik ben hier.''
Ik zag hoe zijn hand bewoog en de ogen gingen open. In paniek schreeuwde ik naar de zuster, maar wanneer er geen reactie kwam wist ik dat ik alleen was. ''Eehh, hallo...'' Ik keek naar de jongen en liet de stem tot me doordringen. ''Hallo... Doet je wond nog pijn?'' De jongen haalde zijn schouders op, ''wat is er gebeurd?'' Ik liep naar het krukje waar ik onhandig op ging zitten en keek in zijn diepe bruine ogen.
''Eehhm, je bent aangevallen door piraten... Weet je dat niet meer?''
''Nee...''
Ik speelde verlegen met mijn jurk terwijl ik bedacht wat voor vraag ik nu kon stellen, ''weet je nog wie kapitein Lee is?'' Hij haalde zijn schouders op, ''weet je mijn naam?'' Al snel wist ik wat er met hem aan de hand was, ''je bent je geheugen kwijt.'' Ik kon niet meer op zijn naam komen, stom Elora! ''Je lijkt me een loverboy, ik ben Elora.'' De jongen grijnsde een tandpasta lach en keek in mijn ogen, ''aangenaam Elora, ik ben lover boy.''
Nadat de zuster hem uitgebreid gecheckt had liepen we over de haven. Mijn vader was verdwenen, maar dat was niet wat telde. Hij pakte mijn hand terwijl we samen over het water keken. ''Wat is Harbor toch mooi.'' Ik knikte en keek naar de zon die onderging. Ik keek hem aan, hij keek mij aan. Zijn lippen gingen naar die van mij, en ik sloot mijn ogen. Ik voelde zijn lippen op de mijne en even was het alsof wij de enige op de wereld waren, ineens hoorde ik iemand achter me gillen. ''DE DIEF! DE MOORDENAAR VAN DE KONINGIN!'' Ik zag hoe bewakers me van hem wegtrokken. Caiden werd naar beneden geduwd. Ik probeerde me los te rukken, maar tevergeefs. Wanneer de jongen verward zich probeert los te rukken hoorde ik een knal van de zweep. Snel werd hij opgetrokken, een streep bloed ging over zijn wang terwijl hij werd meegenomen. ''Loverboy...''