‘Dat doe je niet! Het is ons geld en ik wil niet dat je het uitgeeft aan die homobroer van je! ‘ Ruzie. Alweer. Dat was wat ik toen dacht. Ik was zes jaar. Ik lette er niet meer op, ruzie was gewoon. Maar toen ik dat dacht, wist ik niet dat het de laatste ruzie zou zijn. ‘Ik doe het wel! Het is ook mijn geld en het is mijn broer! En het maakt niet uit op welk geslacht hij valt, hij is en blijft een mens en hij heeft schulden! Ik ben de enige bij wie hij terecht kan, en ik geef hem dat geld!’ ‘Dat doe je niet! Je bent gewaarschuwd!’ Ik weet nog dat ik toen opkeek, ik had een vreemd voorgevoel. Het beloofde niet veel goeds. Ik zag mijn moeder geld pakken, veel geld, voor mijn oom die toevallig homo was. Dat had ze niet moeten doen. Want nu ben ik haar kwijt. Mijn vader pakte een mes en stak haar. Hij vluchtte en ik wist niet wat ik doen moest. Mijn moeder kromp in elkaar van de pijn en ik besefte dat ik hulp moest halen! Ik rende naar de buren maar ze waren niet thuis. De andere buren waren er wel en snel rende we naar mijn huis. Maar het was te laat. Mijn moeder leefde niet meer en mijn vader was weg..
Iemand interesse?
http://www.quizlet.nl/stories/9794/papa-waarom-moest-mama-dood/