In de hoek staat een jongen, zijn armen zijn over elkaar geslagen en zijn ogen dicht. Mijn hart begint onregelmatig te slaan van de perfectheid die hij uitstraalt, wat te merken is aan het piepen dat plotseling veranderd. Zijn gouden ogen openen zich en boren zich in de mijne. Ik hap even naar adem. Dan komt er een dokter de kamer ingelopen. “Ze is wakker.” Zegt de jongen met een fluweelzachte stem. De dokter loopt naar mij toe. “Hoe voel je, je?” vraagt hij terwijl hij me aankijkt met dezelfde ogen als de vreemde jongen. Ik probeer te praten, maar er komt alleen een gegrom uit. Beschaamd sla ik mijn ogen neer terwijl ik mijn keel schraap. “Mijn hoofd doet pijn.” Mompel ik dan.
“Red je het naar huis?” Ik knik weer. “Ja, dat lukt wel.” Zucht ik. “Bedankt.” Zeg ik zacht. “Geen dank.” Hij glimlacht lief. “Maar breng jezelf niet nog eens in gevaar. Ik blijf geen redder in nood.” Ik moet lachen. “Misschien wil ik wel dat je me red.” Nu grijnst hij. “De volgende keer heb je dan niet zoveel geluk.”
En nu gaat Niksel er eindelijk aan verder! Hoofdstuk 48 staat eindelijk online.
Klik.
[ bericht aangepast op 6 juli 2010 - 18:42 ]
Your make-up is terrible