dat het gewoon nooit lukt!
en ik bedoel dan mijn beste vriend.
Ik weet niet wat dat is, maar als ik met hem iets leuks wil gaan doen, gaat het nooit. Neem nu; ik zou zondag met hem naar Walibi gaan en hij zou me vandaag iets laten weten. Deed ie niet, en dus stuurde ik hém een bericht. En hij zegt dat het beter is dat hij niet meegaat omdat hij veel werk heeft voor school. Ja, hij heeft vrijdag en zaterdag geen tijd [voetbal] dus moet ie alles zondag doen. Nog een vb; we gingen gaan bowlen, en hij kwam bij mij [we gingen met de fiets]. Komen we aan het bowlding, is dat niet dicht! En dat heb ik DRIE keer meegemaakt, dat het focking dicht was. I mean, ik voel me kut kut kut, ik had er zo naar uitgekeken. Ik weet echt niet hoe dat komt elke keer.