Nog 1 klein stapje omhoog.
Ik sta nu boven op het grote gebouw.
Tranen glijden over mijn wangen, maar ik moet door, nog even doorzetten en dan ben ik verlost, verlost van mijn lijden, verlost van mijn leven.
Omdat het zo ontzettend ver naar beneden is, ben ik mijn gevoel voor afstand kwijt.
Beneden rijden auto's.
Ik voel me al iets rustiger.
De auto's en de gebouwen vormen een mooi geheel samen.
Ik wil ernaartoe, springen dan maar, at was ik toch van plan?
Nog meer tranen glijden over mijn wangen, heldere druppels vallen op het dak van het gebouw.
Tot mijn verbijstering klopt er iets niet meer in mijn lichaam, mijn benen doen niet meer wat ik wil, mijn hele lichaam weigert, maar ik moet door.
Ik wil de diepte in, maar ondertussen sta ik nog steeds op het gebouw.
Ijskoud kijk ik naar beneden, springen dan maar.
Dan zet ik me af,en val ik de diepte in, een sprong die nooit zal eindigen...
You were much more muchier, you've lost your muchness.