‘Benthe.’ Ik loop naar Benthe toe. Benthe. Vrolijke, lieve Benthe. Ze zit op het strand. Het strand van California. Ze is mee. Mee met mij en de jongens. Mee met ons in Amerika. Ze wilde mee. Ze wilde ons steunen en helpen. Ze helpt met alles mee. Alles opbouwen, afbouwen, terug opzetten, opruimen, klaarmaken, alles.
‘Ga je mee zwemmen?’ Vraagt ze aan mij. ‘Zwemmen?’ Ik frons en kijk haar aan. Ze heeft haar bikini aan. Ze was hierop voorbereid. ‘Ik ga wel alleen.’ Zegt ze.
Benthe draait zich grijnzend om terwijl ze niet meer kan staan in het water. ‘KOM TERUG! BENTHE, KOM TERUG!’ Schreeuw ik.
‘Ga je mee zwemmen?’ Vraagt ze aan mij. ‘Zwemmen?’ Ik frons en kijk haar aan. Ze heeft haar bikini aan. Ze was hierop voorbereid. ‘Ik ga wel alleen.’ Zegt ze.
Benthe draait zich grijnzend om terwijl ze niet meer kan staan in het water. ‘KOM TERUG! BENTHE, KOM TERUG!’ Schreeuw ik.
http://www.quizlet.nl/quiz/268295/onder-water
I recycle my thoughts.