Zweem van Bitterheid
Ze hoort de kinderen
Roepen om hun ouders
In het donker van de nacht.
En de paniek, en de doodsangst
Voor de schaduwen
Is waar zij naar terugverlangt
Toen ze zo gered kon worden.
Ze kijkt omhoog naar het raam
Terwijl de lamp het duister verdrijft
En het kind weer verder slaapt.
Maar de straat waarop zij staat
Is donker en in de huilende regen
Voelt ze zich oud en verbeten
En ze is aangewezen op zichzelf.
Ze ziet de kinderen binnen
Spelen op het kleed
Levend in de dag van vandaag.
En de stenen waarop zij zit
Schreeuwen dat ze haar leven
Niet even mag vergeten
Want alleen een kind kan lachen
Zonder een zweem van bitterheid.
Ze hoort de kinderen
Roepen om hun ouders
In het donker van de nacht.
En de paniek, en de doodsangst
Voor de schaduwen
Is waar zij naar terugverlangt
Toen ze zo gered kon worden.
Ze kijkt omhoog naar het raam
Terwijl de lamp het duister verdrijft
En het kind weer verder slaapt.
Maar de straat waarop zij staat
Is donker en in de huilende regen
Voelt ze zich oud en verbeten
En ze is aangewezen op zichzelf.
Ze ziet de kinderen binnen
Spelen op het kleed
Levend in de dag van vandaag.
En de stenen waarop zij zit
Schreeuwen dat ze haar leven
Niet even mag vergeten
Want alleen een kind kan lachen
Zonder een zweem van bitterheid.
[ bericht aangepast op 2 jan 2016 - 23:53 ]
We dwaalden en verdwaalden en noemden sterren naar onszelf.