Vandaag heb ik deze SA even uit mijn duim gezogen, ik heb werkelijk geen idee waar het vandaan kwam. Ik heb alleen een paar vraagjes. ^^
Zou iemand geïnteresseerd zijn om dit te lezen als verhaal, of zal ik het zo laten, als Stand Alone?
Weten jullie misschien een leuke/goede/bijpassende titel?
Weten jullie misschien een betere naam voor 'Troins', 'De Mekens' en 'Gracy Venirca'? Voor 'Troins' en 'De Mekens' zoek ik namen die niet echt namen zijn, voor Gracy graag een weinig voorkomende naam.
Alle verbeteringen of ideeën voor een (eventuele) verhaallijn, zijn natuurlijk ook van harte welkom. c:
Met een gespannen gezicht kijk ik om me heen. Honderden donkere, hoge bomen omringen me, wat me geen fijn gevoel geef. De schaduwen, die ik De Mekens noem, zijn angstaanjagend, doordat ze allemaal een andere vorm hebben. Een normaal mens zou denken dat het schaduwen van de bomen zijn, maar voor mij is het duidelijk dat -dat niet zo is. Ten eerste, lijken de Mekens totaal niet op bomen, ze zijn dik en kort, terwijl de bomen dun en lang zijn. Ook bewegen de Mekens, wat ik nog het meest angstaanjagend vind. De bomen bewegen namelijk niet en er staat geen wind, maar toch krijgen de Mekens het voor elkaar om -om me heen te cirkelen. Ze kruipen over de grond en hangen aan de bomen. Ze komen op me af, maar verdwijnen wanneer ik ze aan wil raken.
Al een lange tijd leef ik in dit bos, alleen. Nog nooit heb ik andere levende wezens gezien, laat staan mezelf.
Hoe ik hier ooit ben gekomen? Geen idee. Ik werd wakker, op een open plek, en kon me niets meer herinneren. Ik heb gezocht naar antwoorden op mijn vragen, maar ik zag alleen maar bomen en enge, bewegende, zwarte vlekken.
Nu vraag je je vast af waarvan ik leef, want dat kan ik me nog wel herinneren -dat mensen voedsel nodig hebben om te leven-, maar dat weet ik zelf niet eens. Nog nooit heb ik iets binnen gekregen, dus vraag me niet hoe ik nog kan leven. Ik leef gewoon. Zonder ook maar één oog dicht te doen, zonder voedsel in mijn mond te stoppen, zonder iets nodig te hebben.
Doordat ik al veel middenzonnen lang in hetzelfde bos leef, weet ik precies hoe dit bos in elkaar zit. Bomen, bomen, bomen en nog meer bomen. Ik heb ooit zo lang gelopen, dat ik drie keer de middenzon zag, op alleen al mijn heenreis. Daarna moest ik ook nog terug lopen, dus ik heb in totaal zes keer de middenzon gezien, in één wandeling. En nooit hield het bos op, evenals de schaduwen.
Met hoge snelheid ren ik door het bos, terwijl de Mekens me achtervolgen. Ik ontwijk zo veel mogelijk bomen die ik tegenkom en kijk om de zoveel tijd om. De zon begint weer terug op te komen, dus de Mekens verdwijnen langzaam. Ze trekken zich terug, hoog de bomen in, of lossen in het niets op.
Het is dat ik het gewend ben, ik ren altijd als de zon weg is, anders zou ik me nog steeds afvragen hoe ze ineens weggaan.
Onderzon, noem ik het trouwens altijd, als de zon weg is. Als de zon er wel is, is het Opzon. Wanneer de zon recht boven me is, noem ik het middenzon. Ik moet toch iets doen in die tijd dat ik hier ben, dan kan ik net zo goed alles wat ik zie en meemaak namen geven.
Mijn benen -ja, ik ken dat woord wel- versnellen nog meer en ik moet mijn ogen tot spleetjes vormen, door de lucht die langs mijn oogballen probeert te waaien. Snel kijk ik weer achterom, wat ik achteraf beter niet had kunnen doen..
"Hallo iedereen, fijn dat jullie vandaag aanwezig kunnen zijn. Ik heb iets te vertellen, wat niet iedereen leuk gaat vinden." Het geroezemoes in de kleine zaal verstomt meteen, ze hebben al een vermoeden van wat er gaat komen. "De afgelopen jaren hebben we hard aan dit experiment gewerkt, we waren bijna klaar en Troins kon bijna de wereld in worden gezet. Nu zat Troins in de veiligste omgeving die we konden verzinnen, waar niemand was en waar niemand besmet kon worden. Toch is het mis gegaan. Troins is dood en ons experiment is mislukt. Door de dood, verdween de gehele omgeving en landde Troins in een park, midden in New York. Hier is iemand besmet geraakt, niet veel later loste Troins op en verdween van de aardbodem. Waarschijnlijk gaat het niet lang duren tot heel Amerika besmet is, waarna de andere continenten snel zullen volgen. Het spijt me dit jullie te moeten mededelen. Ook is Gracy Venirca er gelijk vandoor gegaan, waar hij nu is, weten we niet."
"Waarom is hij weg gegaan?"
"Dat kunne-"
"Hoe groot is de overlevingskans, van de gehele wereld?"
"Het spijt me, da-"
"Ik vraag het nog één keer, hoe groot is de overlevingskans van de gehele wereldbevolking?"
"Die is er niet.. Over nog geen maand is iedereen dood."
Al een lange tijd leef ik in dit bos, alleen. Nog nooit heb ik andere levende wezens gezien, laat staan mezelf.
Hoe ik hier ooit ben gekomen? Geen idee. Ik werd wakker, op een open plek, en kon me niets meer herinneren. Ik heb gezocht naar antwoorden op mijn vragen, maar ik zag alleen maar bomen en enge, bewegende, zwarte vlekken.
Nu vraag je je vast af waarvan ik leef, want dat kan ik me nog wel herinneren -dat mensen voedsel nodig hebben om te leven-, maar dat weet ik zelf niet eens. Nog nooit heb ik iets binnen gekregen, dus vraag me niet hoe ik nog kan leven. Ik leef gewoon. Zonder ook maar één oog dicht te doen, zonder voedsel in mijn mond te stoppen, zonder iets nodig te hebben.
Doordat ik al veel middenzonnen lang in hetzelfde bos leef, weet ik precies hoe dit bos in elkaar zit. Bomen, bomen, bomen en nog meer bomen. Ik heb ooit zo lang gelopen, dat ik drie keer de middenzon zag, op alleen al mijn heenreis. Daarna moest ik ook nog terug lopen, dus ik heb in totaal zes keer de middenzon gezien, in één wandeling. En nooit hield het bos op, evenals de schaduwen.
Met hoge snelheid ren ik door het bos, terwijl de Mekens me achtervolgen. Ik ontwijk zo veel mogelijk bomen die ik tegenkom en kijk om de zoveel tijd om. De zon begint weer terug op te komen, dus de Mekens verdwijnen langzaam. Ze trekken zich terug, hoog de bomen in, of lossen in het niets op.
Het is dat ik het gewend ben, ik ren altijd als de zon weg is, anders zou ik me nog steeds afvragen hoe ze ineens weggaan.
Onderzon, noem ik het trouwens altijd, als de zon weg is. Als de zon er wel is, is het Opzon. Wanneer de zon recht boven me is, noem ik het middenzon. Ik moet toch iets doen in die tijd dat ik hier ben, dan kan ik net zo goed alles wat ik zie en meemaak namen geven.
Mijn benen -ja, ik ken dat woord wel- versnellen nog meer en ik moet mijn ogen tot spleetjes vormen, door de lucht die langs mijn oogballen probeert te waaien. Snel kijk ik weer achterom, wat ik achteraf beter niet had kunnen doen..
"Hallo iedereen, fijn dat jullie vandaag aanwezig kunnen zijn. Ik heb iets te vertellen, wat niet iedereen leuk gaat vinden." Het geroezemoes in de kleine zaal verstomt meteen, ze hebben al een vermoeden van wat er gaat komen. "De afgelopen jaren hebben we hard aan dit experiment gewerkt, we waren bijna klaar en Troins kon bijna de wereld in worden gezet. Nu zat Troins in de veiligste omgeving die we konden verzinnen, waar niemand was en waar niemand besmet kon worden. Toch is het mis gegaan. Troins is dood en ons experiment is mislukt. Door de dood, verdween de gehele omgeving en landde Troins in een park, midden in New York. Hier is iemand besmet geraakt, niet veel later loste Troins op en verdween van de aardbodem. Waarschijnlijk gaat het niet lang duren tot heel Amerika besmet is, waarna de andere continenten snel zullen volgen. Het spijt me dit jullie te moeten mededelen. Ook is Gracy Venirca er gelijk vandoor gegaan, waar hij nu is, weten we niet."
"Waarom is hij weg gegaan?"
"Dat kunne-"
"Hoe groot is de overlevingskans, van de gehele wereld?"
"Het spijt me, da-"
"Ik vraag het nog één keer, hoe groot is de overlevingskans van de gehele wereldbevolking?"
"Die is er niet.. Over nog geen maand is iedereen dood."