• The Dragons Rule



    De legende:
    Wanneer alle uitverkorene de leeftijd van achttien bereikt hebben krijgen ze een draken ei. Ieder krijgt een ander ei met daarin een ander soort draak. Ze moeten ervoor zorgen, hem uit laten komen en de draken helpen opgroeien tot een sterk wezen die hen trouw zal zijn tot de dood.
    Echter is dit alles niet zonder gevaar; Er zijn Dragonhaters. Deze mensen willen de eieren hebben en ze breken zodat de draken zich niet voort kunnen planten en ze uiteindelijk uitsterven.
    Eeuwen lang zijn er uitverkorenen. Ieder van hen heeft een wijnvlek die overeenkomt met die van de andere. Ze worden met de leeftijd van 6 weggehaald bij hun ouders en worden getraind, opgevoed en voorbereid op het houden van een draak en de gevaren hieromheen.
    Wanneer het draken ei uitkomt, voelt de eigenaar direct een sterke verbinding met zijn draak. Ze zouden bij een goede opvoeding kunnen communiceren. Maar wanneer er laks aan de opvoeding is, word de draak onhandelbaar en keert zich tegen zijn leider.

    Middeleeuwen (heden):

    Zes uitverkorenen, zes eieren op de vlucht voor de Dragonhaters. Ze trekken door bergen, bos en wateren. Moeten hun eieren veilig houden. Maar wanneer de eieren stuk voor stuk uit beginnen te komen word het gevaarlijk. De opvoeding van de draken moet met concentratie gebeuren en wanneer je te weinig tijd aan je draak besteed zal de draak uitgroeien tot een onhandelbaar monster. Zullen de uitverkorenen de vlucht aan kunnen houden wanneer de eieren uit beginnen te komen? En zullen ze de strijd tegen de Dragonhaters winnen?

    Rollen:
    Je kunt kiezen uit de uitverkorenen en Dragonhaters

    Uitverkorenen: ( 6 )
    Uitverkorenen zijn vaak getrainde vechters, kunnen overweg met zwaarden en een paar van de uitverkorenen hebben een magische kracht. Deze word door een random picker gekozen.

    - Colmán | 18 | Westerse draak | Majikku
    - Lancelyn | 20 | Chinese Long | Gally
    - Nathaniel | 19 | Wyvern | Ninuturu
    - Maelys | 22 | Hydra | Gardenzio
    - Grace | 19 | Vorstdraak | LittleNinja
    - VRIJ

    Dragonhaters: Mannen en vrouwen gelijk houden. ( max 8 )
    Dragonhaters zijn goed in het hanteren van een zwaard, pijl en boog, Morgenster etc. Ze hebben vaak een goed gevoel voor richting en een paar van de Dragonhaters heeft een hond die gespecialiseerd is in het vinden van drakeneieren.

    - Dyon | 25 |Assassin
    - Jayden | 35 | Vivir
    - VRIJ
    - VRIJ
    - Dalia | 19 | Gustin
    - Daine | 24 | LadyStark
    - VRIJ
    - VRIJ


    Draken:
    De Wyvern, de tweepotige draak - Ninuturu
    De Gargouille, de gesteende draak - tubbietoost
    De Vorstdraak, de ijsdraak - LittleNinja
    De Hydra, de meerkoppige draak - Jazzie
    De Chinese Long, de Chinese draak - Gally
    De Westerse draak, de vuurdraak - Majikku


    Regels:
    - Ik wil niet streng zijn, maar ik wil wel dat er minimaal 180 woorden worden gebruikt per post.
    - Je mag maximaal twee rollen. Deze moeten dan wel verschillen.
    - OOC doen we tussen haakjes.
    - Let op je ABN, niet iedereen kan natuurlijk evengoed Nederlands, maar we kunnen er wel op letten.
    - Geen geruzie OOC, IC mag wel.
    - Respecteer elkaar. We kraken andere niet af en gaan gewoon met elkaar om.

    Praattopic
    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 13 nov 2014 - 22:24 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Nathaniel
    Colmán schudde zijn hoofd terwijl hij opstond, hij liep naar de boom waar ik in zat en leunde er tegen aan met zijn rug, ondertussen ging ik rechtop zitten in de boom in plaats van liggen. "Ga jij maar slapen. We kunnen het niet veroorloven als een van ons oververmoeid is. Er komt een dag dat we allen moeten strijden voor ons leven, maar ook dat van het ei," verteld hij terwijl hij voor zich uit staart, ik knikte wat in mezelf, denkend aan het ei dat in de tas zit aan de tak, even snel werp ik er een blik op. "Ik maak je wel wakker als mijn wacht klaar is, oké." zegt hij dan en hij kijkt me glimlachend aan, ik glimlach terug en knik naar hem, vervolgens loopt hij terug naar het vuur en gaat weer zitten, "Je moet zelf ook niet oververmoeid raken hoor" fluister ik zachtjes half in mezelf.
    Ik ril even en draai mezelf om zodat ik met mijn rug tegen de stam aan kan zitten, ik pak mijn tas en haal daar mijn ei uit voor ik mijn tas weer op hang.
    Ik aai het aai een paar keer en draai het een paar keer rond zodat ik het goed kan bekijken. Vervolgens prop ik het in mijn trui zodat het tegen mijn huid aan ligt, ik ril even om het gevoel, eerst voelt het gewoon koud als een steen maar al snel werd het warmer, mijn warmte absorberend. Ik schrik op als ik mijn naam hoor,
    "Nathaniël en ik zullen de volgende wacht wel houden." zegt Lancelyn en ik zoek waar hij zit, ik knik even in mezelf en laat een hoog toonnig vogel achtig geluid horen zonder dat ik het echt zelf door heb. ik had een hekel aan in me eentje de wacht houden dus ik was blij dat Lancelyn dan mee wou de wacht houden, als ik alleen zat zou ik alleen maar iedereen wakker maken voor elk figuurtje wat er een beetje menselijk uit zag.


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Dyon

    Als ik terug naar het 'kamp' loop, is het vuur nog steeds aan, het is zelfs groter geworden, en Dalia zit erbij. Ze zit rustig haar pijlen te maken en kijkt op als ik eraan kom. Haar blik glijd bijna meteen naar beneden, waarna ze weer naar boven kijkt. "Is het soms koud?" vraagt ze onschuldig, maar haar wenkbrauwen trekt ze erbij op. Ik grijns. "Dat je nog weet waar mijn ogen zitten," grinnik ik plagerig. "Ik wist trouwens niet dat je zoveel aandacht aan mijn jongeheer besteedde dat je weet hoe hij er normaal uitziet. En ja, het is koud, vooral het water in de rivier. Geen goed idee om er nu in te duiken." Ik ril, niet expres, en kom dichterbij het vuur.
          Ik wil niet zitten, want dan wordt ik gelijk weer vies, maar blijven staan is ook vervelend. Daardoor zak ik door mijn knieën en blijf ik in een gehurkte houding voor het vuur zitten, zodat mijn lichaam weer opwarmt en ik ondertussen droog. Ik ben blij als ik het linnen hemd weer aan kan trekken, dat lange mouwen heeft en tot over mijn kont valt. Zo heb ik het tenminste niet meer zo koud. Omdat ik nog niet helemaal droog ben, plakt het op sommige plekken tegen mijn lichaam, maar ook omdat er nog water uit mijn haar over mijn lichaam loopt.
          Vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar Dalia. Ik ken haar al jaren, maar ze is zó veranderd. Vroeger zag ik haar als mijn kleine zusje, maar nu ik haar na al die jaren weer terug zie, is ze een mooie, jonge vrouw geworden. Maar ik heb ook respect voor haar, waardoor ik haar anders behandel als de meeste vrouwen in mijn leven. Schaamteloos flirten is er dan ook niet bij, hoewel ik soms wel insinuaties maak en zij dat ook lijkt te doen, zoals daarnet met die opmerking.
          "Hoe gaat het met je pijlen?" vraag ik aan haar. Mijn wapenuitrusting ligt onder mijn resterende kleding, maar eigenlijk kan ik ook wel wat meer pijlen gebruiken voor mijn kruisboog. Toch ben ik veel te lui om daar nu aan te beginnen.


    Your make-up is terrible

    Even leven erin gooien!

    [ik reageer morgen wss zelf]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Dalia



    Dyon grijnst om mijn opmerking. 'Dat je nog weet waar mijn ogen zitten,' plaagt hij. 'Ik wist trouwens niet dat je zoveel aandacht aan mijn jongeheer besteedde dat je weet hoe hij er normaal uitziet. En ja, het is koud, vooral het water in de rivier. Geen goed idee om er nu in te duiken.' Er loopt een zichtbare rilling over zijn lichaam, waarna hij neerhurkt bij het vuur. 'Je loopt zo vaak naakt rond, dat iedereen hier wel weet hoe je jongeheer eruitziet,' grinnik ik. 'Ik zou het zelfs zonder voorbeeld kunnen tekenen, zo vaak doe je het,' doe ik er nog een schepje boven op.
          Ik ga verder met de takjes te bewerken, terwijl ik af en toe een stiekeme blik werp op Dyon, die bij het vuur zit. Hij heeft het waarschijnlijk wel door, maar als hij zo rondloopt, dan vraagt hij er gewoon om.
          Na enige tijd trekt hij zijn hemd weer aan, maar daar blijft het dan ook bij. Op enkele plekken blijft zijn het kledingstuk aan zijn lichaam plakken. Ik rol kort met mijn ogen. Typisch iets voor mannen dat ze zich niet bedenken dat ze gewoon weer deels nat zullen worden als ze hun haar niet eerst laten drogen.
          'Hoe gaat het met je pijlen?' vraagt hij.
          'Beter dan met jouw pijl,' plaag ik grinnikend. 'Maar het gaat goed, ik heb me nog niet in mijn vingers gesneden.' Alsof de duivel het gehoord heeft, snijd ik me natuurlijk net na die woorden. Ik vloek zacht. 'Oké, schrap dat laatste maar,' mompel ik, terwijl ik naar het bloed dat opwelt uit de wond kijk. 'Ik moet binnenkort eigenlijk wel weer eens naar een dorpje, of tenminste een smid. Ik heb ijzer nodig voor de pijlen.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Dyon

    "Je loopt zo vaak naakt rond, dat iedereen hier wel weet hoe je jongeheer eruitziet," grinnikt ze. "Ik zou het zelfs zonder voorbeeld kunnen tekenen, zo vaak doe je het," gaat ze verder.
          "Zo vaak kijk jij ernaar," verbeter ik haar plagerig.
          "Beter dan met jouw pijl," plaagt ze mij dit keer als ik vraag hoe het met haar pijlen gaat, waar ze op het moment mee bezig is. "Maar het gaat goed, ik heb me nog niet in mijn vingers gesneden," antwoord ze, maar plots begint ze te vloeken. "Oké, schrap dat laatste maar. Ik moet binnenkort eigenlijk wel weer eens naar een dorpje, of tenminste een smid. Ik heb ijzer nodig voor de pijlen."
          Ze herinnert me eraan dat ik ook nodig aan pijlen moet werken, maar dat ik er absoluut geen zin in heb. Dat niet alleen, ook dat we weer middelen moeten gaan inslaan, middelen die we opmaken aan niks, we zijn naar mijn gevoel toch nog geen stap verder gekomen. In plaats van me om pijlen of de draken te bekommeren, besluit ik me om haar te bekommeren.
          "Bind je vinger wel goed af, voordat het infecteert," bemoeder ik haar bijna. Als het minder koud was, zou ik naar haar toe gelopen zijn, maar nu blijf ik bij het vuur zitten om op te warmen tot ik me weer kan aankleden. "Morgen overleggen we wel met de anderen wat we gaan doen. Volgens mij zijn we hun sporen ondertussen toch kwijt."
          Uiteindelijk sta ik dan toch op, mijn benen worden stijf van het hurken ik ben wel genoeg opgedroogd, vind ik. "Wil je nog kijken? Je laatste kans," grinnik ik als ik mijn ondergoed van de grond pak en mezelf weer aan begin te kleden. Mijn linnen hemd stop ik in mijn broek en ik schuif de mouwen iets omhoog nadat ik mijn hesje erover aan heb getrokken. Ik laat hem echter wel loshangen. Als ik mezelf aangekleed heb, neem ik toch maar de moeite om naar Dalia toe te lopen en naast haar neer te ploffen. Ik pak een pijl van haar op en bekijk hem.
          "Je wordt er wel steeds beter in. Wil je die van mij ook doen, natuurlijk krijg je er iets voor terug," grijns ik stoutmoedig. "In natura betalen is geen probleem voor mij!"


    Your make-up is terrible

    Colmán



    "Je moet zelf ook niet oververmoeid raken hoor," zei Nathaniel. Ik knikte even. Ik keek wel uit. De wacht zou twee uurtjes duren, daarna was de volgende ronde. We liepen zo'n zes tot acht uur per nacht, dus het kwam wel goed. Ik keek nog even achter mij naar de jongen.
    "Nathaniël en ik zullen de volgende wacht wel houden." sprak Lancelyn uit en ik knikte naar hem. Ik was het er wel mee eens. Er werd op mijn schouder getikt, waardoor ik me omdraaide. Grace stond achter mij en ik glimlachte lichtjes. "Als je wilt kan ik je gezelschap komen houden," zei Grace voorzichtig. Ik knikte naar haar.
    "Kom lekker zitten," zei ik en klopte op de grond naast mij. Ik keek naar het ei en aaide er weer overheen. Hou zoveel mogelijk contact met je ei, zo wordt jullie band nog sterker. De woorden van de grootmeester zweefde door mijn hoofd. De man was wijs, vroeger ook een van de uitverkorenen geweest, maar hij heeft zijn draak niet kunnen redden. Een korte zucht verliet mijn mond en ik keek naar Grace. "Denk je dat we het zullen halen?" vroeg ik toen zachtjes zodat andere het niet zouden horen.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.



    Grace

    Colmán knikte en klopte op de grond naast hem. "Kom lekker zitten," Ik zuchtte lichtjes van opluchting, en ging dan in kleermakerszit naast hem zitten. Mijn gezicht was naar het vuurtje dat ik tot gang had gebracht gericht en mijn ogen waren gesloten. Genietend van de warme vlagen die over me heen spoelden. Langzaam opende ik ze opnieuw en keek ik vanuit mijn ooghoeken naar Colmán die zijn ei aan het strelen was. Mijn blik gleed langzaam van zijn ei naar hetmijne die ik op mijn slaapzak had gelegd, op twee meter van het vuur. De drang om erheen te lopen en het weer op te pakken was groot maar ik probeerde me te beheersen. Ik wou niet afstandelijk zijn of er minder aandachtig geven maar ik moest mezelf trainen om er niet constant aan te denken. Stel nu dat er een plotselinge aanval zou plaatsvinden en dat ik totaal niet voorbereid zou zijn omdat ik het ei aan het verwennen was. Ik zou de blik van mijn teleurgestelde meester zo voor ogen kunnen halen.Neen, ik mocht het ei niet in gevaar stellen omdat ik er zo gehecht aan was. Een zucht van Colmán onderbrak mijn gedachtengang."Denk je dat we het zullen halen?" vroeg hij zachtjes opdat de anderen het niet zouden horen. Ik draaide me naar hem toe en dacht eventjes na alvorens te antwoorden. 'Ja,' zei ik daarna zonder aarzeling. 'Maar niet allemaal.' Ik boog mijn hoofd eventjes en keek toen weer op. 'Dragonhaters stapelen zich op en sommigen bevinden zich niet zo ver meer. Ik krijg het gevoel dat we binnenkort gaan moeten bewijzen wat we waard zijn.' Ik zweeg even.Mijn blik gleed van Colmán's gezicht terug naar z'n ei waarna ik lichtjes grijnsde. 'Nog niet uit het ei en nu toch al zo verwend.'


    Jump, and you will find out how to unfold your wings as you fall

    Dalia

          'Bind je vinger wel goed af, voordat het infecteert,' zegt Dyon. Ik rol met mijn ogen. Hij bedoelt het goed, maar soms is hij nog zo irritant bezorgd als vroeger. Het is maar een snee. 'Ja ja, het komt wel goed. Eerst deze dingen afmaken,' mompel ik. Tegen de tijd dat ik klaar ben, ben ik het waarschijnlijk toch al wel weer vergeten. Hij ook hopelijk.
          'Morgen overleggen we wel met de anderen wat we gaan doen. Volgens mij zijn we hun sporen ondertussen toch kwijt.' Ik knik instemmend. Soms heb ik het idee dat we de uitverkorenen met hun drakeneieren nooit gaan vinden. Als we ze ooit vinden, hoop ik echter wel dat dat is voordat de eieren uitkomen. Ik weet niet of ik ze wel wil tegen komen wanneer ze al uitgekomen zijn...
          Na enige tijd zie ik dat Dyon opstaat. 'Wil je nog kijken? Je laatste kans,' grinnikt hij. 'Nah,' antwoord ik. 'Zo bijzonder is het nou ook niet. Zeker niet met deze temperatuur,' pest ik hem, terwijl ik mijn aandacht weer op de takjes richt.
          Enkele seconden later gaat Dyon naast me zitten. Ik kijk kort op, waardoor ik zie dat hij volledig aangekleed is. Zijn hemd en hesje hangen echter nog wel open. Vluchtig schiet mijn blik over zijn gespierde borstkas.
          'Je wordt er wel steeds beter in. Wil je die van mij ook doen, natuurlijk krijg je er iets voor terug,' grijnst hij brutaal. 'In natura betalen is geen probleem voor mij!' Mijn lichaam verstijft even volledig. Nu zegt hij dat wel zo makkelijk, maar wanneer het er op aan zou komen en we beiden ontkleedt zouden zijn, zou hij waarschijnlijk zo wegvluchten, wat elke man waarschijnlijk zou doen...
          Zachtjes schraap ik mijn keel, hopend dat Dyon er niks van gemerkt heeft. 'Je wordt wel steeds luier hoor,' merk ik op, waarbij ik mijn tong naar hem uitsteek. 'Maar goed, ik wil het wel voor je doen. Ik hoef er niks voor, zolang je zelf maar voor het materiaal zorgt.' Dan bedenk ik me iets, waardoor ik er nog snel iets aan toevoeg. 'Ik houd trouwens vanavond wel de wacht. Ik heb toch geen behoefte aan slaap,' mompel ik.

    [ bericht aangepast op 8 dec 2014 - 22:11 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    MAELYS

    Hoewel dit de groep is waarmee ik reis tot we op onze bestemming zijn, betekent het niet dat ik een hechte relatie met deze personen heb. Vanaf het begin van deze tocht heb ik nog geen echt gesprek met iemand gehad, want behalve een geplaatste opmerking hier en daar heb ik er geen moeite voor gedaan. Mijn aandacht gaat namelijk vooral uit naar het drakenei, welke ik aan het begin al warm verborgen heb, en hoe ik deze het beste kan beschermen. Hierdoor gaat mijn volledige oplettendheid tevens uit naar de omgeving waar we ons momenteel in bevinden, zeker als we stoppen om te rusten voor de nacht. Zelfs al ben ik een waarlijk voorstander voor het gegeven dat we beter door kunnen lopen met dit o – zo gezellige uitstapje. Op sommige punten kan ik wel uit mijn dak gaan door sommige mensen die zo nodig commentaar moeten geven en zeker wanneer het een achterlijke uitspraak is. Ik heb er al wat gehoord vanavond, maar besluit voor deze keer de “engel” te spelen door mijn mond eens te houden – eerder doordat ik beter kan uitrusten en alvast eten bijeen rapen voor de ochtend dan daadwerkelijk het lief – spelen. Mijn plan voer ik dan ook uit, al is het maar om even de groep te verlaten, want zo onderhand word ik er een beetje gestoord van alles samen uit te voeren, waarna ik al snel tussen de bomen door dwaal op zoek naar iets te eten.
    Ongeveer anderhalf– tot twee uur later zoek ik de weg naar het kamp terug met een klein dier, wat iets weg heeft van een haas, en een klein zakje met eetbare bessen. We zullen het dier nog wel moeten villen, schoonmaken als zowel boven het vuur hangen, maar dat mag ook weleens iemand anders doen. Anderzijds voelt het niet erg goed om toe te kijken hoe een persoon het vlees dat ik gedood heb misschien wel verkloot, dus kan ik het net zo goed zelf doen. Het vuur en de opstel mag iemand anders wel maken, want als ik toch iets samen wil doen met de groep dan mogen ze wel helpen. Laat ik het voedsel eerst maar in de boom hangen voordat één of ander beest er met mijn buit vandoor gaat, verdomde dieren. Vlakbij het kamp blijf ik echter even stilstaan, omdat ik een gesprek van Colmán en Grace overhoor.
          'Ja, maar niet allemaal.' Ik heb geen flauw idee wat die gozer had gevraagd eerder, maar misschien dat ik nu wel een idee ervan kon krijgen. Grace boog haar hoofd even en keek toen weer op, waarbij ik al een blik naar het ei in mijn tas geef; warm opgeborgen in verschillende kleuren lappen. Het maakt me geen mallemoer uit wat de anderen zeggen, de enige manier om het ei te beschermen, was om deze dichtbij je te houden ten alle tijden. Wanneer er een plotse aanval zou vinden en je had het drakenei niet bij je, dan zou iedereen het van je af kunnen pakken en ermee doen wat degene wilde. Ik liet mijn kille expressie over het drakenei glijden: het had allerlei kleuren die zich met elkaar vermengden, vooral blauwgroene tinten, en bovenop zaten meerdere stekels.
          'Dragonhaters stapelen zich op en sommigen bevinden zich niet zo ver meer. Ik krijg het gevoel dat we binnenkort moeten bewijzen wat we waard zijn.' Mijn aandacht is weer gericht op de spreker die deze woorden over haar lippen durft te laten rollen, en ik rol mijn ogen. 'Nog niet uit het ei en nu toch al zo verwend.' Ik stap verder met dezelfde kille expressie die ik voorheen had en lik over mijn lippen, terwijl ik de twee negeer.
          'We moesten ons al bewijzen aan het begin van deze reis, Grace – Hell, al vanaf het moment dat het uitgekomen is dat we uitverkorenen waren. Het is geen test meer, dus denk niet als een klein meisje en houdt je drakenei bij je,' bits ik richting haar, terwijl ik naar het ei gebaar die er alleen bij ligt. 'Ik verberg het voedsel voor morgen en ga pitten, ajuus.' Ik grijp het dichtstbijzijnde stuk touw dat ik te pakken krijg en begin aan de taak die ik zojuist gezegd had, hoewel het eerder een snauw leek. Het duurt niet lang of ik lig op mijn plek en sluit mijn ogen – wel lichtjes, zodat ik de omgeving nog redelijk in de gaten kan houden –, wachtend op de ochtend, die er al snel aan schijnt te komen.

    [ bericht aangepast op 23 dec 2014 - 19:49 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Colmán



    Grace draaide zich naar mij toe en dacht even na.
    "Ja, maar niet allemaal." Een steek ging door mijn lichaam. Ik wist dat ze gelijk had, maar ik kon niemand echt loslaten of dergelijke. We zijn één groep geworden, maar misschien was het ook beter dat we niet te gehecht aan elkaar gingen worden. Misschien moesten we in kleinere groepen gaan trekken?
    "Dragonhaters stapelen zich op en sommigen bevinden zich niet zo ver meer. Ik krijg het gevoel dat we binnenkort gaan moeten bewijzen wat we waard zijn." Ik keek Grace even aan. Dat moesten we al, maar ik sprak het niet uit. "Nog niet uit het ei en nu toch al zo verwend," zei Grace grijnzend. Ik haalde mijn schouders wat op. Ik wil dat het ei veilig is en dat het bij mij in de buurt is. Het liefst hou ik het ei altijd bij me en laat ik het nooit los, alleen is het soms wel nodig. Ik wilde wat zeggen, maar voor ik mijn mond open kon doen kwam Maelys tussen het gesprek.
    "We moesten ons al bewijzen aan het begin van deze reis, Grace – Hell, al vanaf het moment dat het uitgekomen is dat we uitverkorenen waren. Het is geen test meer, dus denk niet als een klein meisje en houdt je drakenei bij je," zegt Maelys en ik knikte even. Ik had het niet beter kunnen verwoorden, wel iets vriendelijker, maar Maelys heeft gelijk. "Ik verberg het voedsel voor morgen en ga pitten, ajuus."
    "Slaap wel," zei ik tegen Maelys en liet een klein glimlachje zien, al dacht ik niet dat ze het had gezien. Ik keek even naar Grace. "Ze heeft een punt. We zijn al vanaf ons geboorte gekenmerkt en moeten ons ons hele leven bewijzen." Ik trok mijn kol iets omlaag en liet de wijnvlek zien. "Tot de dood." Ik keek Grace aan en had nog altijd mijn even kalme uitstraling als dat ik altijd had.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.



    Grace

    Colmán haalde zijn schouders en ik verstrakte lichtjes. Het was als grapje bedoeld geweest, natuurlijk mocht je je ei verwennen, anders zouden de draakjes die eruit komen wild en ontembaar worden. Ik keek naar de grond. Oké, grappenmaker, geschrapt. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Maelys op ons afkomen. En vanuit de blik die ik op haar gezicht zag wist ik dat het weinig goeds voorspelde."We moesten ons al bewijzen aan het begin van deze reis, Grace --Hell, al vanaf het moment dat het uitgekomen is dat we uitverkorenen waren. Het is geen test meer, dus denk niet als een klein meisje en houdt je drakenei bij je," Ik liet de beledigende woordenstroom over me glijden zonder iets terug te zeggen. Ik wist dat dat alleen maar voor meer olie op het vuur ging zorgen. Ja natuurlijk wist ik wel dat we ieder op z'n beurt hadden getoond wat we in ons hebben, dat we ons allemaal al door moeilijke tijden hadden geworsteld, dat we allemaal onze eigen duit in het zakje hadden gestopt. Maar dat was niet wat ik bedoeld had. Ik had het over het loerende gevaar dat ons altijd maar dichter op de hielen kwam te zitten. Het ultieme gevecht. Wij en onze draken tegen de Dragonhaters. Dat was waar ik bang voor was en wat ik bedoeld had. Dat was de reden waarom ik het gevoel had dat we het niet allemaal gingen halen. Niet omdat we te hecht aan mekaar waren geraakt maar omdat er soieso vrienden gingen vallen, verwanten, wij, de uitverkorene.En dat ging verschrikkelijk veel pijn doen. Maar blijkbaar had ik dat weer eens slecht verwoord. "Ik verberg het voedsel voor morgen en ga pitten, ajuus." zei Maelys nog voordat ze zich 180° draaide en ervandoor ging. "Slaap wel" hoorde ik Colmán naast me zeggen. Toen draaide hij zich weer naar mij toe. "Ze heeft een punt. We zijn al vanaf ons geboorte gekenmerkt en moeten ons ons hele leven bewijzen." Ik zuchtte even en bleef naar de grond kijken. Niet hij ook al, dacht ik bij mezelf. Ik zag zijn hand richting zijn kol gaan om die naar beneden te trekken. Zijn wijnvlek was nu goed te zien. "Tot de dood." eindigde hij. Ik knikte, ik wist wat hij bedoelde en was het daar ook volledig mee eens. Hij hield zich kalm en leverde die kalmte op de een of andere manier ook op mij over. Het hielp mij om een beslissing te nemen. Langzaam stond ik op, klopte het vuil van m'n kleren en draaide me naar Colmán toe. Ik had het niet mogen doen, deze wacht, dit gesprek. Ik had moeten weten dat mijn verschrikkelijke Sociale vaardigheden mij weer eens in de problemen zouden brengen. 'Euhm.. Niet slecht bedoeld maar ... ik denk dat het beter zou zijn voor ons beiden als ik me van deze wacht terugtrek. Ik haal hem later wel in.' zei ik in de hoop dat hij het begreep. Ik draaide me om en liep naar mijn slaapzak, gleed er vlug in, hield mijn ei in mijn armen, streelde het voor een tijdje en viel zo, met het ei in mijn armen in een lichte slaap.


    Jump, and you will find out how to unfold your wings as you fall

    Dyon

    "Ja ja, het komt wel goed. Eerst deze dingen afmaken," wimpelt ze me af, waarop ik maar niet reageer. Ik kan niet altijd haar broer blijven spelen, aangezien ik dat toch niet ben. Op mijn idee knikt ze enkel.
          Ik vraag haar ze nog wilt kijken als ik me aan ga kleden. "Nah," antwoordt ze. "Zo bijzonder is het nou ook niet. Zeker niet met deze temperatuur," pest ze me, waardoor ik mijn tong naar haar uitsteek, me aankleed en naast haar ga zitten.
          Op mijn opmerking schraapt ze haar keel. "Je wordt wel steeds luier hoor," merkt ze op en nu steekt zij haar tong naar mij uit en ik moet lachen. "Maar goed, ik wil het wel voor je doen. Ik hoef er niks voor, zolang je zelf maar voor het materiaal zorgt. Ik houd trouwens vanavond wel de wacht. Ik heb toch geen behoefte aan slaap."
          "Nou, als jij dat graag wilt! Materiaal is niet zo heel moeilijk te vinden, op het ijzer na. Dan krijg je van mij wel een paar punten voor je eigen pijlen cadeau!" besluit ik. Om haar volgende opmerking maak ik me toch wel een beetje zorgen. "Goed, maar maak me wel wakker als het mijn beurt is. Anders hou je ons morgen maar op als je moe bent..."
          Natuurlijk meen ik het niet zo, maar ik ga mijn zorgen niet uitdrukken op een andere manier, want dat helpt toch niet bij haar. Deze manier heeft tenminste nog kans van slagen. Nu ze het over slaap heeft, besef ik toch wel dat ik moe ben geworden van de dag. Voor mij tijd om te slapen, waardoor ik mijn slaapplek gereed begin te maken bij het vuur. Het is niet zoveel, gewoon een lap stop op de grond en eentje die ik als deken gebruik.
          "Slaap lekker, Dalia," mompel ik als ik me naast het vuur genesteld heb.


    Your make-up is terrible

    MAELYS

          'Verduiveld,' schold ik met een gedempte stem toen hetgeen wat ik probeerde te maken niet wilde lukken. Het was het eerste wat het ochtendgloren doorbrak: een rauwe toon waaraan duidelijk te bemerken is dat de persoon in kwestie in geen goed humeur verkeerde. Desalniettemin was ik dat vrij weinig, dus de gezelschap van figuren waarbij ik me verkeerde, waren daar wel aan gewend. Tenminste, als het goed was en anders hadden ze pech, ik ben immers geen persoon die mezelf zomaar zal veranderen voor iemand. We mochten dan wel stuk voor stuk uitverkorenen zijn, het staat me niet aan dat we allemaal maar vrienden moeten worden. De enige reden waarom ik hier sowieso mee ingestemd heb, is de liefde voor draken en het sterker worden —zowel fysiek als mentaal. Ik kan niet wachten tot het ei breekt en het draakje eruit zal komen, alleen al de gedachte eraan laat mijn huid tintelen. Mijn aandacht is echter al snel terug gegleden richting het opstel dat ik boven het vuur wil zetten, maar het ziet er niet goed uit; het hele ding is namelijk alweer in elkaar gedonderd.
          'Als iemand me zou willen helpen, graag — ik heb honger en we moeten weer snel verder.' Als het aan mij lag, kreeg geen enkel persoon rust tot we op onze bestemming aan zouden komen. Mijn koude, blauwe kijkers schitteren sinister wanneer ik over elk gestalte mijn blik laat gaan, zoekend voor hulp. 'Het konijn, of wat het dan ook is,' Niet veel meer nu, denk ik grijnzend, als ik me bedenk dat alle ingewanden eruit zijn gehaald en het gevild is. 'is schoongemaakt, dus alleen dit ding moet nog gemaakt worden.' Mijn gelaatsexpressie krijgt opnieuw een boze blik als ik er enkel aan denk. Ik liet mijn ogen afdwalen naar het dode beest, wat aan aan touwtje hing samen met een zakje bessen die ik gisteravond gevonden had.


    Quiet the mind, and the soul will speak.



    Lancelyn


    De nacht was erg traag voorbijgegaan en ik had amper mijn ogen dichtgedaan, ook de tweede wacht die ik Nathaniel hielden was erg rustig verlopen. Mijn bruine kijkers hadden de zon zien opkomen wat dus betekende dat het tijd was om op te staan voor de anderen. Het drakenei die de hele nacht op mijn schoot gelegen heeft stak ik in mijn leren schoudertas en duffelde ik warm in schapenwol. Dan stond ik nu ook op van de boom en strekte me even uit waarna ik wat hoorde vallen en achterom keek. Maelys was bezig met het vuur die net in elkaar was gezakt. 'Als iemand me zou willen helpen, graag — ik heb honger en we moeten weer snel verder.' zei ze wat kattig waardoor een zachte zucht mijn lippen verliet en ik deed de tas om, om daarna naar haar toe te gaan . 'Het konijn, of wat het dan ook is,is schoongemaakt, dus alleen dit ding moet nog gemaakt worden.' vervolgde ze en ik knikte even. "Goed ik help wel, we moeten toch voortmaken." mompelde ik waarna ik me neer knielde bij het vuurtje en de constructie van stenen, twijgjes en takjes in elkaar knutselde. Het resultaat was goed gelukt en was klaar om te braden. Ik nam nog een lange stevige tak en haf deze aan Maelys. "Hier, voor het konijn aan vast te hangen of op te spiesen, wat je liever wilt. Zo kunnen we het braden." zei ik waarna ik de vuurstenen van gisteren bij elkaar zocht. "Dan zal ik het vuur wel maken." zei ik met een waterig glimlachje als ik naar haar kijk. We leven nu al zo'n 2 maand met de groep samen, maar toch voel je wel dat de 'relaties' tussen iedereen nog aangesterkt moet worden. "Hoeveel water heeft iedereen nog?" vroeg ik dan hopend op een antwoord van iemand. De laatste keer dat ik wat van mijn waterzak gedronken had zat er weinig in. HEt was te hopen dat we onderweg een waterbron vonden en een goede jaagplek zou ook super zijn. Helaas is de realiteit niet zo vrijgevig. Ik klopte de vuurstenen tegen elkaar terwijl ik het vuur probeerde aan te krijgen. Het vuur maken was altijd wel één van mijn mindere kanten. Het focussen op de vlam , de kracht die je moet uitoefenen en het feit dat je niet op je vinger mocht slaan was best frustrerend. Maar na al die jaren lukte het me wel, enkel een beetje geduld. Na zo'n vijf minuten kreeg ik het vuur aan en stond ik op om vervolgens tegen een boom aan te zitten en even over het drakenei de aaien. Ik hoopte maar dat hij gauw zou uitkomen, dat hij wat sterker word zodat het later een sterke wijze draak zou worden.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    MAELYS

    Na mijn korte, maar erg krachtige mag ik wel zeggen, tirade kwam er een jongeman tevoorschijn. In een oogwenk had ik door dat het Lancelyn was; de mooiboy van de groep. Hoewel ik hem zo nu en dan eerder een Lyn vond dan een Lance, ik was echter al opgelucht dat er iemand überhaupt acht sloeg op mijn geërgerde houding. Nu was er niet veel verandert met mijn huidige gedrag, maar het was wel duidelijk dat het stomme vuur me hinderde.
          'Goed, ik help wel, we moeten toch voortmaken,' prevelde hij, waar ik mijn ogen naar de hemel sloeg met als in gedachten dat er iemand verstand had gekregen. Ze zeggen dat vele handen licht werk maken, dus houd ik me net in om niet iedereen al wakker te maken door het spreekwoord te testen. Ik stond op en propte uit frustratie wat bessen in mijn mond om hier vervolgens op te kauwen: Het zat me dwars dat er iemand anders van te pas moest komen om de dingen te regelen die ik in eerste instantie wilde uitvoeren. Uiteindelijk kreeg ik zowat een stevige tak in mijn handen gedrukt, die ik zwijgzaam aannam - met moeite, dat wel.
          'Hier, voor het konijn aan vast te hangen of op te spiesen, wat je liever wilt. Zo kunnen we het braden,' instrueerde hij me, alsof ik geen weet had van hoe de zaken in de natuur opgelost hoorde te worden. Het gebiedende was toch nét iets teveel voor me, dus terwijl hij de vuurstenen bijeen zocht en vermeldde dat hij het vuur zal maken, gromde ik: 'Alsof ik dat niet doorheb, het is niet echt hogere wiskunde hé.' Met een diepe zucht draaide ik me om en spietste het stomme konijn aan de tak die hij me zojuist aangegeven had, waarna ik het erboven hing zonder enige aandacht aan Lancelyn te geven. Het gaf me stiekem wel enigszins voldoening dat hij van z'n luie donder kwam om mij te helpen, dat deden de anderen althans niet, maar dat zal ik niet aan hem kenbaar maken.
          'Hoeveel water heeft iedereen nog?' stelde hij plots aan iedereen, waar ik in eerste instantie niet op probeerde te letten. Vervolgens duurde de stilte wel te lang naar mijn smaak, dus stampte ik richting mijn spullen - die ik al bij elkaar had geraapt - en doorzocht het totdat ik mijn antwoord had.
          'Net genoeg voor een ochtend,' vertelde ik hem met een redelijk normale stem, al klemde ik mijn kaken wel wat op elkaar doordat ik me ergerde aan de anderen. Na luttele seconden het hebben aangekeken, tegelijkertijd dat de jongen bezig was met het vuur - ik probeerde me in te houden om het niet zelf te doen - trok ik mijn mond open. 'Vervloekt nog aan toe,' snauwde ik, waarbij ik richting de eerste beste persoon liep - Nathaniel - en deze probeerde te wekken door hem een zet te geven. 'Hey! Het is geen tijd om te liggen meuren nu, dat doe je op een ander tijdstip maar weer.' Nu was de volgende aan de beurt, Grace, en dit deed ik tot ik elk persoon had gehad. 'Zijn jullie soms vergeten dat die idioten ons op de hielen zitten!' Met een harde kracht klemde ik mijn lippen strak opeen, omdat ik wist dat ik anders door zou kunnen draven en dat was het dit simpelweg niet waard. Hierdoor haalde ik mijn slanke vingers door mijn lange, blonde haren en richtte mijn aandacht opnieuw op het vuur - die ondertussen aan was gegaan. In mijn ooghoeken zag ik hoe Lancelyn zijn drakenei zorgzaam aandacht gaf, waardoor ik kort naar die van mij staarde - welke veilig tussen lappen lag in mijn tas die ik om mijn schouder had gedrapeerd. Met een redelijk dominerende blik streek ik er zacht overheen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.