• Wanneer er 21 November 2016 een meteoor de dampkring door komt eindigt deze op de grond. Maar wat zo lijkt blijkt helemaal niet zo te zijn; Het is géén meteoor.
    De grote, groenblauwe, bol blijft hangen boven een grasveld, nabij Nashville, Amerika. De bol komt tot explosie, maar niets vergaat er. Alles dat er over blijft is een groep mensen. Allemaal van andere tijden en culturen. Wát is hier aan de hand?
    Verschillende psychologen en onderzoekers proberen te ontdekken wat er aan de hand is. Want de mensen die uit de bol kwamen, hebben iets meegekregen; Een bepaalde kracht waar ze controle over moeten krijgen. Maar de kracht kan ook controle over hen krijgen.
    Zullen de psychologen en onderzoekers er op tijd achter komen wat er aan de hand is? Of zal de wereld een grote puinhoop worden?


    Lichtelijk gebaseerd op The 4400, je hoeft deze serie niet te kennen om mee te doen!
    In de pilot-aflevering worden 4400 mensen door een vreemde lichtbol, die in eerste instantie voor een komeet wordt aangezien, gedeponeerd op Highland Beach, in de Cascade Range, nabij Mount Rainier, Washington. Alle 4400 mensen zijn in de loop der jaren, vanaf 1946, in een straal wit licht verdwenen. Na hun terugkeer blijkt dat geen van hen ook maar één dag ouder is geworden. Ze zijn gedesoriënteerd en hebben geen idee wat er met hen en met de wereld gebeurd is sinds hun verdwijning. Het blijkt later in de serie dat sommige van de teruggekeerden over speciale gaven beschikken.


    Personages
    Mannen;
    Onderzoekers/Psychologen[max 4]
    - ** Quincy Eric Declan, 32 Onderzoeker - Eternamente
    - ** Waine Aiden Foster, 33 Onderzoeker - Dorchadais
    -
    -
    Speciale mensen [max 4]
    - ** James Adam Parcks, 22 ||2003|| Helen - Dorchadais
    - **Riddick James Jumper, 25 ||1943|| Onsterfelijk - Ninuturu
    - ** Sumar Rick Foster, 9 ||2011|| Slim - Ninuturu
    -

    Vrouwen;
    Onderzoekers/Psychologen [max 4]
    - Psycholoog - Number
    -
    -
    -
    Speciale mensen [max 4] VOL
    - ** Olivia “Liv” Rosemary Forrest, 21 ||1928|| Telekinese - Luminis
    - ** Marie Jane Elizabeth de Norman d'Audenhove, 17 ||1925|| Toekomst - LittleNinja
    - ** Mai Geneva Mackenzie, 20 [10||1979||[/10] Slim - ]Eternamente
    - ** Amelia Burrows, 23 ||1950|| Helen - Smoak

    Meedoen kan altijd. Ga hiervoor naar het rollentopic en reserveer een plek!
    Praattopic 1
    RPG story

    Regels

    - Ik wil de mannen en vrouwen gelijk houden! Als er te veel vrouwen zijn zet ik er even een stop op tot de mannen weer bij zijn
    - Leeftijden verschillend graag! Niet allemaal onder de achttien! Graag ook een paar personen in de 20 en 30!
    - Ik wil het liefst wat ervaren rpg’ers, en mensen die gemotiveerd zijn
    - Maximaal 2 personages per Q
    - Géén perfecte personages. Iedereen heeft zijn minpunten wel
    - Geen ééndagsvliegen die na een paar reacties of topics al stoppen
    - Er is een minimum aantal regels en dat is 9. Ik wil dat je, je eraan houd. Halve zinnen tellen niet! Gebruikt omgeving, gedachten etc.
    - Naamsverandering doorgeven
    - Alleen meedoen wanneer je het zeker weet
    - Bestuur alleen je eigen personage. Omleggen van ander personages mag alleen met toestemming van de eigenaar
    - OOC tussen haakjes of in het praattopic
    -Alleen Vlahos opent nieuwe topics
    - 16+ is toegestaan, maar het gaat hier niet alleen maar om
    - Let op je Nederlands
    - Houd rekening met elkaar! Niet iet iedereen heeft elke dag de tijd om te reageren. Daarom wil ik dat het rpg géén sneltrein wordt!



    We beginnen als volgt;
    Onderzoekers hebben vernomen dat er een raar voorwerp op de aarde afkomt. Sommige van hen zijn naar de plek gegaan waar het voorwerp-waarvan ze denken dat het een meteoor is- terecht zou komen. Ze wachten daar in spanning af tot het moment daar is.
    Wanneer het voorwerp de grond raakt vrezen de meesten het ergste, maar er gebeurd niets. Behalve dan dat het voorwerp tot ontploffing komt en een stevige druk vrijlaat, maar het laat voor de rest alles heel. Wanneer het stof geleidelijk wegvaagt zien de onderzoekers en omstanders dat er mensen op de plek staan die duidelijk niet weten waar ze zijn en wat er gebeurd is.

    [ bericht aangepast op 7 nov 2013 - 19:16 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Mijn topics]


    Your make-up is terrible

    (mijn topics c: )


    Happy Birthday my Potter!

    [Nikki, deed jij mee of vindt je het gewoon leuk om mee te lezen? P: ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Ik lees het, ik hou stiekem het rollentopic ook al bij, hehe. Ik vind het een leuk idee.]


    Your make-up is terrible

    [TY ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    [Ik schrijf wel eerst even wat zodat jullie een beetje weten waar en hoe het begint ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (Mijn topics)


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Waine Aiden Foster

    Met gierende banden rijd ik over het asfalt heen. Dit zou een fantastisch onderzoek worden, als we het overleven natuurlijk. Dat was wel mijn grootste zorg, misschien was het voorwerp een reusachtige meteoor is,die de aarde met één klap zal vernietigen. Misschien zullen we ons deze dag nooit meer kunnen herinneren omdat we sterven. Maar als onderzoeker is het je doel om op de plekken, waar het beter is van niet, aanwezig te zijn en materiaal vastlegt voor verder onderzoek. Mocht dat mogelijk zijn
    Ik druk luid op de claxon wanneer er een aantal mensen naar de lucht staren. Het komt telkens maar dichter en dichterbij. Straks ben ik nog te laat! Wanneer de mensen opzij springen druk ik de gaspedaal helemaal in en ga al snel 160 kilometers per uur.
    "Kom op, kom op!" sis ik tussen mijn tanden door en rijd het bospad op. Uiteindelijk kan ik niet verder en stap ik uit de wagen, pak mijn camera en noteblock en snel richting de plek waar het zo zal gebeuren. Over exact twee minuten zal het de dampkring door komen.
    Ik wurm mij tussen de mensen door en vloek een aantal keer omdat vele niet meegeven. Daarom duw ik deze mensen wat forser aan de kant waardoor bijna mijn camera valt. Gelukkig wordt deze opgevangen door een wat oudere vrouw. Dankbaar pak ik mijn camera over en vervolg mijn weg tussen de menigte door. Vreselijk hoe mensen de weg zo kunnen versperren.
    Eindelijk ben ik door de mensen heen en sta ik vooraan, bij de bomen en kijk ik richting de lucht. Vervolgens kijk ik op mijn horloge en bijt kort op mijn onderlip. Ik start mijn camera op en begin foto's te schieten. Het is nu of nooit. Ik hoor achter mij een aantal mensen gefascineerd maar ook angstig praten. Begrijpelijk. Maar om eerlijk te zijn snap ik dan niet waarom de mensen, die bang zijn, hierheen zijn gekomen. Blijf dan thuis en wacht daar op je lot.
    Met grote ogen kijk ik naar het voorwerp dat nu op het randje zit door de dampkring te komen. Mijn camera lijkt wel uit zichzelf foto's te maken, maar toch is het mijn onderbewuste die het doet.
    Ik kijk op mijn horloge en begin af te tellen, luid genoeg dat andere mensen het horen en zij vanzelf mee gaan doen. Nog tien seconde... Ik kijk omhoog en sluit mijn ogen kort.
    "Vijf... vier... drie... twee... één..." Stilte, doodse stilte. Het lijkt wel of de hele natuur zijn adem inhoud. Een luide dreun laat een aantal mensen schrikkende geluiden maken en ik kijk achterom. Ze zijn achteruit gegaan, en ik volg ze een klein stukje. Een bol, groot, ruim dertig meter rond, komt voor ons neergedaald. Ik schiet een paar foto's en mijn ademhaling gaat snel. We leven nog... Allemaal denk ik langzaam en ik kijk rond. Ineens word alles een fel witte gloed en breng ik mijn handen voor mijn zichtveld, zodat ik kan ziet wat er gebeurd in de richting waar het felle licht vandaan komt. Wanneer er een flinke luchtverplaatsing plaatsvind zet ik mijn linkervoet een flink stuk naar achter om te blijven zijn. Een aantal mensen verliezen grip en vallen hierdoor om.
    Eindelijk neemt het felle licht af en moet ik een aantal keer knipperen. Dan, wanneer ik geheel alles kan zien, valt mijn mond haast open.
    "Onmogelijk..." mompel ik zacht, wanneer ik allemaal mensen zie staan op de plek waar de bol net neerkwam.

    [Met James wacht ik nog even tot meerdere gereageerd hebben, zo kan ik ook wat makkelijker een langere post kan maken met hem ^^ ]

    [ bericht aangepast op 1 nov 2013 - 20:28 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (Jeej! Ik post later)


    Eternamente, everlastingly, for all time

    Praattopic 1


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Quincy Eric Declan || Onderzoeker

    Ik rijd met grote snelheid achter mijn college Waine aan. Het voorwerp dat richting de aarde komt kan elk moment landen, maar het is er nog niet. We moeten wel opschieten, dat weet ik. Elke keer als ik eraan denk overspoelt een nerveus gevoel me, tegelijk met een opwindend gevoel dat ik erbij kan zijn. Maar het kunnen net zo goed de laatste seconden van mijn leven zijn en dat is wel angstwekkend. Er staan mensen in de weg, mijn college voor me toetert luid waardoor we weer snel door kunnen rijden en we ondertussen een topsnelheid deze avond behalen.
    We rijden een bospad op, waar hij stopt en uitstapt. Ik doe hetzelfde en begin mezelf onhandig achter hem aan door mensen heen te duwen. het gaat makkelijker omdat hij eerst mensen wegduwt waardoor ik daar ook gemakkelijker langskomt. Ik heb maar geluk dat hij voorop loopt, als ik voorop zou moeten zou het wel iets trager gaan. We komen uiteindelijk vooraan aan en richten onze blik op de lucht. Waine kijkt op zijn horloge en begint foto's te maken, terwijl ik de thermische camera pak en die op dezelfde plek richt. Hij begint af te tellen en ik kan de zenuwen door mijn lichaam voelen spoelen, samen met de adrenaline.
    Dan is er een doodse stilte, tot er een oorverdovende dreun klinkt. Een paar stappen achteruit, door de enorme bol die voor ons neerdaalt. Mijn mond zakt open en ik kijk vlug door de camera die hem volgt. "Honderdtwintig graden," mompel ik de temperatuur. Toch voel ik die hitte hier niet, hij lijkt ook niets uit te stralen tot er een witte gloed vanaf komt. Ik vouw mijn vrije arm voor mijn gezicht heen omdat het mijn zicht verblind. Ineens komt er een druk vanaf die me omver duwt. Verbaasd kom ik overeind als het licht af neemt. "Onmogelijk..." hoor ik Waine achter me mompelen. Er staan allemaal mensen op de blik waar de bol net was en op de thermische camera is helemaal niks meer te zien.
    "Dat is volgens mij wel de goede term," mompel ik. De mensen zien er vreemd uit, niet allemaal van deze tijd gekleed lijkt wel. Net alsof ze van een Halloween feestje afkomen. Voor zover ik kan tellen zijn het er zeven, vier vrouwen en drie mannen, of meisjes en jongens, zo oud zijn ze niet. Er staat zelfs een kind tussen. Ik werp voor de zekerheid nog een blik op de camera voordat ik besluit dat het veilig is en ik naar voren loop. "Had ik nou maar die geigerteller meegenomen." zucht ik, de straling hier opmeten zou ons nog erg veel duidelijk kunnen maken.

    Mai Geneva Mackenzie || Slim

    Ik ben me klaar aan het maken voor het concert van vanavond. Hiervoor trek ik een los zwart hemdje aan, mijn leren jack met studs en veiligheidsspelen met alle bandpatches die ik verzameld heb en een strakke zwarte broek met gaten erin. Daaronder gaan mijn nieuwe plateauzolen. Mijn ogen worden zijn omrand, mijn haar zit een beetje wild door elkaar. Vandaag heb ik het net roze erbij geverfd zodat het lekker fel is. Wat zelfgemaakte sieraden erbij en ik ben er helemaal klaar voor. Ik bekijk mezelf goedkeurend in de vuile spiegel tegenover me. Dit totdat ik iemand achter me de kamer in zie lopen.
    "Mai, ben je er klaar voor? De auto is eeeer!" zegt iemand enthousiast en ik draai me om met een glimlach op mijn gezicht. "Helemaal." antwoord ik kort. Ik loop enthousiast samen met het meisje met het zwarte haar de trap af naar beneden. Als we beneden komen staat er een busje klaar waaruit luide muziek komt. De mensen begroeten ons enthousiast en de deur word opengeschoven zodat we naar binnen kunnen en op weg gaan. Dit gebeurd erg vaak, dat we zo onderweg gaan naar concerten die soms wel 500 km verderop zijn. Onderweg gebruiken we drugs en genieten we van de luide muziek.
    Deze was niet zo heel ver, maar een kleine 100 km. We zijn er al snel en we mogen het grote terrein op als we onze kaartjes laten zien. Het concert is nog maar net begonnen als alles ineens verblind word door een fel licht. Ik raak in paniek en denk dat ik een overdosis drugs genomen moet hebben en dood aan het gaan ben. Ik knipper verdwaasd als de witte gloed ineens wegtrekt en ik nog altijd op mijn benen sta. Langzaam word alles duidelijk en herken ik de contouren. Ik ben niet meer op het concert, maar ergens anders. Ik zie bomen, het luide lawaai van de muziek is verstopt en ik kan mensen tegenover me zien die naar ons kijken. Dan merk ik ook de mensen op die bij mij staan, maar ik herken er geen van. Niemand ervan heb ik gezien op het concert. Waar ben ik?


    Eternamente, everlastingly, for all time

    Olivia “Liv” Rosemary Forrest, 21 || 1928 || Telekinese

    Voorzichtig knipperde ik met mijn ogen en keek om mij heen. Ik stond samen met een groepje mensen op een voor mij onbekende plek. Ze zagen er naar mijn mening allemaal maar vreemd uit, op één meisje na. Totaal niet modebewust en helemaal niet gekleed voor nieuwjaarsdag. Ik voelde mij er haast niet op mijn plek met mijn feestelijke kleding aan. Het was haast of ik helemaal niet meer in de buurt van het feestje was waar ik vandaan kwam, alsof ik in een hele andere wereld terecht was gekomen. Het beangstigde mij en hopeloos probeerde ik mij te herinneren hoe ik hier in vredesnaam gekomen was. Er leek echter een heel gat te zijn gevallen, want het laatste dat ik mij herinnerde was dat ik nors richting huis was gelopen, nadat mijn vader mij alweer met Pete had opgezadeld, terwijl hij wist dat ik de veel te nette jongeman niet eens mocht. Hij wist dat ik alleen maar van Jesse kon houden. Ook al was hij er niet meer, mijn hart zou nooit aan iemand anders toebehoren.
    Ik smoorde een snik en probeerde mij weer op de omgeving te concentreren. Langzaam zette ik een stap naar voren, zodat ik de grote groep mensen die een stukje verderop stonden beter kon zien. In hun kleding was meer eenheid te vinden, hoewel het nog steeds niks weg had van waar ik aan gewend was. Ook was het niet te vergelijken met de kleren die Jesse altijd aan had gehad, dus kwam het niet gewoon door het verschil van stand. Ik was echt heel ergens anders. Misschien was ik wel ontvoert...
    Ik nam mijn kille en arrogante houding aan, om mijzelf wat zekerder te laten lijken en stak mijn kin in de lucht. 'Kan iemand mij vertellen waar ik ben en hoe ik hier gekomen ben?' vroeg ik luid en keek de grote groep mensen afwachtend aan, waarbij ik mijn armen over elkaar sloeg. Ik hoopte maar dat ze gewoon antwoord zouden geven, want ik vond het allemaal echt niet leuk. Eerder beangstigend. Ik wilde gewoon terug, terug naar de tijd dat Jesse zijn armen om mij heen zou slaan wanneer ik bang was en zou zeggen dat ik daar geen reden toe had, dat hij mij wel zou beschermen.

    [ bericht aangepast op 2 nov 2013 - 15:01 ]


    Happy Birthday my Potter!

    Riddick James Jumper ||Onsterfelijk
    Het voelde alsof ik een harde por in mijn rug kreeg en ik opende gelijk mijn ogen, die ik stijf had dicht geknepen, wacht even, wat? Ik had eigenlijk verwacht dat de por van een vijand of vriend was gekomen om te kijken of ik nog levend was, maar ik sta gewoon recht op, ik kon me herinneren dat ik op de grond lach. Er staan ook andere mensen om mij heen, iedereen had andere kleding aan, alsof we terug waren gekomen van een verkleed feest ofzo. Ik wankel even en verplaats mijn voet om overeind te blijven, ik heb barstende koppijn en steken in mijn borst, maar ze lijken af te nemen. Wat was er gebeurt, is dit een list van de vijand? Waar is mijn wapen? Ik voelde wat aan mijn zakken en keek even op de grond, hij is weg! Ik blaas even diep uit, misschien is dit wel een grap van mijn vrienden, maar eigenlijk is dat niet zo gepast, tenzij we de oorlog toevallig gewonnen hebben, maar wie zijn dan de mensen om mij heen?
    'Kan iemand mij vertellen waar ik ben hoe ik hier gekomen ben?' Vraagt een blonde vrouw luid, terwijl ze een arrogante houding aan neemt en haar armen over elkaar heen slaat. Ze had wel gelijk, ik zou ook wel eens willen weten wat er aan de hand is, mijn ogen hebben wat moeite met kijken en het duurt even voordat ik de mensen verderop opmerk, er lijkt iets gebeurt te zijn, ze kijken allemaal nieuwsgierig en geschokt.
    Ik merk een klein kind op dat naast een paar mensen voor mij staat, hij wankelt wat naar achter en het duurt even voordat hij van de 'landziekte' af is, nu ik hem zo zie, ja de grond voelt inderdaad wat onwennig. Hij kijkt wat om zich heen, volgens mij is hij de jongste hier, ik vraag me af wat zijn verhaal is want hij ziet er erg anders uit dan mij, hij heeft volgens mij zijn pyjama aan. Ik kijk naar de rest van de groep om me heen, ze hebben allemaal andere kleding aan. Ik sluit gelijk de grap van mijn vrienden buiten, ze zouden nooit vreemde mensen vragen om een grap uit te halen, vooral niet dat jochie en de mensen met kleding dat uit het museum zou kunnen komen. Ik besluit af te wachten.


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    James Adam Parcks ||Helen||

    "Kom, James!" Ik kijk naar Sophie mijn jongere zus. We zouden er een leuk weekend van maken voordat mijn examens zouden beginnen. Sophie zou me meenemen naar een van haar vrienden. We zouden gaan feesten daar. Wel gezellig.
    Ik kijk naar de lucht en dan op mijn horloge. Het is bijna half negen, de tijd dat we daar zouden zijn. Ik hoor Sophie wat zeggen en ze pakt mijn mouw vast, dan trekt ze me mee.
    "Schiet eens op man!" sist ze en ik word achter haar aangetrokken. Ik mompel iets wat moet lijken op gek kind en ik loop in een hoog tempo mee. Wanneer we eindelijk bij het huis aankomen, worden we binnengelaten en krijgen we een drankje. Ik pak een cola en neem een slok. Ik loop door naar de mensen die ik een beetje ken en ga een gesprek aan.
    Na twee uur begin ik me toch een beetje te vervelen. Ik ben niet zo'n feestbeest, en dat weet Sophie. Ze probeert het telkens weer. Ik zeg tegen de mensen waar ik de hele tijd bij sta dat ik naar buiten ga en loop de tuin in. Het is stil hier. Ik geniet er echt van. Ik ga op het gras zitten en leun met mijn armen op mijn knieën en neem een slok van het biertje dat ik net, onderweg naar buiten, meegenomen heb. Wanneer ik een felle lichtflits zie kijk ik omhoog en frons even.
    "Wat is dat...?" zeg ik langzaam als ik iets op mij af zie komen, en dan wordt alles zwart.

    Mijn ogen richten zich op de grond wanneer deze zich ineens onder mij bevind. De grond. Zat ik niet voorheen? Ik kijk rond en zie nog een aantal mensen om mij heen staan. Ik breng mijn hand naar mijn gezicht om te kijken of dit wel echt is. Als ik mezelf dan ook echt een klap heb gegeven, besef ik dat het echt is. Ik frons en kijk naar de andere personen om mij heen. Het valt me op dat ze allemaal verschillen, natuurlijk niet alleen van geslacht, maar ook van kledingstijl en leeftijd. Wat is dit?
    "Kan iemand mij vertellen waar ik ben en hoe ik hier gekomen ben?" hoor ik naast mij en met opgetrokken wenkbrauw kijk ik opzij. Er staat een meid naast mij die er best wel arrogant uitziet. Ze heeft haar armen over elkaar geslagen. Er komt een schamper lachje uit mijn mond en ik lik even over mijn lippen.
    "Wist ik het maar, madam attitude," mompel ik droogjes en kijk naar haar. "Misschien iets vriendelijk vragen de volgende keer?" zeg ik dan met opgetrokken wenkbrauw. Dan draai ik mijn rug naar haar toe en kijk rond. Voor ons staan allerlei mensen, en ze kijken naar ons. Alsof wij zo vreemd zijn of zo.

    Waine Aiden Foster ||Onderzoeker||

    Mijn ogen zijn gericht op de personen die er staan. Ze dragen kleren van vroeger en van nu. Ik ga mijn geheugen door maar ik kom niet echt ergens op. Het zou misschien wel iets kunnen maken met het onderzoek dat ik al jaren doe. Over de vermiste personen. Wanneer ik net wat tegen mijn collega, Quincy, wil zeggen hoor ik hem al wat zeggen.
    "Dat is volgens mij wel de goede term," Ik kijk naar hem en zie zijn blik op de personen gericht. Ik knik alleen maar even en ik krap even aan mijn wang die redelijk jeukt op dit moment.
    "Had ik nou maar die geigerteller meegenomen." hoor ik naast mij en ik kijk weer naar mijn collega. Ik knik. Misschien had het handig geweest. Dan hadden we nu misschien achter meer gekomen. Mijn blik gaat weer naar de personen toe die uit de grote bol lijken zijn gekomen. Ik zet een paar stappen naar voor en bekijk de mensen een voor een. Dan valt mijn oog op de kleinste, en waarschijnlijk jongste persoon in de kring.
    "Quincy," zeg ik en ik kijk even achterom naar hem. Ik ga met mijn hand in mijn zak en pak mijn portefeuille. Ik open hem en pak er een foto van mijn zoontje uit, eentje die ik altijd blijf koesteren en ik laat hem aan hem zien.
    "Staat Sumar daar nou tussen?" vraag ik zacht en kijk weer terug. Ik weet het zeker hoor. Mijn zoon staat ertussen. Ik herken hem uit duizenden al heb ik hem al een paar jaar niet gezien.
    "Ik ga erheen om het te checken," zeg ik en ik loop al in de richting van de groep personen.

    [ bericht aangepast op 2 nov 2013 - 16:28 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.