Zero Rodriguez |
Al om half zes ’s ochtends stond hij op, om zich klaar te maken voor het hardlopen, waar hij dit keer een halfuurtje over deed. Momenteel was er niet veel waar hij over na moest denken, dus sleepte hij zich al snel erna naar de badkamer om zich van zijn boxer te ontdoen, die hij in de wasmand gooide. Hij deed de douche aan door op een ronde, bijna vlakke knop te klikken en warm – bijna heet – water spatte op zijn huid tegelijkertijd dat de man de cabine dichtdeed.
Een korte tien minuten later stond hij er al buiten, de douche uit en gewassen en wel. Haastig haalt hij een handdoek over zijn lichaam heen, echter wel ruw, waardoor de meesten waterdruppels verdwenen zijn. Zijn haar blijft iets vochtig, prima voor hem, hij haalt er enkel een hand doorheen. Zero geeft niet zoveel om zijn uiterlijk, wel op het verzorgde vlak, maar verder doet hij er niets mee. Zijn tanden daarentegen heeft hij eens laten bleken, aangezien hij vroeger nogal wat rookte. Hedendaags ook wel, maar minder. Veel minder. Zero had tot nog toe kleine stoppeltjes, alleen momenteel had hij geen zin erin om zich te scheren. Dat zal hij morgen wel doen, of overmorgen misschien zelfs.
De man verliet de badkamer toen hij de handdoek om zijn middel had gedrapeerd, waarna hij in zijn slaapkamer wat ondergoed en kleding uit zijn kast haalde. Kledingstukken zoals elke keer, er zat weinig variatie in met de kleuren. De boxer deed hij aan en hij liet zijn blik om zich heen dwalen om te zien hoe laat het was. Tien voor half zeven. Als het goed was, zou hij over tien minuten het appartement uit zijn vertrokken en richting zijn werk begeven. Een prima timing, al dacht hij het zelf. De outfit die hij de kast uit had getrokken, had hij ondertussen al aan en nu was hij op zoek naar zijn horloge. Die zou vast en zeker weer op het koffietafeltje in de woonkamer staan, dus beende hij daar met een stevige tred naartoe. Ja hoor, daar lag ie, alweer. Elke avond als hij thuiskwam van het werk of iets anders, had hij namelijk de gewoonte om zijn horloge af te doen, over zijn pols te wrijven en het op het tafeltje te leggen. Hij deed het ding dus snel om en liep al naar de gang om zijn schoenen aan te doen.
Zero likte iets over zijn droge lippen waarbij hij naar zijn spullen keek, alsof er iets miste, wat vanzelfsprekend niet zo was. Het voelde enkel zo. Eigenlijk was zowat alles in zijn appartement pretty basic, niet zo modern als anderen misschien zouden denken. Zo zette hij de TV nog steeds aan door op het knopje te drukken, eveneens voor de radio en dergelijken apparaten, in plaats van door een geluidje te maken of een super-de-luxe afstandsbediening. Het mocht dan een redelijk groot ding zijn, hij deed er vrijwel niets mee. Hij was de laatste tijd vaak weg en wanneer hij terugkwam, zat hij regelmatig in het donkere kamertje voor zijn foto’s.
Om precies half zeven verliet hij zijn appartement en stapte hij op zijn motor, reed hij hiermee weg naar zijn werk. Hier zou hij, als het goed was, over een kleine twintig minuten zijn, maar het was dan ook niet in de stad waar hij woonde. Het was eerst een plaatselijk iets waar hij telkens te vinden was, alleen uiteindelijk ging hij ervoor en nu was hij hier gekomen. In eerste instantie had hij het niet verwacht, maar dit was alleen maar goed nieuws voor hem. Geweldig, zelfs.
Terug van werk gekomen, zette hij zijn motor veilig weg, ergens uit het zicht. Hij had er een hekel aan als mensen er ook maar aan zouden komen, al was dat toch wel – dacht hij – algemeen bekend over hem, wat goed was ook. Zero had een lange dag gehad en het was dan ook zo klaar als een klontje dat hij uitgeput was, hij wilde slapen, alleen maar slapen. En misschien iets eten, want in de tijd dat hij weg was, had hij maar één keer wat gegeten en dat had zijn maag niet gevuld. Zijn buik begon nu zelfs iets te grommen ervan, alleen al de gedachte aan eten liet zijn buik nog een geluid horen. Geërgerd en lichtelijk knarsetanden, legde hij zijn hand op zijn buik, waarbij hij deze kort samenspande. Zo hoopte hij dat het zich stil hield, wat het vanzelfsprekend niet deed.
Zero had al meerderen keren op de knop van de lift gedrukt, maar het kwam nog niet. Hij wilde bijna de mogelijkheid nemen om dan met de trap te gaan, toen zijn blik getrokken werd naar iemand die binnen kwam lopen. Een scherp gepiep klonk in zijn oren, waardoor zijn humeur nog erger werd en Zero nu echt stond te knarsetanden. Nog even en hij zou met zijn vingers over zijn slapen wrijven vanwege het geluid en – bam. De man die net binnen was gekomen, botste tegen hem op, waardoor Zero grommend van hem weg stapte. Eerder was hij er niet met zijn gedachten bij, wel bij het eten dat hij klaar zou maken om zijn honger te stillen, maar nu zag hij wie het was.
Meneer Starke, die op dezelfde verdieping als hem woonde. Helaas. Niet dat hij hem niet mocht, alleen hij had geen zin om hem te begroeten of een praatje te maken. Dat was niet zijn stijl en hij had bovendien totaal geen zin om opeens sociaal te doen. Daarom negeerde hij hem, op een snelle, brommerige blik na dan. Niet lang erna kwam de lift al, waar hij blij voor was, en stapte hij in, terwijl hij – zonder op zijn buurman te wachten – het knopje van de vijfde verdieping in drukte.
Quiet the mind, and the soul will speak.