Ik moet morgen een scheikunde verslag inleveren en ik kom er gewoon niet uit. Ik weet niet of het komt omdat ik koorts heb, maar ik snap er helemaal niks van en de leraar vindt dat we het allemaal zelf maar moeten uitzoeken. Help mij!
Het verslag waar ik problemen mee heb gaat over het mengen van vloeistoffen en het hoofdstuk waar we het nu over hebben gaat over dipolaire stoffen, hydrofielen, hydrofoben en waterstofbruggen. Dit is dus logisch om in de conclusie te verwerken. Wat we moesten doen was verschillende vloeistoffen bij elkaar gooien en kijken of het mengde. Hieronder is de tabel de verschillende stoffen en onze uitkomsten daarop. "+" staat voor "mengt", "-" staat voor "mengt niet".
Klik hier voor een groter plaatje.
Inmiddels ben ik bij de conclusie aangekomen en nu zit ik vast. Mijn vraag: Waarom mengt ethanol wél met hexaan, maar niet met paraffineolie?
Het enige verschil tussen paraffineolie en hexaan is, voor zover ik weet, de hoeveelheid C en H atomen. Voor de rest zijn het toch allebei alkanen? En waarom zou een alkaan mengen met ethanol? Een alkaan is namelijk hydrofoob, terwijl ethanol deels hydrofiel is.
Heel erg bedankt als jullie me hiermee kunnen helpen!
From these ashes, I will rise