1 Ik kús
2 Ik kijk braaf naar
3 Ik doe wat [maand] wil
4 Ik krijs naar
5 Ik kijk séccxie in de ogen van
6 Ik chill met
7 Ik ben verliefd op
8 Ik wil meer van
9 Ik aai
10 Ik loop naar charmante
11 Ik snuif lijm met
12 Ik doe kermisspelletjes met
13 Ik eet een blok kaas met
14 Ik verleid
15 Ik koop een cadeautje voor
16 Ik val flauw en [maand] helpt me
17 Ik hoest en [maand] hikt
18 Ik drink een biertje met
19 Ik plas over
20 Ik vind [maand] wel heel leuk
21 Ik vis met
22 Ik lik
23 Ik poep over (baaah!)
24 Ik ben [jouwn naam] en hij is [maand] en dat vinden wij leuk
25 Ik lief
26 Ik ga naar een bar en kom toevallig [maand] tegen
27 Ik rook samen met
28 Ik kus [maand] zijn teen
29 Ik bots tegen [maand] aan
30 Ik stoot mijn hoofd tegen
31 Ik scheet over [maand] heen
Oke ik ben in een póeperige bui xx.D
Maand
1 mijn vader
2 gustav
3 sinterklaas
4 bill
5 georg
6 mijn hamster
7 de koelkast
8 spongebob (AAA)
9 de hond van de buren
10 de computer
11 tom
12 nick (van nick en simon)
Kleur shirt
Blauw want ik kijk naar een konijn
Roze want ik ben véry dronken
Geel want ik hou er van
Bruin want ik moet naar de plee
Grijs want mijn ogen puilen uit
Groen want ik nies
Wit want mijn hond is weggelopen
Zwart want mijn moeder maakt een foto
Anders want ik ben aantrekkelijk
If you think something small can’t make a difference, try sleeping with a mosquito in the room