Story: Het leven in armoede

Winny is een rijkeluismeisje dat zich zwaar ongelukkig voelt in haar huidige situatie. Haar vader werkt veel en haar moeder is steeds naar allerlei theekransjes waar Winny niet mee naar toe mag omdat ze nog niet oud genoeg is. Tot over maat van ramp heeft ze een gemene privé lerares waarbij ze nooit wat goed doet.

Het meisje verlangt terug naar tijd waarin ze nog klein was en geen beginnende puber. Toen kreeg ze nog alle aandacht, maar nu zeker met een nieuwe baby opkomst, lijkt nog amper te bestaan. Ze besluit er maar het beste van te maken en probeer alles te doen wat haar juffrouw zegt.

Maar als haar ouders op vakantie gaan kan ze er niet meer tegen. Haar gemene tante Petty en haar kat Mittens komen de komende weken op haar passen en haar les geven. Deze vrouw vind Winny nog erger als haar eigen lerares en ze krijgt voortdurend de schuld voor dingen die de kat eigenlijk doet.

Ze besluit weg te lopen en ontmoet hier bij de weesjongen Oliver die in een werkhuis moet werken. Hij vind het er echter niks en loopt vaak weg. Als Winny hem verbaast vraagt waarom hij niet in een weeshuis woont vertelt het jongetje verdrietig dat hij daar te oud voor is.

Oliver laat haar het leven op straat zien buiten de chique buurt waar zij vandaan komt en Winny leert al snel dat vele het heel moeilijk hebben in het in haar ogen toch vredige stadje. Ze leert wat er met dieren gebeurt die geen thuis hebben en met de kinderen die geen thuis hebben.

Hoewel Winny weet dat ze eigenlijk naar huis moet besluit ze toch bij Oliver te blijven en hem te helpen zodat hij niet weer terug moet naar het werkhuis. Samen leven ze op straat en Winny leert langzaam te overleven zonder alle luxe van thuis.

Wat ze niet weet is dat haar ouders ondertussen terug zijn gekomen en haar met man en macht zoeken. Het dertienjarige meisje denkt alleen nog aan Oliver's veiligheid en niet meer aan thuis in de verontstelling dat ze haar toch niet missen, omdat haar tante haar nooit is komen zoeken.