wie is jou bovennatuurlijke vriendje

de titel zegt het al.
lange resultaat

Mogelijke uitkomsten

tyler de geest (36 x uitgekomen)

Ik ben jij en ____ is je naam

We waren net verhuis naar New York, ik wou daar hele maal niet heen maar ik moest mee van mijn ouders. Al mijn vrienden zeiden '''Ben je gek je gaat naar New York.'' maar een ding vergaten ze, ik zou hun niet meer zien.
Ze hadden een oud huis gekocht naast een bos waar ik hele rare verhalen over heb gehoord. Ik was niet bang ofso maar het voelde ook niet goed. Ik had het huis gezien, want ze hadden me een foto laten zien. Het was een oud en verlaten huis, ook geen wonder dat ze hem zo goed koop hebben kunnen krijgen. Het was best wel een mooi huis, maar er moest wel heel veel aan gedaan worden om hem in zijn oorspronkelijke glorie te willen herstellen.
http://hookedonhouses.net/wp-content/uploads/2013/07/Cartwright-House-Victorian-in-Texas-BEFORE.jpg (dit is het huis)
We vertrokken vanavond en dan zouden we daar morgen vroeg aan komen. Vandaag zouden we de laatste dingen in pakken en in de verhuis wagen leggen. Ik had mijn hele kamer al in gepakt. Alleen het matras lag er nog anders kon ik nergens slapen. Er lag een simpele deken op en een kussen. Verder stond er niks meer op mijn kamer.
Het hele huis was leeg, er stond niks meer in alles lag in de verhuis wagen en was nu ongeveer op de snel weg. ''_______ we vertrekken over vijf minuten pak alles wat je nog bent vergeten alles wat achterblijft is voor de nieuwe bewoners.'' En daarom stond de bank nog in de kamer, mijn moeder vond hem niet mooi maar hij zat wel lekker. Ik liep nog een keer door het huis heen. Wanneer ik in een kamer stond dacht ik terug aan de leuke herinneringen ik had aan die kamer.
Toen ik in mijn kamer was kwam er een golf van emoties over me heen, ik wou hier niet weg. Ik ben hier opgegroeid ik heb hier mijn hele leven al geslapen. "_____, kom je we gaan.'' riep mijn vader vanaf beneden. ''Ik werd uit mijn gedachten getrokken terug naar de werkelijkheid. ''Ik kom.'' riep ik terug. Ik liep naar beneden en liep met mijn ouders naar buiten. ''Mag ik de deur op slot doen?'' vroeg ik aan mijn vader voordat hij het kon doen. ''Ja tuurlijk mag je dat doen, hier.'' hij gaf me de sleutels en ik deed de deur op slot. We liepen naar de auto en ik keek nog even snel achterom naar ons huis.
Ik had gisteren al afscheid van mijn vrienden genomen. Ik stapte in de auto en we reden de parkeerplaats af naar het vlieg veld.

Een dag later
Alle dozen stonden al in alle kamers verspreid, we moesten ze alleen nog uit pakken. Ik was er meteen mee begonnen toen we er aan kwamen en alles dozen in de kamers stonden. Het eerste wat ik op de goede plek had staan was mijn bed, daar kon ik echt niet zonder. Daarna zette ik mijn kast en mijn bureau op zijn plek en daarna de losse dingetjes. In de kamer stond al een kast die in de muur zat. Ik plaatste al mijn boeken daar in en zette er wat fotos bij.
Ik had allemaal fotos van mijn vrienden en er gleed een traan langs mijn wang naar beneden. In het glas van het lijstje zag ik iets achter me staan ik draaide me met een ruk om maar er was niks te zien. Ik schrok er wel van, van wat ik zag in het glas. Ik zette gouw de foto neer en ging naar beneden kijken of ik een van mijn ouders kon helpen.
''Mam, pap, kan ik jullie ergens me helpen?'' vroeg ik, maar ze waren te druk om me te horen. Ik besloot om naar de achtertuin te gaan, kijken hoe die er uit zag. Ik deed de deur open en zag een mooie grootte achter tuin, Hij zat nu nog wel onder het onkruid maar als je dat allemaal weg haalde was het een mooie tuin. Er was ook een boom waar je zeker in kon klimmen en dat ging ik meteen uit proberen. Ik klom in de boom zo hoog als ik kon. Ik had uitzicht op het bos, ik kon best ver het bos in kijken. Ik bestudeerde het bos en zag in de verte iemand lopen, dat was eigenlijk best wel gek want voor zo er ik het wist waren wij het enige huis en het eerste huis was zeker twee kilometer verder op.

Ik had de hele dag in de boom gezeten, kijkend naar mijn omgeving. ''_____, kom je naar binnen we gaan eten.'' mijn moeder had het wel door dat ik buiten zat of ze had eerst het hele huis doorzocht. Ik klom uit de boom en liep naar binnen waar het al wat opgeruimder was. ''We eten pizza.'' zei mijn vader die an de gang af kwam met twee pizza dozen in zijn handen. ''Lekker.'' ik ging aan de tafel zitten.
Na het eten ging ik weer boven bezig. Ik had binnen twee uur alle dozen uit gepakt en op hun plaats neer gezet. Ik ging nog even naar beneden wat drinken en daarna naar bed want ik was best wel moe geworden en om dat ik al vanaf zes uur vanochtend bezig was. Ik liep naar beneden en zag mijn ouders uitgeput op de bank zitten. ''Is er iets te drinken?'' vroeg ik aan hun. ''Ja er staat sap in de koelkast lieverd.'' zei mijn moeder. Ik liep naar de keuken en trok de koelkast open. Ik pakte het pak er uit en deed een beetje in een glas. Ik dronk het in een keer op en liep weer terug. ''Ik ga naar bed, weltrusten.'' zei ik tegen mijn ouders. ''Slaap lekker lieverd.'' zei mijn moeder. ''Tot morgen.'' zei mijn vader.
Ik trok mijn pyjama's aan en dook mijn bed in. Ik sliep vrijwel gelijk. Ik had een droom over een jongen die werd vermoord in mijn kamer. Hij werd neergeschoten door een iets oudere man, hij zei ''Jij bent niet mijn zoon.'' en met dat schoot hij de jongen neer en hij was opslag dood.
Ik schoot overeind, ik zat onder het zweet en ademde zwaar. ''Hey.'' zei een stem rechts van me, ik gilde het uit en viel naast mijn bed. ''Je hoeft niet bang te zijn.'' zei de stem weer. Ik keek om me heen maar zag niemand. ''Waar ben je en wat doe je in mijn kamer?'' vroeg ik, ik voelde me wel een beetje belachelijk, ik praatte tegen iemand die ik niet kon zien. ''Kijk heel goed en dan zul je me zien.'' ik consenteerde me heel goed op de stem en bedacht me dat het misschien wel de jongen uit mijn droom kon zijn. Ik stelde me de jongen voor en hij verscheen aan de andere kant van mijn bed. ''O en trouwens dit is mijn kamer.'' zei hij met een schattig lachje.
''Wie ben jij?'' vroeg ik aan hem. ''Ik ben Tyler en ik ben,'' hij maakte zijn zin niet af, waarschijnlijk om dat hij het moeilijk vond om er over te praten. ''Ben jij hier vermoord in deze kamer? Sorry.'' ik had er best wel spijt van. ''Het geeft niet, en ja ik ben de jongen uit je droom, ik ben door mijn vader vermoord.'' aaww ik had medelijden met hem. ''Als je er over praten wil, ik ben er voor je.'' ik probeerde een hand op zijn arm te leggen van een teken dat ik er echt voor hem was maar mijn hand ging zo door hem heen. Het voelde echt heel raar.
''Dankje, en mag ik jou mijn hele verhaal vertellen?'' vroeg hij. ''Ja, gooi alles er uit wat je dwars zit.'' hij lachte. ''Mijn vader dronk altijd en was na een biertje al dronken, mijn moeder was in een auto ongeluk over leden en van af dat moment begon hij met drinken, eerst was het nog wel vol te houden maar toen begon hij mij te slaan en het werd steeds erger tot op een nacht hij een pistool pakte en naar mijn kamer liep, hij trapte de deur in en ik schrok op want het was al midden in de nacht. Hij richtte de pistool op mijn hoofd en zei ''Jij bent niet mijn zoon.'' en hij haalde de trekker over en ik was ook meteen dood.'' hij moest huilen toen hij zijn verhaal vertelde. Ik wou hem zo graag omhelzen maar dat kon ik niet want dan zou ik dwars door hem heen gaan. Hij snikte een keer en vertelde toen verder. ''Toen ik weer opstond en zag dat ik dood was kreeg ik een visioen, ik zag jou en dat jij wel om me gaf en van me hield, dus mag ik iets proberen?'' ik knikte, ik kon niet zeggen want ik was verrast van wat hij mij vertelde.
Hij leunde naar voren en kuste me zachtjes, Ik dacht dat hij dwars door me heen zou gaan maar in plaats van dat lichtte mijn kamer op en Tyler er meteen bij. Toen het licht weg was keek ik naar Tyler en hij zag er zo echt uit en ik kon niet meer door hem heen kijken. ''Tyler?'' ik stak mijn hand uit om hem aan te raken en dit keer ging mijn hand niet dwars door hem heen. ''Je bent weer menselijk.'' zei ik vol vreugde. ''Wou, jou liefde voor mij bracht me terug, dank je wel, uhm'' oja hij wist mijn naam nog niet. ''_____'' ik vertelde hem mijn naam. ''Dankje wel ______'' hij gaf me een knuffel. ''Ik wil je nog een ding vragen.'' zei hij terwijl hij terug trok van de knuffel ''En dat is?'' ik lachte een beetje. ''Wil je mijn vriendin zijn?'' ik moest huilen van vreugde. Nog nooit had iemand mij dat gevraagd. Ik wou wat zeggen maar de woorden kwamen er niet uit dus knikte ik maar gewoon van ja. Hij kuste me en gaf me nog een knuffel en wou niet meer los laten.

De rest mag je zelf verzinnen hoe het verder gaat. hopelijk vond je het leuk.

Winther de vampier (14 x uitgekomen)

Ik ben jij en _____ is je naam

''IK WIL JE NOOIT MEER ZIEN!'' schreeuwde mijn moeder naar me. Het was altijd het zelfde, als ik van school kwam werk ik met alles geconfronteerd van dit heb je niet gedaan en je doet nooit was. Je zit alleen maar op je telefoon of op de computer. En nu was ik er klaar mee, Ik rende naar boen en pakte de belangrijkste spullen en deed ze in mijn rug tas.
ik rende weer naar beneden en naar de deur. Mijn moeder zag mijn rugtas. ''Waar denk je naar toe te gaan?'' ze schreeuwde nog steeds maar niet meer zo heel hard. ''Jij wou me nooit meer zien, prima dan ga ik weg.'' ik stond te trillen op mijn benen want ik had me nog nooit tegen haar verzet. ''Als je dit huis verlaat hoef je ook nooit meer terug te komen.'' ze zei dat wel zo kalm dat er een rilling over mijn rug trok. ''Prima, kan ik mee leven.'' ik draaide me om en deed de deur open en gooide hem weer achter me dicht. Ik rende het pad af de weg op naar het bos. Ik ging altijd naar het bos als ik een ruzie had met mijn moeder. Maar ik wist dat ik nu niet meer terug hoefde komen.
Ik rende en rende tot ik het bos had bereikt. Ik liep van af de in gang van het bos rustig naar de boom waar ik altijd in zat als ik naar het bos ging.
http://www.nlnatuur.nl/Album/5-Overigen/Markante%20bomen/slides/Boom%203.jpg (dit is de boom)
Ik klom tot dat ik niet meer verder kon. Ik huilde, waarom wist ik niet. Nadat ik wat rustiger was geworden werd het opeens heel koud. Gelukkig had ik een vest in mijn tas gedaan. Ik haalde hem er uit en trok hem aan. Dit was mijn favoriete vest, het was een vest die leek op een panda vacht, het had ook oren en een schattig panda gezichtje op de capuchon.
Ik dacht na over hoe het nu verder moest ik had geen huis en had ook geen vriendinnen in de buurt wonen. Ik had ook niks te eten mee genomen. Ik kon wel op zoek gaan naar bessen maar het was het seizoen dat er heel veel giftige bessen waren en ik wist niet welke wel of niet giftig waren. ''Lekker dan,ik zit hier zonder eten en onderdak kan het nog erger?'' riep ik in het niets. En als ik dacht dat het niet nog erger kon begon het heel hard te waaien en te stormen. Met een stevige windstoot werd ik de boom uit gewaaid en kwam ik hard op de grond te recht. Ik keek of ik me had bezeert in de val en zag dat mijn been gebroken was en onder het bloed zat. ''Geweldig.'' ik huilden zachtjes
Achter me ritselde er iets in de bosjes. ik negeerde het eerst en probeerde overeind te komen maar ik viel net zo snel weer op de grond. Nog een keer hoorde ik de bosje ritselen. Ik draaide me om en zag dat er een jongen met zwart haar en gekleed in het wit er uit kwam stappen. Zijn witte kleren waren bedekt met rode plekken. Het eerste wat er in me op kwam was bloed. Ik gilde het uit en probeerde op te staan maar ik viel alweer meteen op de grond. ''Weg komen heeft geen zin.'' zei de jongen, hij kwam naar e toe gelopen. Ik probeerde het nog een keer en dit keer kwam ik een klein beetje voor uit, maar het maakte net veel uit. ''Blijf uit mijn buurt.'' schreeuwde ik tegen hem. ''Hahaha.'' lachte hij mij nou uit? vroeg ik aan me zelf. ''Je komt toch niet ver met dat been.'' hij wees naar mijn been. Mijn broek zat helemaal onder het bloed.
En het ergste was nog dat het ook nog een regende dus mijn bloed dreef alle kanten op. Er raasde nog een windstoot om ons heen en de jongen snoof in de lucht, en likte daarna zijn lippen af. ''Je ruikt zo goed.'' hij kwijlde er bijna over. ''Ga weg!'' riep ik nogmaals, maar het had geen zin, de jongen kwam op me af gerend met een onnatuurlijke snelheid. Hij boog over me heen en snoof nog eens. ''Wat wil je?'' vroeg ik bang. Hij lachte weer. ''Jou.'' zei hij meteen. Waarom ben ik nou van huis weg gelopen. ''Ik kan de pijn laten stoppen.'' zei hij opeens. ''Wat wil je doen dan?'' ik wist niet hoe ik daar op moest reageren. ''Word net als ik en je hoeft nooit weer terug naar huis.'' hoe wist hij dat. Ik deed mijn mond open om wat te zeggen maar de woorden kwamen er niet uit. ''Je vraagt je wast af hoe ik dat wist? of niet.'' vroeg hij aan me. Ik knikte. ''Ik kan je gedachten lezen.'' zei hij, hij boog van me weg en ging naast me op de grond zitten. ''Hoe?'' was het enige wat ik vroeg, meer kwam er ook niet uit eigenlijk.
''Ik ben een vampier.'' zei hij, hij keek van me weg alsof hij zich schaamde. Ik wist niet wat ik moest doen dus bleef ik stokstijf zitten. ''Wat/ ben je niet bang,ga je niet gillen en proberen weg te rennen?'' hij was duidelijk verbaast van mijn reactie. ''Wil ik allemaal wel doen maar,'' ik kon mijn zin niet afmaken want ik wist niet wat ik moest zeggen. ''Maar wat?'' vroeg hij verbaast. ''Ik weet het niet.'' zei ik tegen hem. ''Hoezo weet je het niet?'' wouhij weten. ''het enige wat ik nog wil is rust, ik ben er gewoon klaar mee.'' vertelde ik hem. ''Mag ik vragen waarom?'' hij was eigenlijk best wel aardig en beschermend. ''Als je me eerst je naam verteld vertel ik alles.'' het was omkoperij maar ik wou heel graag zijn naam weten. ''Oke, afgesproken. Ik heet Winther en jij?'' dat was niet echt de afspraak maar wat had ik nog te verliezen. ''Ik heet_____'' vertlede ik hem. ''Dat is een mooie naam, voor een mooie jongdame.'' mijn wangen werden rood maar dat was haast niet te zien want het was haast alweer donker. ''Mijn moeder en ik hadden een hele erge ruzie vandaag en ik ben weg gelopen en hoefte van haar niet meer terug te komen en dat wil ik ook niet meer.'' ik moest alweer huilen ondanks dat ik zelf niet meer terug wil komen.
Hij omhelsde me en fluisterde in mijn oor. ''Ik kan je een beter leven geven.'' ik duwde hem zachtjes van me af en keek hem in zijn ogen aan. ''Hoe?'' meer wou ik niet weten. ''Word net zo als ik en dan beginnen we zamen aan een nieuw leven, alleen jij en ik.'' dat klonk als muziek in mijn oren. ''Hoe word ik net als jij?'' hij was verbaasd dat ik er mee instemde. ''Zo.'' hij boog zijn hoofd naar me toe en beet zachtjes in mijn nek. Het deed een klein beetje pijn, als of er een naald in je arm word geprikt. Alles werd zwart en toen ik weer wakker werd lag ik op een bed in een houten huisje.
''Je bent eindelijk wakker, je sliep voor drie dagen.'' Winther zat naast mij op het bed. Ik gimg recht op zitten en gaf hem een knuffel. ''Dankje.'' fluisterde ik. ''Waar voor?'' fluisterde hij terug. ''Voor mijn nieuwe leven.'' Hij keek me aan. ''Ik hou van je.'' zei hij uit het niets en kuste me leifdevol. ''Ik ook van jou.'' zei ik als ik hem weer aan keek.

Hoe het verder gaat mag je zelf verzinnen, hopelijk vond je het leuk.

Ashton de gevallen engel (27 x uitgekomen)

Ik ben jij en _____ is je naam

En alweer een andere school, dit is de vierde al in drie maanden. Mijn moeder zegt altijd een nieuwe school een nieuw begin, het is eerder alle problemen op nieuw en op nieuw mee maken. En elke keer als ik nieuwe vrienden heb gemaakt moet ik haast al weer naar een andere school. Ik hoop gewoon dat ik een keer een heel schooljaar kan mee maken.
De school waar ik nu heen ging is 1,5 kilometer verder op. Ik kon met de bus gaan als ik wil, maar ik ging liever fietsen. Als het nou sneeuwde of heel hard regende dan wou ik nog wel met de bus gaan. Ik had de route al opgezocht die ik moest fietsen. Het was haast alleen maar rechtdoor en misschien een keer links af slaan en dan was je er haast al. Ondanks dat ik geen zin had om naar school te gaan ging ik wel. Ik wou later wel een goede baan krijgen.
''______, kom je naar beneden, anders kom je te laat voor school.'' riep mijn moeder van beneden in de gang. ''Ik kom al.'' riep ik terug. Ik pakte mijn tas en liep naar beneden. ''Hoe ga je naar school?'' vroeg mijn moeder toen ik mijn jas aan deed. ''Fiets.'' ik pakte mijn sleutels en trok snel mijn schoenen aan. ''Oke, doe voorzichtig en kijk goed uit.'' ik knikte. ''Komt alle maal goed mam, maak je maar geen zorgen.'' Ik gaf haar een knuffel en ging naar buiten. Ik haalde mijn fiets uit de schuur en reed weg.

Op school
Ik zette mijn fiets in het rek en zette het slot er op. Ik liep naar de hoofdingang, het was een grote houten deur met ramen van glas-in-lood. Er stonden twee engelen op afgebeeld. De ene had witte vleugels en de andere had witte vleugels. Ondanks dat er kleur verschil was in vleugels hadden ze toch allebei een aureool. Niet alle duistere engelen zijn ook daad werkelijk kwaadaardig. Zo zag ik het dan,maar daar waren d meningen ook over verdeeld. Ik bleef nog even naar het raam kijken en ging daarna naar binnen.
Ik liep naar de balie want ik had nog boeken nodig, een kluisje, het rooster en dat soort dingen. ''Hallo,kan ik je helpen?'' vroeg de vrouw achter de balie. ''Ik ben ______, en ik ben nieuw hier.Ik kom voor mijn spullen.'' vertelde ik de vrouw. ''Mag ik je hele naam?'' vroeg ze ''______, _________.'' antwoordde ik weer. Ze tikte wat in haar computer en printte wat uit. ze gaf me twee papiertjes en een sleutel. ''Hier is je rooster en een boeken formulier,daar staan alle boeken op die je nodig moet hebben, die kun je in lokaal 1,20 op halen. Dat is op de eerste verdieping. En je kluissleutel,kluis nummer 67. Ik wens je veel plezier op St. Catrinss.'' Ik hoop dat ik dat allemaal kan onthouden, zei ik tegen mezelf.
Ik ging als eerst opzoek naar mijn kluis, want dan wist ik waar ik heen moest als ik mijn boeken had. Ik had mijn kluisje al snel gevonden,dus ging ik naar lokaal 1,20. De trap was niet moeilijk te vinden, die stond in de hal. Ik liep naar boven en ging op zoek naar lokaal 1,20. na vijf minuten te hebben gezocht had ik gevonden. Ik klopte netjes aan en even later deed er iemand de deur open. ''Wat kan ik voor je doen?'' vroeg een man,die bijna met pensioen kon. ''Ik kom voor mijn boeken.'' hij knikte. ''Oke, kom binnen.'' Hij deed de deur verder open zodat ik naar binnen kon lopen. ''Ik liep achter de man aan naar binnen. ''Heb je een lijst met boeken die je moet hebben?'' vroeg hij direct. ''JA doe heb ik.'' ik zwaaide met het blaadje. ''Mooi, mag ik die.'' hij was niet de aardigste zo te zien. Ik gaf hem het papiertje en hij begon al met boeken bij elkaar pakken.

Ik had mijn boeken en had ze in mijn kluisje gedumpt, tegen de tijd dat ik klaar was was de eerste pauze net begonnen. Ik zocht naar een rustig plekje. Buiten waren er blijkbaar ook zit plaatsen, dus liep ik naar buiten. er was een soort tribune waar nog niemand op zat. Ik liep er naar toe en ging helemaal bovenin in zitten. Ik kon mooi over de menigte kinderen heen kijken. Mijn blik bleef in een richting hangen. er stond een jongen met zwart haar een paar meter verder op. Hij keek me recht aan. Ik dacht eerst dat ik het me verbeelde maar na een paar minuten stond hij nog steeds op dezelfde plek en had hij zich nog niet bewogen. Ik werd een beetje nerveus van hem. Ik keek snel op mijn telefoon voor de tijd en toen ik weer terug keek was de jongen weg en ook nergens meer te zien. Het was alsof hij in het niets was verdwenen.

De school dag ging best snel voorbij maar ik bleef met mijn gedachten bij de ene mysterieuze jongen. Als de bel was gegaan deed ik de overbodige boeken mijn kluisje en haalde er uit wat ik nodig had. Ik liep terug naar mijn fiets en haalde hem van het slot. Onder weg naar huis was de weg rustig, als je het mij vroeg te rustig. Ik ging iets sneller fietsen want ik wou zou snel mogelijk naar huis.
Ik kam langs een kruising en uit het niets kwam er een auto aangereden. de auto en ik konden allebei niet op tijd stoppen en ik dacht dat dit mijn einde was. Ik sloot mijn ogen en net voor dat ik ze sloot zag ik de zelfde jongen die op school naar me keek . Alleen dit keer had hij zwart vleugels.
Als ik mijn ogen weer opende was ik verbaasd dat ik ze überhaupt weer open deed. Ik zag als eerste de jongen met de zwarte vleugels. Hij had me stevig in zijn armen. Ik keek hem met grootte ogen aan want ik kon niet geloven dat hij een engel was. ''________, ik ben zo blij dat je nog leeft.'' zei de jongen. ''Hoe weet je mijn naam?'' wou ik op dit moment alleen maar weten. ''______, ik ben je bescherm engel maar ik ben nu een gevallen engel want ik ben zeg maar voor jou gevallen.'' ik hem aan met een meen je dit nou blik. ''Wou, dat heb ik nog nooit eerder gehoord en wie mag jij dan wel zijn? Als ik vragen mag.'' Hij keek me verbaast aan. ''Ik ben Ashton en hoe bedoel je_______?'' vroeg hij. ''Je versier poging.'' zei ik een spottend. ''Dat was geen versier poging,het is waar kijk maar.'' Ik wist niet waar k naar moest kijken maar opeens verdwenen zijn vleugels. ''Ben je nu overtuigd?'' vroeg hij nu een beetje spottend. Ik knikte want ik kon de worden niet vinden om te zeggen.
Na een paar minuten had ik mijn moed weer terug. ''Maar waarom zijn je vleugels zwart, als je een beschermengel bent?'' hij lachte. ''Ik hen zwarte vleugels omdat ik een gevallen engel ben. Ik ben een bescherm engel die verliefd werd op zijn wacht, jij dus.'' hij wees naar mij. ''Ow.'' ik wist niet echt wat ik daar op moest zeggen. ''Dus, je vind me echt leuk?'' vroeg ik naar een tijdje Hij knikte ''Ja.'' Aaww,nog nooit had een jonge mij leuk gevonden. ''Ik wil je wat geven,maar dan moet je wel je ogen dicht doen.'' ik sloot voorzichtig mijn ogen en even later voelde ik zijn lippen tegen de mijne. Ik wou mijn ogen open doen maar hield ze toch gesloten en zoende hem terug.
''Ik hou van je _______, echt waar.'' Zijn stem was zo zuiver. ''Ik ook van jou.'' zei ik terug.

Van af hier mag je het zelf verder verzinnen, ik hoop dat je het leuk vond.

Statistieken

Statistieken

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen

Wat wil je nu doen?