"Nothing's gonna slow me down!"

Just enjoy it! <3

Mogelijke uitkomsten

Nick Jonas. (15 x uitgekomen)

Zomer. 23 Juli 2005.

‘Nick, je moet nu echt uit bed komen. Anders kom je te laat voor school!’ hoor ik mijn moeder naar boven roepen. Ik zucht nog een keer. Het liefst wil ik dat deze dag zo snel mogelijk voorbij is. Ik sla de dekens van me af en stap uit bed. Langzaam loop ik naar mijn kledingkast om daar de kleren voor vandaag uit te pakken. Een simpel shirt met een normale broek. Ik loop met mijn kleding naar de badkamer om daar te gaan douchen. Als ik de douche aan heb gezet, mijn kleren op de kast heb gelegd en me heb uitgekleed, stap ik onder de douche. Ik laat het water over mijn gezicht gaan. Daar word ik meestal wel echt goed wakker van. Maar vandaag helpt het niet. Ik zou ook niet weten waarom. De spanning? Voor het ziekenhuis misschien? Ik denk het eigenlijk wel. Maar het kan ook iets totaal anders zijn..
‘Hé daar heb je Nick!’ hoor ik Patrick zeggen. Hij en nog twee andere vrienden van mij komen naar me toe lopen. Ik zet mijn fiets op slot en loop hun tegemoet. ‘Hoi,’ is het enigste wat ik tegen hun kan zeggen. ‘Wat ben je laat!’ zegt Patrick. Ik knik. ‘Hoe komt dat?’ Ik haal mijn schouders op. ‘Ik heb geen idee eigenlijk.’ Patrick kijkt me vaag aan. Op dat zelfde moment gaat ook de bel. Blij dat die gaat. Hoef ik het ook niet helemaal uit te leggen. De spullen voor mijn les heb ik al in mijn tas zitten dus ik kan gelijk door lopen naar de klas. Als ik daar eenmaal zit komt Patrick naast me zitten. ‘Weet je al waarom je naar het ziekenhuis moet vanmiddag?’ Ik zucht. Dit had ik kunnen verwachten. Dat hij het toch nog een keer zal gaan vragen. Maar ik schud mijn hoofd. ‘Waarom vraag je dat niet even aan je moeder? Het is toch handig om te weten waarom je daar heen moet?’ ‘Dat was ik gister vergeten te doen.’ verzin ik als excuus. Patrick lacht en slaat dan nog een keer op mijn schouder. ‘Jij vergeet wel wat meer.’ Ik lach. Maar of die lach echt is, is nog de vraag.
Engels. De laatste les die ik voor vandaag volg. Dan naar het ziekenhuis. Nog steeds weet ik niet helemaal wat ze daar met me gaan doen. Mijn moeder had me verteld dat ik daar een test moet doen om een diagnose te bepalen. ‘Iedereen even de boeken pakken!’ schreeuwt de leraar door het lokaal heen. Iedereen gehoorzaamd meteen. Ik leg mijn boeken op tafel en sta dan op om naar de leraar toe te lopen. Ik geef hem het briefje die mijn moeder geschreven had. ‘Hier meneer. Deze moest ik nog geven.’ Langzaam geef ik hem het briefje en loop dan weer terug naar mijn plek. ‘Dat is goed hoor Nick. Houd je zelf de tijd in de gaten?’ Ik knik. Hopelijk gaat dit halfuurtje snel voorbij.
Eindelijk! Het is half 2. Ik ruim mijn boeken op en pak mijn tas. Ik meld bij de leraar dat ik weg ga. Hij knikt. ‘Tot snel Nick.’ Ik loop het lokaal uit. Snel nog even naar mijn kluisje om daar de boeken in te doen. Als dat allemaal gedaan is loop ik naar buiten om mijn fiets te pakken. Ik fiets het schoolplein af. Snel naar huis zodat ik dan zo snel mogelijk naar het ziekenhuis kan.
Als ik eenmaal met mijn moeder in de wachtkamer van het ziekenhuis zit kan ik mijn rechterbeen niet stil houden. ‘Mam..’ vraag ik nerveus. ‘Wat is er?’ ‘Wat gaan ze eigenlijk precies doen?’ Mijn moeder lacht zachtjes. ‘Het is niks ergs hoor. Ze nemen wat bloed van je. En dat is eigenlijk alles. Want daaruit kunnen ze zien of je diabetes hebt of niet.’ ‘oh, oké..’ zeg ik opgelucht. Toen hoorde ik mijn naam door de wachtkamer. Mijn moeder en ik staand op. Met toch een beetje zenuwen loop ik naar kamer 3. ‘Ga maar even zitten.’ zei de dokter. Nerveus ging ik zitten en keek wat om me heen naar de posters in de kamer. ‘Strek je arm maar even naar boor alstublieft.’ Ik deed wat de dokter vroeg en strekte mijn arm. Hij maakte de binnenkant van mijn elleboog schoon en begon erop te tikken. Toen ging de naar erin, een klein knipperde ik met mijn ogen maar het deed gewoon helemaal niet pijn. ‘Zo. Dat was het al.’ zei de dokter. K deed mijn ogen op en keek naar het buisje bloed dat de dokter vast had. Hij maakte het bloedgaatje schoon en plakt er een gaasje op. ‘Blijf er maar even op drukken.’ zei hij. De dokter liep met weg met het buisje om het aan een andere dokter te geven. Het enigste wat ik nu nog wou was naar huis. ‘Oké Nick, je bloed word onderzocht op diabetes en dan krijgen jullie een telefoontje om een afspraak te maken met je huisarts voor de uitslag.’ Ik knikte en lachte vriendelijk naar de dokter en schudde zijn hand. ‘Bedankt,’ zei mijn moeder en we liepen terug naar de auto.
Zomer. 6 augustus 2005.

Eindelijk, weekend! Ik draai me nog een keer om in mijn bed om verder te kunnen gaan slapen. Het is nog maar half 10. Waarom zou ik er ook nu al uit gaan. Zachtjes hoor ik voetstappen de trap op komen. Ik blijf hopen dat het mijn moeder is die naar de kamer gaat van één van mijn broers. Ik doe mijn ogen dicht om te proberen verder te kunnen slapen. Zachtjes word er op mijn deur geklopt. Ik zucht, toch bij mij. Mijn moeder loop zachtjes mijn kamer in om te kijken of ik nog slaap. ‘Ik ben wakker hoor mam.’ zeg ik met een slaperige stem. ‘Oh, oké dat is goed ook. Want dat kan je omkleden want we moeten naar de huisarts.’ Ik kijk mijn moeder aan. ‘Hoezo?’ vraag ik dan maar. Ze glimlacht. ‘Voor de uitslag van het bloedprikken.’ zegt ze. ‘Hoe laat moeten we er zijn dan?’ Ze denkt even na. ‘Half 11 zijn we aan de beurt. Dus je moet nu wel uit je bed om je te gaan klaar maken.’ Ik zucht, maar sla dan toch maar van me af. ‘Ik kom al.’ zeg ik zuchtend. Mijn moeder loopt mijn kamer uit zodat ik me even kan gaan omkleden. Ik pak een trainingsbroek en een shirt uit de kast en kleed me om. Daar gaat mijn weekend..
‘Nick..’ klinkt er door de wachterkamer. Mijn moeder en ik staan op en lopen met de huisarts mee naar zijn kamer. Ik schud hem zijn hand en ga dan, toch een beetje nerveus, op de stoel zitten. Als de huisarts de deur heeft gesloten en ook zelf achter zijn bureau is gaan zitten zoekt hij mijn gegevens op in de computer. ‘Je weet nog goed dat je laatst bloed had laten prikken?’ Ik knik. ‘Oké, daaruit is gebleken dat jij tóch type 1 van diabetes hebt.’ Dingen schieten door mijn hoofd. Hoe moet het nu allemaal dan? Ik weet niet eens wat het allemaal inhoud, al dat diabetes. Alles word me uitgelegd wat ik hier mee moet gaan doen. Hoe ik dit moet behandelen. Op zich valt het ook wel weer mee. Het is niet een ziekte wat iedereen gelijk opvalt. En ja, daar ben ik wel blij mee.

Mijn moeder schud de hand van de huisarts en we lopen het kamertje uit. ‘Bedankt,’ hoor ik mijn moeder nog zeggen. Ik pak de jassen van mijn moeder en mijzelf die we aan de kapstok in de wachtkamer hadden gehangen. Ik geef de jas aan mijn moeder en loop zonder jas naar buiten. Ik weet gewoon niet goed hoe ik hier mee om moet gaan. Is het dan echt zo moeilijk?
Als we eenmaal thuis zijn loop ik direct naar boven. ‘En?’ vraagt één van mij broers. Ik knik. ‘Dat dacht mam al wel.’ Hij zucht. Ik loop strak door naar mijn kamer. Ik gooi mijn deur achter me dicht. Waarom moet mij dicht overkomen? Waarom moet ik dit juist hebben? Waarom ik? Opeens schiet er een tekst in mijn hoofd. Het zou een liedje kunnen worden als ik hier meer over nadenk. Ik pak een pen en papier en begin met schrijven. Got the news today. Doctor said I had to stay. A little bit longer and I'll be fine. When I thought it all been done. When I thought it all been said. A little bit longer and I'll be fine..
Herfst. 13 oktober 2009.

‘Sommige dingen in het leven zijn moeilijker dan anderen. Dat gebeurde me vier jaar geleden toen ik de diagnose van diabetes type 1 kreeg. Het veranderde mijn hele leven. Maar die dag, toen ik in de auto zat naar het ziekenhuis, maakte ik een afspraak met mezelf. Diabetes zou mij nooit tegen houden. Dus als zoiets komt, moet je de moeilijke tijden onderdrukken. Ik wil jullie allemaal inspireren met deze woorden vanavond. En laat je door niets, maar dan ook niets, tegenhouden.’ Het word doodstil als ik de zaal vol fans inkijk en zwijg. Langzaam valt er een traan over mijn wang. Nooit had ik verwacht dat er zo veel mensen écht naar mij zouden gaan luisteren. Iets wat ik mijn fans wil duidelijk maken. Meer dan 10.000 mensen die stil zijn, meer dan 10.000 mensen die goed luisteren naar wat ik ze wil vertellen. En mijn wens blijft toch echt dat al die 10.000 mensen ook echt doen wat ik hun vertel. ‘Ik wil jullie allemaal bedanken dat jullie geloven in mij. Want ik geloof ik jullie. Jullie zijn de beste fans in de wereld. Ik hou van jullie allemaal met heel mijn hart!’ Ik speel de laatste tonen op mijn piano voordat ik de zaal weer in kijk. Het enigste wat ik nu nog kan doen is glimlachen. Ik sta op, zwaai nog één keer naar iedereen en loop dan backstage. Daar zie ik mijn vader, mijn moeder en mijn twee broers staan. Daar staan ze. De mensen die mij door een moeilijke tijd hebben gehaald. Mijn ouders zag ik amper omdat ik rond reisde en hun er gewoon niet altijd bij konden zijn. Dus mijn broers zijn er altijd voor me geweest. In goede en in slechte tijden. Ik het begon toen ik hoorde dat ik diabetes type 1 had, raakte het ons het allemaal. Het was moeilijk. Mijn broers moesten in het begin rekening met mij houden. Voordat ik het podium op ging moest ik altijd nog een insulinepad op plakken zodat ik genoeg energie had om het concert door te kunnen brengen. Mijn oudste broer geeft mij een knuffel. ‘Goed gedaan broertje,’ zegt hij dan tegen me. Ik glimlach even en loop dan naar een kamertje. Ik ben blij met wat ik nu allemaal heb bereikt. Hoe ik door deze moeilijke tijden ben gedaan. Trots op mezelf en mijn broers hoe ver wij zijn gekomen met onze carrière. In het kamertje waar ik heen ben gelopen staat een piano. Ik ga er achter zitten. Ik speel de tonen van mijn liedje, die ik schreef toen ik de uitslag had gekregen. So I'll wait 'till kingdom comes, all the highs and lows are gone. A little bit longer, and I'll be fine. I'll be fine..

Statistieken

Statistieken

Reageer (1)

  • bakura

    not even me

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen

Wat wil je nu doen?