Sprookje herschreven

We moesten vorig jaar voor school een sprookje herschrijven.
Dit is mijn versie van het meisje met de zwavelstokjes.


Er was eens...
Nee,
niet alle sprookjes beginnen op die manier.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Is dat wel zo?
Nee,
dit sprookje is anders.
Dit sprookje is niet zo sprookjesachtig en feeëriek als anderen.
Dit sprookje is het sprookje van een meisje: Joyce.
Haar verhaal lijkt een beetje op dat van het meisje met de zwavelstokjes, maar toch is het op zijn eigen manier uniek.


Joyce werd gepest op school. Zo ging het al twee jaar aan een stuk. Het was vreselijk en Joyce was erg ongelukkig. Zo ook die dag, het was winter en overal in de school waren de verwarmingen helemaal opengedraaid. Joyce stond aan de trap, een paar verdiepingen hoog. Met een harde klap knalde haar tas na drie verdiepingen door te zijn gevlogen tegen de stenen grond. Ze vocht tegen de opkomende tranen en rende snel naar beneden, het gelach van haar medeleerlingen negerend. Trede voor trede snelde ze naar haar tas en bam! Ze lag languit op de grond. Even dacht ze dat ze een trede gemist had, maar toen ze Lindsay zelfvoldaan zag grijnzen en de andere toeschouwers hoorde lachen, wist ze wel beter. Tranen sprongen in haar ogen. Vlug greep ze haar tas bij de rand en holde naar buiten. De frisse lucht deed haar goed en de tranen verschuilden zich weer in haar ogen. Ze ademde diep in. Waarom moesten ze haar hebben? Elke keer opnieuw. Ze beet hard op haar lip tot ze bloed proefde. Opnieuw liet ze een grote teug lucht haar lichaam binnendringen en haar longen vullen. Ze moest terug naar binnen, de les ging beginnen.

Met tegenzin wierp ze haar tas over haar schouder en liep door de gang naar het klaslokaal. Ze ging zitten en staarde naar het donkergroene schoolbord. Paf. Het eerste propje raakte haar achterhoofd. Ze draaide zich om. Natuurlijk, niemand had iets gemerkt. "Een propje? Welk propje?" Ze boog zich voorover en plukte het papier van de grond. Onzeker vouwde ze het open om het meteen daarna weer te verfrommelen. De honderdduizendste scheldpartij kon ze missen als kiespijn. Ze draaide zich weer naar voor en een tweede propje raakte haar. Het papier kriebelde in haar nek voor het de grond raakte. Ze reageerde niet, probeerde op te letten, maar het propje werd al snel gevolgd door drie anderen. Ze voelde de diepverscholen tranen tegen haar ooglenzen beuken en zich vermengen met haar bruingroene irissen, klaar om los te breken en haar wangen te verkennen. Het bord met daarop de witte, korrelige letters werd wazig. De letters die woorden moesten vormen die op hun beurt bijdroegen tot zinnen die een geheel creëerden, dansten voor haar ogen. Ze liet haar oogleden neervallen in de hoop de sluis te sluiten voor de rivier zou overstromen, maar het was al te laat. Dikke, zoute bollen rolden over haar gelaat en drupten op haar lichtgrijze bank. Snel veegde ze de tranen weg met de mouw van haar nachtblauwe trui, hopend dat niemand het gemerkt had. Maar zoals ze al verwacht had, had iedereen het gezien behalve de lerares.
Leraars zijn dan wel slim op academisch vak, op het sociale zijn ze zeker gebuisd. Wat er ook aan de hand is in een klas of school, ze hebben het nooit door.
Met een leraar erover gaan praten, deed Joyce al helemaal niet, dat durfde ze niet. Stel dat het erger werd? Ze hield de volgende reeks opkomende tranen tegen en opende haar agenda om te noteren wat de lerares dicteerde. De bel ging. Zo snel mogelijk pakte ze haar tas in en liep ermee naar buiten.

Middag, het ergste moment van de dag. De leraren zaten in de lerarenkamer en de refter stroomde vol met leerlingen. De gang was uitgestorven, afgezien van een groep meisjes die Joyce hardhandig tegen de muur duwden. Ze trilde bang. Wat waren ze nu weer van plan? Een van hen haalde een alcoholstift uit haar zak. Met een grijns haalde ze de dop van de stift en tekende een snor onder Joyces neus terwijl de rest haar stevig vasthield. Het groepje begon te lachen. De hevig tegenstribbelende Joyce voelde verse tranen over haar wangen naar beneden biggelen. "Stop!" riep ze. "Laat me met rust!"
Maar het enige effect van haar wanhopige geroep was dat de pesters harder begonnen te lachen.
"Dat T-shirt is zo lelijk! Daar is dringend werk aan!" Lindsay, die er ook bij was, haalde een schaar tevoorschijn en met een grote lach op haar gezicht, zette ze de schaar in het T-shirt van Joyce.
Joyce probeerde haar weg te duwen, maar de anderen lieten haar niet los. "Nee!"
"Veel beter", grijnsde Lindsay zelfvoldaan. "Nu dat kapsel nog!"
Angstig schudde Joyce haar hoofd. Plots vloog de deur van de lerarenkamer open en kaatste hard tegen de marmeren muur. De pesters schrokken en maakten dat ze weg waren. "Waag het niet te klikken, trut!" riepen ze terwijl ze de hoek om renden.

Joyce vluchtte de wc's in. Haar oog viel op de spiegel. Haar spiegelbeeld staarde haar aan. De felle lichtjes die vroeger altijd in haar ogen oplichtten, waren verdwenen. Definitief. De kuiltjes in haar wangen waren er ook niet meer en het leek alsof haar huid dof en doods geworden was. Haar zwarte haren vielen als een sluier zonder volume op haar magere schouders. Ze keek naar de getekende snor en begon hem af te vegen. Na een tijdje schrobben, lukte het haar en had de huid onder haar neus een rode kleur gekregen. Haar hand schoot in haar broekzak, haar vingers verkenden de inhoud en ze greep het handvat van een klein zakmesje. Minutenlang hield ze het vast en keek ernaar. Toen trok ze haar mouw omhoog en zette het mesje in haar huid aan haar pols. In een vlugge beweging trok ze een snee. Bloed begon op te wellen uit de open wonde en in een waas zag ze haar klasgenoten verschijnen. Ze keken haar glimlachend aan, niet spottend, maar vriendelijk. Ze zwaaiden naar haar. Joyce keek ongelovig, maar zodra de snee stopte met bloeden, verdween het beeld van haar vriendelijke klasgenoten. Snel ging ze met het mesje opnieuw langs haar pols.
Een nieuwe snee verscheen en het bloed zocht zich een weg naar boven langs de vrijgemaakte opening. Samen met het bloed zag Joyce nu allemaal prachtige kleren en spullen. Allemaal van haar! Ook deze snee stopte met bloeden en de kleren en spullen losten op in lucht.
Joyce trok een derde kras. Het bloed verliet haar ader en kroop de vrijheid tegemoet. Het was dit keer vergezeld van haar oma.
Haar oma was twee jaar geleden gestorven van ouderdom en Joyce had het daar nog steeds moeilijk mee. Een krop schoot in Joyces keel. Haar oma mocht niet verdwijnen! Dat mocht niet! Ze greep het mes stevig vast en begon in haar pols te snijden.
Zonder het te beseffen, raakte ze haar slagader. Bloed gutste uit de wonde, maar Joyce zag alleen haar oma. Haar zilverwitte haren krulden vrolijk rond haar gezicht en haar blauwe ogen straalden zoals ze nog nooit gedaan hadden. Ze lachte vriendelijk en strekte haar bleke, met aders doorlopen hand uit naar haar kleindochter.
Joyce nam haar hand aan en hield hem stevig vast. Een helder licht straalde rondom de twee herenigde familieleden. Haar oma nam Joyce mee, ver weg.

Het was Lindsay die Joyce vond. Ze slaakte een gil bij het zien van het bebloede, levenloze lichaam. Een hevig schuldgevoel overwelmde haar. Dit hadden zij en haar vriendinnen gedaan.
Joyces lichaam werd weggebracht en begraven naast haar oma. Haar ogen gesloten, haar handen gevouwen en een zwak glimlachje sierde haar gelaat.


Wat vinden jullie? :3

Reageer (12)

  • BVBxSDxETF

    Ik heb tranen in mn oge :(

    1 decennium geleden
  • Fennec

    oh, dit sprookje, dit is ecdht prachtig <3 Maar dat weet je, want dat heb ik jou al eens verteld<3

    1 decennium geleden
  • Huoriel

    Oh my Lord.

    1 decennium geleden
  • iMoanah

    fck dit is goed geschreven o:

    1 decennium geleden
  • Jesss

    Er ging serieus een rilling door me heen.
    Echt goed geschreven.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen