Ik haat je.
Ik haat je.
Ik haat je, niks aan jou dat ik leuk vind,
Ik haat je lange tijd, al was ik nog een klein kind,
Van mentale moorden heb ik geen spijt,
En voor mijn geweten ben ik niet blind,
Jij houdt niet van me, stomme geit,
Ik strik je keel door met een ruw lint,
Daarna hak ik je door in duizend stukjes,
Ik neem die stukjes apart, en snijdt die ook in duizend,
Daarom heb ik het ermee wel wat drukjes,
Maar ik heb er plezier in, het maakt me niet huiverend,
Er zijn wel dingen die ik aan jou leuk vind,
Maar daar denk ik niet aan, dat doet pijn,
Het laat mij schrikken, neem jij dat als een hint?
Ga dan alsjeblieft niet naar me toe, nu voel ik me klein.
Met die duizend stukjes in een kruiwagen,
Leg ik een weg af naar de verbrandingsoven,
Ik huppel en hobbel al m'n dagen,
Totdat jij mij nu bezig ziet, jij daarboven,
Jij denkt, wat is dat gestoord,
Is mij tot stof brengen nu echt gehoord?
Maar ik merk jou niet, daarboven in de hemel,
Vanaf het moorden zie ik je nooit meer,
Met die gedachten waarmee ik in mijn hoofd wemel,
Verdien ik mijn plek daar toch niet, och lieve heer?
Zie hem daar nu zitten in die goedkope pot,
Jouw lichaam zien branden, nou dat wás me toch een genot!
Maar het is niet genoeg, dat is het nooit,
Wat zwartig stof gaan pijnigen, lukt me dat ooit?
Ik kan er niet tegen, nog steeds is er materie,
Maar ik durf het niet weg te gooien, snertverderrie,
Misschien, nu je dood bent,
verricht ik nog één daad,
Ik verstrooi het rond mijn oude school,
Daar waar jij jouw bestaan rond mij misschien bedaard,
Maar dat doe jij niet, je doet nog steeds pijn,
Je waait om me heen, en vangt mijn tranen op,
En zo maak jij een einde, aan mijn tragische rijm,
Reageer (1)
heftig:X
1 decennium geleden