Roos.

Te allen tijden blijven ze samen, maar laten elkaar ook los.
Samen zullen ze voor altijd zijn, maar de eeuwigheid hebben ze niet.
Groen en paars, hun identiteit, waarin zij zich onderscheiden,
Want ondanks hun tegenstellingen zijn ze toch gelijk.
Ze cirkelen als haviken om elkaar heen en houden elkaar in het oog.
Het is een koude oorlog die zich tussen hen afspeelt.
Ze zijn een deel van mij, danken aan mij hun bestaan.
Ze zijn gekooid, in mijn gedachten,
En ik ben hun cipier,
Die goed voor hen moet zorgen,
En hen af en toe hun vrijheid gunt,
Zo ontwikkelen zij zich,
In dat kleine stukje onzichtbare wereld,
Tot het einde der tijden,
Blijven ze van mij.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen