Natuur

Als ik naar buiten loop,
Met een sprankje hoop,
Zag ik in de morgenzon,
Dat een nieuwe dag weer begon,

Op mijn gemakje loop ik naar het gras,
Daar waar het gras nog groen was,
Ik ruik de zoete geur van het natte gras,
En wilde dat het toch voor altijd was,

Van blijdschap ren ik het bos in,
Waar leven is vanaf het begin,
De dieren die na een winterslaap weer ontwaken,
En de takken die je hoort kraken,

Huppelde loop ik over de heide,
De natuur was het die me leidde,
Waar uit de bloemenknoppen,
Weer mooie bloemen ontpoppen,

Het seizoen wat ik heb bij dat gevoel,
Is de lente die ik bedoel

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen