God zij

God zei: ‘Laat er licht zijn!’
Er kwam licht.

God zei: ‘Laat er donker zijn!’
Er kwam donker.

God zei: ‘Laat er een zon zijn!’
Er kwam een zon.

God zei: ‘Laat er een maan zijn!’
Er kwam een maan.

God zei: ‘Laat er sterren zijn!’
Er kwamen sterren.

En Hij zegende alles.

God zei: ‘Laat er land zijn!’
Er kwam land.

God zei: ‘Laat er water zijn!’
Er kwam water.

God zei: ‘Laat er planten zijn!’
Er kwamen planten.

God zei: ‘Laat er bomen zijn!’
Er kwamen bomen

God zei: ‘Laat er bloemen zijn!’
Er kwamen bloemen.

En Hij zegende alles


God zei: ‘Laat er vissen zijn!’
Er kwamen vissen.

God zei: ‘Laat er vogels zijn!’
Er kwamen vogels.

God zei: ‘Laat er dieren zijn!’
Er kwamen dieren.

En Hij zegende alles.

God zei: ‘Laat er mensen zijn!’
Er kwamen mensen.

God zei: ‘Laat er fouten zijn!’
Er kwamen fouten.

God zei: ‘Laat er een duivel zijn!’
Er kwam een duivel.

Maar dit alles
Dit zegende Hij niet

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen