Ik fietste..
Ik fietste..
Ik fietste, mijn trappers sneller dan mijn voeten konden.
Wachtend op dat enne, dat jij mij zou geven.
Maar jij gaf het niet, jij liet het vallen, of wilde het niet eens weten.
Het leek jou niks te schelen, terwijl ik hier alleen, alleen zit.
Wachtend op dat enne, dat jij mij zou geven.
Maar het kwam niet, het leek te vervagen.
Niemand had meer een bewijs van wat ik wilde.
Niemand dacht dat het uit zo maken, wat jij zei, wat ik vond.
Alleen jij kon dat veranderen, mij wakker schudden,
uit een droom, uit een nachtmerrie.
Maar jij zag het niet, wilde het niet, en alles vervaagde.
Niemand wist meer iets, niemand leek iets te weten.
Niets, Nergens.
En ik Wachtte, op jou, op het geluk dat je mij kon geven.
Maar jij gaf het niet, jij liet het vallen, en wilde het niet eens weten.
Ik fietste, mijn voeten sneller dan mijn trappers konden.
Reageer (1)
mooi.
1 decennium geleden