Groei, bloei, sterf
Groei, bloei, sterf
Langs de trap ga ik omhoog de mensen om wie ik geef een goede nachtrust wensend
Het handvat van mijn deur voelt koud
Mijn ogen strijken over de rommel die ik achterlaat
Drie tassen, een hoopje kleding op de grond, gebruikte teezakjes, een dagboek en een tekenboek waar de laatste pagina's niet van gekleurd zijn
Ik keer mijn blik af van het stof in de vensterbank, al ben ik net zo
Een rilling bekruipt me als ik mijn wazige glazen afzet een onscherp zicht verruimt mijn blik
Een schaar plaats ik terug in het pennenbakje, denkend aan wat het had kunnen zijn
Dan ga ik stap bij stap verlaat ik mijn kamer
Mijn vingers strijken langs de muur alsof het mijn afdruk altijd vast zal houden
Ik vind mijzelf in de reflectie van het badwater
Niet bang meer om in mijn vale ogen te krijgen
Soms is een wazige reflectie beter dan het haarscherp spiegelbeeld
Ik ben als de wind als ik mijn kamer in vlucht
Stormachtig stil
Holle ogen zoeken naar de klok
Ooit was ik te angstig om flinterdunne blaadjes om te slaan
Nu leg ik het boek neer
Plaats mijn hart kort op het sieraad om mijn nek en breng mijn hoofd tot rust
Een grijze nachtjapon bedekt mij
Ik heb nooit willen gaan in een jurk
Altijd zag ik mezelf in een vest tussen de gevallen bladeren van een koud winterbos
Nu lig ik in bed
Vrede vindend met het feit dat mijn bleke lippen hun laatste kleur zullen verliezen
Ik ben klaar voor het wanneer
Stilte omarmt me
Alsof ik een onafgemaakt verhaal ben
Niet wetend dat ik altijd een open einde verkoos
Soms heeft het iets om niet te kennen
Als je blind bent kun je volgen
Handen vouwen zich samen
Ze vertonen de onzichtbare littekens
van waar mijn nagels vochten tegen de pijn
Ik heb ze afgeknipt
Ze vielen als bladeren
Ik werd de herfst om altijd lente te heten
En ik bloei op in huilende schoonheid
Tranen van pijn biggelen over mijn wangen
En ik bloei op in hatelijke vrede
Een glimlach krult op mijn lippen
En ik bloei op
Ooit wilde ik groot worden
Nu heb ik dit fragiele lichaam geaccepteerd
Ik zoek altijd naar de kracht
Maar wat als het mijn zwakte is
Ik sluit mijn ogen en zie wat op me afkomt
De angst die in mijn hart klopt sterft weg
Ooit verlangde ik hier naar
Nu moet ik accepteren dat ik slechts een bloem ben
Mooi voor even, zo vluchtig gekomen, zo gegaan
Mij achterlatend tussen de zinnen
Het scherm van mijn laptop lijkt soms een raam
Enkel kan ik de wereld aan de andere kant niet zien
Ik kan slechts voelen
Wat ik straks niet meer ben
Hoeveel vogels telt een mensenleven?
Hoeveel schaduwen heeft een hart?
Als de zon sterft verdwijnt de schaduw
Maar ik stond erin toen mijn leven in nacht gehuld was
Nu ben ik slechts een herinnering
Die je toelacht
En wegwaait als een paardenbloem
Verstrooid op de wind, begraven als een zaad
En ik bloei op
Om te zien hoe zwak ik ben
Om te zien hoe gebroken ik ben
Hoe vreemd en verdort
Hoe gevallen
Hoe gehaat
Hoe ik ben
Wie
En ik bloei op
Tot wie ik mezelf niet kan maken
Dan val ik
V a l
l
i
e
g
Het is vreemd dat ik zelfs wanneer ik omhoog val het verschil nog niet weet
Vreemd hoe klein een mens kan zijn
Tot het einde komt
En jij bloeit op
Om te weten wat ik ken
Je verstrengelend om mijn hart
Niet begrijpend, net als ik
Dus laat maar gaan
Ik geloofde mezelf nooit als ik zei dat het goed komt
Nu weet ik enkel niet wanneer
En ik sterf
Bloei op
op te groeien
Terug in de aarde
Maar ik zal altijd meer zijn dan stof
Me niet laten bepalend door golven die komen en gaan
Slechts door wat Hij zegt
Diep als de stilte
Een hoopje botten
Niet wetend wie ik ben
Wat als het genoeg was
Als ik genoeg was
om mooi te zijn?
Ja
Er zijn nog geen reacties.