Oorlogstijd

voor je dit gedicht leest:
Met dit gedicht heb ik de dichtenwedstrijd van Den Bosch gewonnen. Het thema was: vrijheid geef je door.
Het moest over de oorlog gaan.
Het gedicht moest zo zijn dat elk laaste woord van een regel. Het eerste woord is voor de volgende zin.

Oorlogstijd
We zaten met z'n allen onder de tafel.
Tafel zonder kleed, met gesloten deuren.
Deuren rinkelen voetstappen klonken.
Er klonken de bommen en vliegtuigen.
Vliegtuigen raasden om het huis.
Bam! Huis waarts keren kon niet meer.
Meer tijd was er niet, de muren brokkelden af.
Afgebroken was ons huis, moeder en zus zoek.
Zoeken was ik om me heen, geen moeder, geen zus.
Zus had me verlaten.

Vrij was ik maar niet blij.
Blij was iedereen want de oorlog was voorbij.
Voorbij de oorlog... voorbij.
Voorbij was het niet voor mij.
Mijn familie was gestorven, elke dag in tranen.
Tranen over liefde.
Liefde die op een dag een jongen me gaf.
Gaf hij mij de kinderen.
Kinderen van mij waren vrij.
Vrijheid geef je door.

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen