De Vliegende Vis

'Wat een prachtige vleugels,' dacht de vis in de zee
Toen hij een vogel zag vliegen er mee
'Ik wil wel vliegen,' dacht de vis toen heel blij
'Maar hoe komen die vleugels dan zo snel bij mij?'

De vis in de zee zwom op en neer
Dacht na over zijn plan, keer op keer
'Misschien,' dacht de vis, 'als ik het heel graag wil'
'Lukt het me dan, vliegen zo stil'

Als eerst moest de vis boven water komen
Want vliegen kon niet, in de zee zonder bomen
De vis zwom naar boven en sprong op het land
Wat een heerlijk, o heerlijk, o heerlijk zacht zand!

Opeens kwam er dan, een heel vreemd gevoel
De vis wilde de zee weer in, de zee o zo koel
Maar hoe graag hij ook wou, het lukte hem niet
Opeens zag hij licht, en hoorde hij een lied

Een lied, o zo prachtig, dat kwam vanaf boven
De vis had het gehoord, te mooi om te loven
Dan opeens had de vis het gevoel dat hij vloog
En het licht kwam dichtbij, de vis ging omhoog

'Ik kan vliegen, ik vlieg!' dacht de vis o zo blij
'De wolken, de wolken die komen naar mij!'
Maar toen was er licht, verblindend, zo fel
En de vis ging naar de hemel, veel en veel te snel

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen