Een monster

Ik keek naar een monster,
dat monster was ik.
Een monster was ik,
grauw, grijs en dik.
Ik raakte de spiegel aan,
en sloeg er toen tegenaan.
Mijn hand bloedde,
en ik voelde al de woede.
Ik waste mijn hand,
en nam toen afstand.
Ik maakte mezelf mooi,
en voelde mezelf gevangen in een kooi.
Een monster was ik niet,
ik paste bij een liefdeslied.
Mijn lippen o zo rood,
en mijn binnenkant o zo dood.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen