Hij en zij. Met mij.
Hij en zij. Met mij.
Ze loopt, ze rent, ze holt en ze blijft maar gaan. Ze kan haar eigen benen niet bijhouden. Haar enige doel is mij.
Hij loopt, hij rent, hij holt en hij blijft maar gaan. Hij kan zijn eigen benen niet bijhouden. Zijn enige doel is mij.
Ik heb gedronken, veel gedronken. Alcohol was voordien de enige ware. Wiet was de minnaar. Alles verandert. Alles wordt roze. Alles dringt door, kruipt in het bloed. De gevolgen van mijn liefde op het pad waar Roodkapje niet mocht komen.
Ik ben moe. Ik stop. Ter plekke. Ik blijf staan. Links komt hij. Rechts komt zij. Alles dringt door, kruipt in mijn bloed. Ik verlies de controle.
Ik kus haar. Ik kus haar en voel haar. Overal.
Ik kus hem. Ik kus hem en voel hem. Overal.
Zij kennen elkaar niet. Niemand kent hen. We zijn alleen. Los.
Het publiek ziet niets, hoort niets, voelt niets. Want het publiek mag het niet weten. Geheimen ontpoppen zich tot angst en gevoelens die slechts ontstaan bij het ontwaken van de ochtend.
Het publiek mag niet weten, horen, voelen, zien, ruiken.
Alleen. Niemand. Hij, zij en ik. Zonder publiek. Samen een stilzwijgend plot.
Er zijn nog geen reacties.