Snel zijn
snel zijn
ik kijk om me heen,
en daar zit je.
ik ben dus niet alleen,
maar dan kijk ik beter.
ik zie een groot gat,
wel meer dan een meter.
er komen mensen door de deur,
dan slaat er iets om,
en het is je humeur.
je staat gehaast op,
en loopt naar de deur.
en zegt dan nog even,
dag bloemen geur.
en dan slaat de deur toch dicht,
ik hoop dat je terug komt rennen.
en dan lang en lief kust,
dan stel je me toch weer.
even gerust.
maar hoe lang ik ook blijf wachten,
al wachtg ik dagen,
al wacht ik nachten,
ik slaap nog heel even tot ik wakker wordt,
ik hoop je dan toch weer tezien.
maar mijn ogen openen tekort.
zachtjes duwt er iemand tegen me aan,
net of ik een vaas ben van porselein.
dan kijk ik toch op en zie door het raam een mooie volle maan.
en die gedachten vind ik fijn.
maar dan val ik toch weer in slaap,
als ik wakker word zie ik jou.
voor je me ziet laat je nog snel een gaap.
voor jij wegdoezelt vraag ik nog gouw,
waar ben ik?
in het ziekenhuis,
antwoord je tot mijn schrik,
uit mijn keel komt een piepje als een muis.
dat verklaart waarom ik steeds in slaap val,
dat komt door de medicijnen zeg je,
maar dat snapte ik al.
Er zijn nog geen reacties.