Weerspiegelde waarheid
Weerspiegelde waarheid
Starend naar haar spiegelbeeld
Bestudeerde ze elk detail
Ze probeerde stukjes van hem te vinden
Hem weer heel even te zien
Als ze haar ogen dichtdeed
Zag ze hem zitten, rook ze hem
Keek hij haar aan, lachte hij
Maar zodra ze haar ogen opende
Kwam de waarheid terug
Als een klap in haar gezicht
Zag ze zichzelf in de koude spiegel
Niks van hem, alleen maar van haar
De waarheid, weerspiegeld in zichzelf
Hard en koud, ontastbaar, maar ook zo kwetsbaar
Zo stond ze daar uren te staren
Tot ze in een opwelling de spiegel stuksmeet
Weg spiegelbeeld. Weg waarheid. Weg leven.
Er zijn nog geen reacties.