Gedicht des viking
Gedicht des viking
“Nimmer tenten aan boord, niet geslapen in huis,
Want het huis is den vijand bekend;
Op het schild slaapt de Viking; zijn zwaard in de hand,
en des hemels gewelf is zijn tent...
- - -
Als 't stormt met geweld, hijsch het zeil dan in top;
op de stormende zee is het goed.
Laat het gaan, laat het gaan! Hij die strijkt is laf;
eer gij strijkt, zink teneer in den vloed.
- - -
Eer de vrouw aan den wal; neem haar nimmer aan boord;
want zelfs Freya bedriegt u aldaar;
Want het kuiltje in de kin is bedrog en verraad,
en een net is het golvende haar.
- - -
Wijn is Alvaders drank, en een roes is vergund;
maar bewaar uw bezinning ook dan;
als gij tuimelt aan wal staat gij op, maar aan boord
glijdt gij neer tot de slapende Ran
- - -
Op het dek wordt verdeeld door den teerling en 't lot,
en aan elk is het klagen ontzegd;
maar de zeekoning zelf gooit niet mee om den buit;
hij houdt niets dan den roem van 't gevecht.
- - -
Zie de wonden des Vikings, zij staan hem zoo rijk,
als de borst of het voorhoofd ze draagt;
laat ze bloeden, verbind haar eerst lang na den strijd,
zoo der Vikingen lof u behaagt!
- - -
... En drie jaar zijn voorbij, sinds 'k mijn land niet meer zag
noch der Saga verhevene hal!
Staan de heerlijke rotsen nog hoog in de lucht?
Is het groen in mijn vaderlijk dal?
- - -
En de linde op het graf van mijn vader geplant,
zoo ik eens haar nog wederzien kon!
Ach, geen mensch zal haar plegen! Gij hemel en aard,
o, geef haar uw vochten, uw zon!
- - -
Maar waarom lig ik hier nog langer op de eenzame golf,
en win goud, en hou menschen ter neer?
Ik heb eere genoeg, en het vlammende goud,
het verachtlijke walgt mij zoozeer.
- - -
Zie, de vlag aan den mast, hoe zij noordelijk wijst,
naar het land dat ik liefheb zoo teer!
Ik wil volgen den stroom van den hemelschen wind,
ik wil sturen naar Norgeland weer.”
Reageer (1)
"I LOVEEE IT!!"
1 decennium geleden*Say it loud enough when she has read loud her letter*