De Engelen

't Zijn wezens met vermoeide monden.
Hun klare ziel is zonder zoom.
En een begeerte ( als naar zonde)
Zwerft nu en dan doorheen hun droom.

Haast allen lijken ze op elkander
En zwijgend in Gods tuin verloren
Laten ze vele tussentijds horen
Van zijn geweld een melodie.

Maar als ze dan hun vleugels spreiden
En zo het waaien wekken van de wind,
Is het alsof de wereld pas begint.
ik zie door t donk,re boek der tijden
Gods grote beeldhouwhanden glijden .

Door Rainer Maria Rilke

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen