*De perenboom*

Het zachte ruisende geluid van water,
De warme zon op je armen,
En golfjes die tegen elkaar aan klotsen,
De zon schijnt tussen de bladeren door, en maakt lichtpatronen op de grond,
In de verte zie je wat bootjes en boten langs elkaar heen varen,
Terwijl je zit op het bankje onder de perenboom,
Je vraagt je af wat de boten met zich meebrengen en waar ze naartoe gaan,
Je hoort de boom ruisen in de wind die over je heen waait,
Die net niet te hard en te zacht is,
En je warme huid verkoelt,

Je sluit je ogen,
Laat de wind met je haren spelen,
En verdrinkt in de donkere koepel van je oogleden,
Het lange gras kietelt tegen je benen,
Je ziet de lichtgevende vlekjes achter je ogen ronddraaien en van vorm veranderen,
Je vouwt je armen over je buik,luistert naar het gezang van een vogel in de verte,
Totdat je meedrijft in de slaap.

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen